Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29371 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29371 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2005
Met deze brief wil ik u informeren over twee zaken met betrekking tot de bve-sector:
medezeggenschap en het sturen op regionale ambities.
Met mijn brief van 31 januari 2005, (29 371, nr. 11), heb ik toegezegd u voor het zomerreces nader te informeren over de ontwikkeling van een nieuwe medezeggenschap bve. Bij dezen kom ik de toezegging na.
Er is sinds januari een aantal malen onder voorzitterschap van OCW met alle bij medezeggenschap bve betrokken partijen gesproken over een mogelijke nieuwe medezeggenschapsregeling op de langere termijn. Deze partijen zijn de JOB, de onderwijsvakbonden, het platform Medezeggenschap en de Bve Raad.
Daarnaast zijn de partijen onderling, zonder betrokkenheid van OCW, ook vanaf januari aan de slag gegaan om tot een versterking van de medezeggenschapspositie van de deelnemers op de kortere termijn te komen. Omdat men in dat traject al veel zaken heeft besproken die ook voor de langere termijn betekenis hebben, kon in het lange-termijn traject op veel punten snel overeenstemming worden bereikt.
Overeenstemming is bereikt op een zeer belangrijk uitgangspunt: er is voor gekozen ook op de langere termijn in de bve-sector een gezamenlijke medezeggenschap te houden, dat wil zeggen een medezeggenschap van personeel en deelnemers in één medezeggenschapsraad. Daarnaast is ervoor gekozen voor de deelnemers en voor het personeel op punten die alleen hen aangaan, te komen tot aparte personeels- en deelnemersraden, die zelfstandige advies- en instemmingbevoegdheden ten aanzien van die punten zullen hebben. In die zin lijkt deze aanpak op die van de beoogde WMS (Wet Medezeggenschap Scholen).
Het is nu nog niet te zeggen wat de beste plaats is om nieuwe wetgeving voor medezeggenschap bve neer te laten slaan. Dit kan in de WEB zijn, omdat medezeggenschap een essentieel onderdeel is van het geheel van checks and balances in een instelling, en als zodanig een onderdeel is van de educational governance zoals die in de WEB wordt c.q. zal worden beschreven. Anderzijds kan het ook deel uitmaken van de WMS, omdat het helder is medezeggenschap in het onderwijs in één wet te regelen.
Het aspect van de plaats van wetgeving is iets waar in het najaar verder op moet worden gestudeerd, en waarover partijen verder zullen praten. Dat gebeurt steeds vanuit het heldere perspectief op een medezeggenschap bve die op de belangrijke hoofdpunten gezamenlijk wordt uitgeoefend, en op de voor de geledingen specifieke punten in aparte personeels- en deelnemersraden. Ik zal u in november 2005 over de uitkomsten van de afwegingen over de plaats van de wetgeving nader informeren.
In ieder geval betekenen deze ontwikkelingen dat het bij de Kamer ingediende wetsvoorstel Modernisering Medezeggenschap bve (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 371 nrs. 1 en 2) naar mijn mening niet meer adequaat is om de toekomstige medezeggenschap bve vorm te geven. Ik zal daarom stappen gaan ondernemen dit wetsvoorstel ook daadwerkelijk in te trekken.
Achtereenvolgens ga ik in op de aanpak, de stand van zaken en het vervolgtraject rond het sturen op regionale ambities, mede naar aanleiding van de toezegging aan u nader in te gaan op de indicatoren.
De aanleiding tot het traject sturen op regionale ambities staat vermeld in KOERS BVE. Kernpunt hierin zijn nieuwe bestuurlijke verhoudingen, waarin ruimte is voor regionale partnerships. Het regionale netwerk is aan zet bij het formuleren en realiseren van doelstellingen op het gebied van het middelbaar beroepsonderwijs. De operationalisering hiervan in het sturen op regionale ambities is als volgt aangekondigd in KOERS BVE.
De overheid formuleert in overleg met de sector indicatoren op het gebied van de Lissabon-doelstellingen «aanval op de uitval» en «leven lang leren», en vraagt vervolgens aan de regionale netwerken om hierop ambities te formuleren. Deze ambities worden daarna in een benchmark met elkaar vergeleken, zodat duidelijk is – voor de overheid, maar bovenal voor instellingen en hun netwerkpartners zelf – hoe ambitieus het regionale netwerk is en wat hij uiteindelijk presteert. Aan de hand van de prestaties kunnen best practices geformuleerd worden.
In december 2004 hebben de instellingen het verzoek tot het formuleren van regionale ambities ontvangen. Om met elkaar te spreken over de aanpak hiervan heeft OCW begin 2005 regionale bijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten zijn door de instellingen kanttekeningen geplaatst bij de wijze waarop tot transparante regionale ambities getracht werd te komen.
Nadrukkelijk kwam de vraag aan de orde of de sector niet zelf verantwoordelijk zou moeten zijn voor het formuleren van regionale ambities en het vergelijken van ambities en prestaties. De instellingen zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor het opstellen van de juiste indicatoren en het tijdpad om tot openbare benchmarking te komen. Hierover is de afgelopen maanden op ambtelijk en bestuurlijk niveau het gesprek gevoerd.
De Bve Raad heeft schriftelijk laten weten de uitvoering van de benchmark op zich te willen nemen, en op een aantal thema's indicatoren te gaan ontwikkelen. Dit vind ik een positieve ontwikkeling, die recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Hiermee is daarom onder de volgende voorwaarden ingestemd.
– In eerste instantie is er nog geen openbare benchmark, daarvoor is de operationalisering op dit moment nog onvoldoende uitgewerkt. Vanaf 2007 verschijnt er een openbare benchmark. Het is immers van belang dat zowel de landelijke en regionale betrokkenen als de interne toezichthouders van een instelling over adequate informatie beschikken om hun verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Vergelijkende openbare informatie is hiervoor cruciaal, zodat men kan zien hoe een instelling zich verhoudt tot de andere instellingen.
– De indicatoren op de thema's zijn maatschappelijke beleidsindicatoren. OCW is betrokken bij de formulering hiervan.
– Regionalisering staat centraal in KOERS BVE. Er volgt daarom, mede in het kader van governance. nader overleg over de wijze waarop regionale ambities opgesteld worden. Deze voorwaarde is geformuleerd omdat het van belang is dat instellingen en de regionale netwerken vooraf afspraken maken over doelstellingen en een gezamenlijke aanpak hiervan.
Deze voorwaarden komen terug in een bestuurlijke intentieverklaring die ik met de Bve Raad na de zomer wil afsluiten. In deze verklaring stellen wij een gezamenlijke agenda voor het beroepsonderwijs op, afgeleid van KOERS BVE. Streven is de sector gezamenlijk sterker te positioneren en de onderlinge verhoudingen tussen OCW, de Bve Raad en de instellingen te brengen van een situatie van low trust naar high trust. De agenda wordt uitgewerkt in actiepunten voor beide partijen. De overheid maakt bijvoorbeeld een nog meer terugtredende beweging wanneer de sector aan een aantal voorwaarden voldoet, zoals goed intern toezicht, horizontale verantwoording, regionale samenwerking en transparante ambities en prestaties. Ik zal u de intentieverklaring na de zomer doen toekomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29371-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.