29 363
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen in verband met het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging

25 763
Evaluatie Wet Bopz

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2005

Bijgevoegd zend ik u, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 23 maart 2005 (29 363/25 763, nr. 10) en tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding) (28 283) op 13 oktober 2005 (Handelingen II, 2005–2006, blz. 12–711), mede namens de minister van Justitie, het instellingsbesluit van de evaluatiecommissie derde evaluatie van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz)1. Het besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Na een Europese aanbestedingsprocedure is de uitvoering van de onderzoeken in het kader van de derde evaluatie van de Wet Bopz gegund aan Prismant in consortium met de VU Amsterdam en Universiteit Maastricht.

Voordat het onderzoeksprogramma definitief wordt vastgesteld, wordt dit nog aan de commissie ter beoordeling en goedkeuring voorgelegd.

Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven