Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2011
In het regeerakkoord is afgesproken dat de interbestuurlijke lasten worden verminderd en dat de verantwoordelijkheidsverdeling
tussen de bestuurslagen scherper moet volgens de principes «je gaat erover of niet» en «ten hoogste twee bestuurslagen zijn
betrokken». Hieraan is onder andere invulling gegeven door het ontwikkelen van spelregels voor interbestuurlijke informatie.
Het doet mij deugd u deze spelregels aan te kunnen bieden, zodat zij direct hun waarde kunnen tonen bij de decentralisaties
door het voorkomen van onnodige lasten. De spelregels maken deel uit van de omgangsvormen tussen Rijk en medeoverheden. De
spelregels geven bovendien invulling aan de motie Schouw (TK 32 500 VII, nr. 30) om uiterlijk 15 juni 2011 in overleg met de gemeenten tot een plan te komen om de interbestuurlijke controledrukte te verminderen.
De spelregels richten het interbestuurlijke informatieverkeer tussen het Rijk en decentrale overheden in volgens de uitgangspunten
«transparant en interactief proces», «juiste informatie» en «minst belastend». Bezien vanuit enerzijds het vertrekpunt dat
wij als Rijk de juiste informatie nodig hebben om onze verantwoordelijkheid waar te kunnen maken naar volksvertegenwoordiging
en samenleving als geheel en anderzijds vanuit het vertrekpunt dat decentrale overheden last ondervinden van (te) omvangrijke
interbestuurlijke informatievraag.
Toepassing van bovengenoemde uitgangspunten leidt ertoe dat de interbestuurlijke informatie wordt beperkt tot hetgeen strikt
noodzakelijk is voor ieders verantwoordelijkheid. Bovendien leidt toepassing van de spelregels tot meer draagvlak bij gemeenten
en provincies. Hierdoor zal de kwaliteit van de informatie van gemeenten en provincies toenemen. Het voorgaande leidt tot
minder informatie, controle en toezicht, waardoor de spelregels bijdragen aan de compacte overheid, voor medeoverheden én
Rijk. In hoofdstuk 2 is de context nader uitgewerkt. In hoofdstuk 4 zijn de spelregels (pagina 11 t/m 15) verwoord.
De spelregels zijn ontwikkeld door een breed samengestelde begeleidingscommissie. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers
van de ministeries van BZK, FIN, SZW, VWS, OCW, I&M, Inspectieraad, Rijksauditdienst, IPO, provincie Overijssel, VNG, Vereniging
van Gemeentesecretarissen, drie gemeenten, SCP, CBS, NBA en Algemene Rekenkamer. Het resultaat treft u in bijgevoegde rapportage
aan.1
Het succes van de spelregels wordt in belangrijke mate bepaald door actief te communiceren over de spelregels en daarbij de
«taal» van de doelgroep te spreken. Daarvoor is in diverse instrumenten voorzien, zoals handzame spelregelkaarten, workshops
en individuele gesprekken met belanghebbenden. Het implementatieplan is nader uitgewerkt in hoofdstuk 5.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner