nr. 137
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2008
Hierbij bied ik u, mede namens mijn collega staatssecretaris Heemskerk,
de visie Betere Dienstverlening Overheid en het bijbehorende actieprogramma
Dienstverlening en e-overheid aan.1 Dit document
beschrijft het geheel aan ambities en activiteiten van het kabinet om de dienstverlening
door de overheid te verbeteren. Bovendien bevat het document de kabinetsreactie
op een aantal adviesrapporten over elektronische dienstverlening die de afgelopen
periode verschenen zijn, waaronder het advies van de commissie Postma/Wallage.
Het document bestaat uit vier onderdelen, die allen nauw met elkaar samenhangen.
De samenhang en betekenis van de individuele onderdelen is als volgt.
Deel 1 «Visie op Dienstverlening» beschrijft de brede visie
op overheids-dienstverlening die ten grondslag ligt aan alle inspanningen
om de dienstverlening te verbeteren. Deze visie omvat zowel het terrein van
de elektronische overheid als niet op e-overheid gebaseerde verbeteringen
van de dienstverlening, bijvoorbeeld via de kanalen telefoon en balie. Deze
visie heb ik in het najaar van 2007 aan de Kamer toegezegd tijdens het Algemeen
Overleg waarin de 5e voortgangsrapportage e-overheid werd behandeld.
In onderdeel 2 worden kort de verbeteringen van de dienstverlening geschetst
waarvoor inzet van de e-overheid niet nodig is.
Over de ambities en activiteiten op dit terrein bent u reeds eerder geïnformeerd.
Het derde onderdeel is de kabinetsreactie op het advies van de Commissie
Postma/Wallage, resulterend in een Actieprogramma dienstverlening en e-overheid,
waarover zo mogelijk nog voor de zomer afspraken zullen worden gemaakt met
de mede-overheden. Met dit programma wordt beoogd de potentie van de inmiddels
bestaande infrastructuur van de e-overheid gericht te benutten voor betere
dienstverlening, door focus aan te brengen in programma’s
en een keuze te maken voor randvoorwaardelijke, verplicht te gebruiken infrastructuur
voor de e-overheid.
Een bijlage bevat ten slotte de kabinetsreactie op de rapporten van de
OESO («Country Review E-government The Netherlands», 2007) en
Het Expertise Centrum die nog tijdens de vorige kabinetsperiode verschenen.
De aandachtspunten en aanbevelingen uit deze rapporten zijn uiteraard eveneens
meegenomen in het Actieprogramma Betere Dienstverlening dat in deel 3 wordt
gepresenteerd.
Dit document heeft een sterke inhoudelijke relatie met de ICT-agenda,
die een dezer dagen mede namens mij aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden
door staatssecretaris Heemskerk. Staatssecretaris Heemskerk is eerstverantwoordelijke
voor het overheidsbeleid met betrekking tot ICT. Ik ben eerstverantwoordelijk
voor de overheidsdienstverlening en voor de coördinatie van de e-overheid.
Op het gebied van de e-overheid draagt staatssecretaris Heemkerk de verantwoordelijkheid
voor het beleid met betrekking tot bedrijven en ik voor het beleid met betrekking
tot burgers.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten