29 371
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met de modernisering van de medezeggenschapsstructuur in de educatie en het beroepsonderwijs en de versterking van de positie van deelnemers (modernisering medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs)

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 mei 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel C, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In artikel 8a.1.1, onderdelen a en b, wordt «de instellingsraad» telkens vervangen door: de deelnemersraad.

2. Het opschrift «Artikel 8a.1.2. Instellingsraad» wordt vervangen door: Artikel 8a.1.2. Deelnemersraad.

3. In het eerste lid van artikel 8a.1.2. wordt «een instellingsraad» vervangen door: een deelnemersraad.

4. Na artikel 8a.1.4 wordt «Titel 2. BEVOEGDHEDEN VAN DE INSTELLINGSRAAD» vervangen door: TITEL 2. BEVOEGDHEDEN VAN DE DEELNEMERSRAAD.

5. In artikel 8a.2.1 wordt het vierde lid vernummerd tot vijfde lid, vervalt het derde lid, onderdeel e, en wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende:

4. Het bevoegd gezag verstrekt de raad alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

6. In artikel 8a.2.3, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. het beleid gericht op het beheersbaar en transparant maken van de kosten van het onderwijs, niet zijnde de wettelijke bijdragen of de ouder- of deelnemerbijdrage, bedoeld in onderdeel c.

7. Na artikel 8a.2.3 wordt «TITEL 3. REGLEMENT INSTELLINGSRAAD» vervangen door: TITEL 3. REGLEMENT DEELNEMERSRAAD.

8. Het opschrift «Artikel 8a.3.1. Reglement instellingsraad» wordt vervangen door: Artikel 8a.3.1. Reglement deelnemersraad.

B

In artikel III, onderdeel A, wordt de volgende wijziging aangebracht:

In artikel 1, eerste lid, wordt «met uitzondering van degenen die deel uitmaken van» vervangen door: met uitzondering van de school, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, die deel uitmaakt van.

C

Artikel III, onderdeel C, komt te luiden:

In artikel 6 vervallen de onderdelen h en i onder verlettering van onderdeel j tot onderdeel h.

D

In artikel III, onderdeel E, wordt de zinsnede «In artikel 15, derde lid» vervangen door: In artikel 15, derde lid, onder a.

Toelichting

Deze nota van wijziging is technisch van aard en bevat naast de in het Verslag verwoorde voorkeur voor de term deelnemersraad in plaats van instellingsraad afstemmingen op de veranderde juridische actualiteit, waaronder de inwerkingtreding van de Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met een verruiming van de bestedingsvrijheid voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs.

Naar aanleiding van het algemeen overleg op 22 april 2004 inzake schoolkosten, is aan de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegezegd dat in het onderhavige wetsvoorstel een voorziening voor de medezeggenschap aangaande schoolkosten opgenomen zou worden. Deze voorziening is opgenomen in onderdeel A, zesde lid.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. D. S. M. Nijs

Naar boven