Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2020
Naar aanleiding van het artikel van NRC d.d. 9 februari 2020 «Ministerie hield rapport
over falen ruimtelijke ordening tegen» wil ik uw Kamer graag, mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, nader informeren.
Jaarverslag van de ILT
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft vorig jaar het concept-jaarverslag
2018 aan verschillende departementen gestuurd waaronder het Ministerie van BZK.
Het is gebruikelijk dat een concept-jaarverslag vooraf gedeeld wordt met organisaties
die genoemd of betrokken zijn. In het concept-jaarverslag werd verwezen naar een rapportage
over de borging van nationale ruimtelijke belangen. De ILT heeft hierover vanmiddag
de onderstaande verklaring naar buiten gebracht:
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) herkent zich niet in het beeld dat door
de NRC wordt neergezet over het document «Borging van de nationale ruimtelijke belangen».
Er is door de ILT geen druk ervaren – vanuit BZK of andere departementen – om het
document niet te publiceren of het Jaarverslag aan te passen. De beslissing om het
document niet als zelfstandig rapport te publiceren, maar de conclusie in het Jaarverslag
op te nemen, is door de ILT zelf genomen. De reden hiervan is: de meeste onderliggende
signalen en rapportages waren al eerder aangeboden en/of gepubliceerd.
In het jaarverslag 2018 is het document – zoals gebruikelijk – kort benoemd. Het is
gebruikelijk om een Jaarverslag – voorafgaand aan publicatie – voor te leggen aan
betrokken partijen voor een check op feitelijke onjuistheden. Ongelukkigerwijs is
daarna een aangepaste tekst in het Jaarverslag terecht gekomen die geen juiste weergave
van de conclusie weergeeft.
In een latere publicatie (ILT-brede Risico Analyse) is wel een correcte samenvatting
opgenomen. Aan NRC is het volledige document integraal verstrekt. Hieruit blijkt dat
de inspectie open was over het document en de onderliggende stukken.
Ook het Ministerie van BZK herkent zich niet in het geschetste beeld.
Borging nationale belangen
In Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) staan dertien nationale ruimtelijke
belangen, zoals bescherming Werelderfgoedgebieden. Gemeenten houden in hun bestemmingsplannen
rekening met deze nationale belangen. Hiervoor zijn instructieregels opgesteld in
onder meer het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
Onder de Omgevingswet blijft de borging van de nationale belangen hetzelfde. De juridische
doorwerking wordt, net als nu, gedaan aan de hand van instructieregels. Deze instructieregels
bevatten bijvoorbeeld voor geluid en bodem concrete normen. Gemeenten stellen op basis
hiervan specifieke regels in hun omgevingsplan. In de Omgevingsregeling staan de meet-
en rekenmethoden.
De Omgevingswet draagt ook bij aan een betere naleving van de regels door een betere
bekendheid van de regels, door een duidelijker geometrische begrenzing, door een eenduidiger formulering van de regels en soms door
toevoeging van een instructieregel. Vanuit de stelselverantwoordelijkheid monitor
en evalueer ik of het wettelijk stelsel van de Omgevingswet bijdraagt aan het realiseren
van de beleidsdoelen en of het stelsel in de praktijk ook daadwerkelijk functioneert
zoals bedoeld.
Als gemeenten vragen hebben over de borging van de nationale belangen, hebben ze vooraf
contact met de betrokken rijksdiensten. Bijvoorbeeld met Rijkswaterstaat voor wegen,
de Rijksdienst voor cultureel erfgoed voor erfgoed. Zij kijken, als dat nodig is,
met de gemeenten mee in de lokale bestemmingsplannen. Ook kunnen de rijksdiensten
dit op eigen initiatief doen.
Provincies kijken achteraf of de taken voor ruimtelijke ordening door gemeenten volgens
de regels worden uitgevoerd. Als er onjuistheden zijn, kan op verschillende manieren
worden opgetreden. Met als meest vergaande beslissing het vernietigen van een besluit
door de Kroon.
Het rapport dat de ILT vandaag openbaar heeft gemaakt, geeft een samenhangend beeld
van diverse toezichtsignalen. Ik zal dit rapport bespreken met de medeoverheden. Het
stelsel en de signalen die daarover binnen komen, vraagt nu en in de komende jaren
continue aandacht van alle partijen, zodat het stelsel in de praktijk werkt zoals
het is bedoeld.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer