29 364
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID STUURMAN

Ontvangen 22 september 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt «dat de Wet op de ondernemingsraden op enkele punten gewijzigd dient te worden» vervangen door: dat de Wet op de ondernemingsraden en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op enkele punten gewijzigd dienen te worden.

II

In artikel I, onderdeel A, punt 1, wordt in artikel 5, eerste lid, «werknemers» vervangen door: werknemersvertegenwoordigers.

Verder wordt «het zevende en achtste lid» vervangen door: het zevende tot en met negende lid.

III

Artikel I, onderdeel A, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 5, vijfde lid, onderdelen a en b, zevende lid en achtste lid, onderdelen c en d, wordt het woord «werknemers» telkens vervangen door: werknemersvertegenwoordigers.

B. In artikel 5 wordt na het zesde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

7. De werknemersvertegenwoordigers worden door de in de onderneming werkzame personen bij geheime stemming rechtstreeks uit hun midden gekozen. Het aantal werknemersvertegenwoordigers bedraagt minimaal 3.

C. Aan artikel 5 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

9. De artikelen 21 en 36 zijn van overeenkomstige toepassing op de in het zevende lid genoemde werknemersvertegenwoordigers.

IV

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 670, lid 4, wordt vóór «, niet opzeggen» ingevoegd: of een werknemersvertegenwoordiger als bedoeld in artikel 5 Wet op de ondernemingsraden.

2. In artikel 670a, lid 1, wordt in onderdeel a na «raadpleging van werknemers» ingevoegd: of optreedt als werknemersvertegenwoordiger als bedoeld in artikel 5 Wet op de ondernemingsraden.

Toelichting

Ook als er geen ondernemingsraad is dient de werknemersmedezeggenschap te worden geregeld. Van ontheffing van de verplichting tot instellen van een ondernemingsraad kan slechts sprake zijn, afgezien van de in het wetsvoorstel aan artikel 5 toegevoegde leden, als voldaan is aan de voorwaarde dat de ondernemer er voor zorgt dat zijn werknemers op een andere wijze dan door een ondernemingsraad worden vertegenwoordigd. Werknemers moeten in die situaties het recht hebben zich te laten vertegenwoordigen door tenminste drie werknemersvertegenwoordigers, die rechtstreeks bij geheime stemming zijn gekozen door in de onderneming werkzame personen.

Voorts is een voorwaarde voor ontheffing dat aan de werknemersvertegenwoordiger dezelfde bescherming wordt verleend als aan OR-leden, waartoe art. 21 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard en art. 7:670 lid 4 BW zich moet uitstrekken tot de werknemersvertegenwoordigers. Een voorwaarde is ook dat art. 36 WOR van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.

Om beter aan te sluiten bij de richtlijn dient ook de benaming «werknemers» vervangen te worden door «werknemersvertegenwoordigers».

Deze wijzigingen zijn nodig ter voldoening aan artikel 2, onderdeel f en g, 4, derde en vierde lid, 7 en 8 van de Richtlijn.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift na «Wet op de ondernemingsraden» ingevoegd: en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Stuurman

Naar boven