29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 178 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2010

In het plenaire debat over het jaarverslag 2008 van de Nationale Ombudsman, op 3 september 2009, heb ik u gemeld dat er een proef was met een meldpunt identiteitsfraude waar slachtoffers van identiteitsfraude terecht kunnen voor advies en ondersteuning (Handeling der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 106, blz. 8532). Ik heb destijds aangekondigd dat van deze proef een definitieve voorziening zou worden gemaakt. Met deze brief informeer ik u over het definitieve Centraal Meld- en informatiepunt Identiteitsfraude en -fouten (http://www.overheid.nl/identiteitsfraude).

Aanleiding voor de proef

De proef met een Centraal Meldpunt Identiteitsfraude was bedoeld om het identiteitsmanagement van de overheid verder aan te scherpen. Er was behoefte aan meer kennis over aard en omvang van identiteitsfraude. In de loop van 2008 nam het belang van de proef verder toe, nadat de Nationale ombudsman onderzoek deed naar twee klachten van burgers die in de problemen waren geraakt nadat zij slachtoffer waren geworden van identiteitsfraude. Duidelijk werd dat er niet alleen behoefte was aan een meldpunt dat passief ervaringen van slachtoffers verzamelt, maar ook aan een meldpunt dat slachtoffers in enige mate ondersteunt bij het ongedaan maken van de gevolgen van de fraude. Omdat dader en slachtoffer dezelfde identiteit gebruiken, worden slachtoffers vaak niet serieus genomen en is het lastig voor hen om hun onschuld aan te tonen.

Veel voorkomende casus: de nieuwe bewoners.

U bent verhuisd. De nieuwe bewoners van uw oude adres ontvangen nog wat reclame of post en weten daardoor uw naam (en soms meer). Ze gaan spullen bestellen op uw naam, vooral bij (web)winkelbedrijven waar achteraf kan worden betaald. Zij ontvangen de spullen zonder te betalen, en de deurwaarder weet u al snel te vinden op uw nieuwe adres. Meestal komt deze casus tot een goed einde, maar dan hebt u al voor elk afzonderlijk geval aangifte moeten doen, de deurwaarder en de (web)winkel moeten overtuigen dat u geen bestellingen hebt gedaan. Dit kost slachtoffers veel ergernis en tijd. Het meldpunt kan met raad en daad deze slachtoffers bijstaan, mede vanwege de goede contacten tussen het meldpunt en andere partijen zoals politie,

Resultaten van de proef

Tijdens de proefperiode, van 1 december 2008 tot 1 maart 2010, zijn door het meldpunt 438 meldingen ontvangen: 306 fraudemeldingen, 8 meldingen van fouten in registraties, 121 complexere vragen over identiteitsfraude en 3 overige meldingen. Deze aantallen zijn niet voldoende voor een goede schatting van de omvang van identiteitsfraude in Nederland. De relevantie van de meldingen die binnenkwamen was hoog, waardoor er over de aard van identiteitsfraude al trends op basis van meldingen zijn waar te nemen. Veel fraude vindt bijvoorbeeld nog steeds plaats met slecht leesbare of vervalste kopieën van identiteitsbewijzen, en bedrijven controleren deze gegevens bovendien soms slecht.

Daarnaast is duidelijk geworden dat het Meldpunt in een behoefte voorziet. De tevredenheid van melders, die bij het Meldpunt vaak voor het eerst serieus gehoor vonden, was doorgaans hoog. De proef gaf dus voldoende aanleiding om het meldpunt definitief een plaats te geven.

Samenwerking met ketenpartners tijdens de proef

Tijdens de proef is gebleken dat meldingen van identiteitsfraude en van fouten bij overheidsregistraties alleen kunnen worden afgehandeld in samenwerking met daarvoor noodzakelijke (keten)partners, zoals de politie, de Koninklijke Marechaussee, de RDW, het Openbaar Ministerie en het ministerie van BZK. Hoewel de samenwerking doorgaans goed verliep tijdens de proef, is de verwachting dat slachtoffers sneller en beter kunnen worden ondersteund als deze samenwerking een meer verplichtend karakter krijgt.

Veel voorkomende casus: het kopietje.

U heeft ooit desgevraagd een kopietje van uw paspoort of rijbewijs afgegeven bij een hotel, autoverhuurbedrijf of een uitzendbureau. Dergelijke kopietjes worden soms misbruikt door derden die hiermee leningen of een mobiele telefoon(abonnement) aanvragen. Tegen de tijd dat u hierachter komt, ligt er al een stapel rekeningen voor niet aan u geleverde diensten, vergezeld van boetes voor niet betalen. Misschien staat u bij het BKR al bekend als wanbetaler, en kunt u een nieuwe hypotheek wel vergeten. Meestal kan met hulp van het meldpunt aannemelijk worden gemaakt dat u niets verkeerds heeft gedaan. Bovendien kan het meldpunt adviseren hoe dit soort misbruik te voorkomen.

Opzet en werkwijze van het definitieve meldpunt

Sinds 1 maart is het definitieve Centraal Meld- en informatiepunt Identiteitsfraude en -fouten1 de nieuwe plek waar mensen terecht kunnen die tussen instanties klem komen te zitten als gevolg van identiteitsfraude of van fouten in overheids-registraties. Het meldpunt is een soort mediator die helpt als de oplossing van problemen moeizaam gaat. Dat kan met voorlichting over het voorkomen van identiteitsfraude, het geven van goede informatie over het aanpakken van het probleem en eigen actie. Dat laatste bestaat vooral uit het inschakelen van ketenpartners om een oplossing vlot te trekken, en de voortgang te bewaken.

Het eerste contact wordt verzorgd door Postbus 51. Dat heeft als voordeel dat in één keer ook naar andere overheidsdiensten kan worden doorverwezen. Burgers komen zo sneller en makkelijker bij de juiste instantie.

Voor de afhandeling van meldingen hebben de ketenpartners uit het beleidsprogramma Versterking Identiteitsketen Publieke Sector (VIPS) zich gecommitteerd aan dit meldpunt2. Zo is menskracht en medewerking uit de identiteitsketen van de overheid gegarandeerd. BZK zorgt voor een zogenoemde ketenregisseur die de voortgang en kwaliteit van de individuele meldingen bewaakt. Bovendien zal deze ketenregisseur verbetervoorstellen doen voor structureel beleid op basis van trends in de meldingen.

Het meldpunt heeft geen einddatum, maar zal bestaan zolang het voorziet in een behoefte bij burgers en/of overheid. Een evaluatie is voorzien in 2013. Over de resultaten van het meldpunt zal in ieder geval jaarlijks aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th .B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

www.overheid.nl/identiteitsfraude en via Postbus 51.

XNoot
2

Zie bijlage met daarin het arrangement tussen de ketenpartners. Deze is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven