29 361
Nederlands EU-voorzitterschap 2004

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2003

In de Staat van de Unie stelde de regering twee brieven in het vooruitzicht, waarin nader zou worden ingegaan op het Nederlandse EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2004. Dit is de eerste brief in dat verband, waarmee wij de Kamer op de hoogte willen brengen van de inhoudelijke voorbereidingen voor het EU-voorzitterschap. In deze brief treft u beknopte informatie aan over de procedure en een toelichting bij de resultaten van die voorbereidingen tot op heden: een Strategisch Meerjarenprogramma 2004–2006 van zes opeenvolgende voorzitterschappen en een operationeel Jaarprogramma voor 2004 van het Iers en Nederlands voorzitterschap. De voorlopige tekst van deze programma's vindt u in de bijlage.1 Een tweede brief met nadere informatie over het Nederlandse voorzitterschap zal de Kamer in het voorjaar toegaan.

Sevilla

Zoals u bekend heeft de Europese Raad van Sevilla op 21 en 22 juni 2002 besloten dat, overeenkomstig diens rol om algemene politieke beleidslijnen van de Unie vast te stellen, voortaan strategische meerjarenprogramma's door de Europese Raad worden vastgesteld voor een periode van drie jaren, in overleg met de Europese Commissie en op aanbeveling van de Raad Algemene Zaken. Oogmerk van dit besluit was de continuïteit en de samenhang tussen de verschillende voorzitterschappen te bevorderen. Het eerste strategische meerjarenprogramma wordt, overeenkomstig de conclusies van Sevilla, aangenomen bij de Europese Raad van 12 en 13 december 2003. Ter voorbereiding daarvan zal het bijgevoegde ontwerp-programma worden besproken door de Raad Algemene Zaken van 8 en 9 december a.s.

Daarnaast is in Sevilla besloten dat ieder jaar in december aan de Raad Algemene Zaken een operationeel jaarprogramma wordt voorgelegd. Dit programma wordt opgesteld door de twee inkomende voorzitterschappen en houdt rekening met de dialoog met de Europese Commissie over de jaarlijkse beleidsprioriteiten. De definitieve versie van dit operationele jaarprogramma wordt opgesteld door de beide voorzitterschappen in het licht van de besprekingen in de Raad Algemene Zaken. Het eerste jaarprogramma kwam in december 2002 tot stand, voor de periode van het Griekse en Italiaanse voorzitterschap. Het ontwerp van het tweede operationele jaarprogramma, dat van het Ierse en Nederlandse voorzitterschap, zal worden besproken bij de Raad Algemene Zaken van 8 en 9 december a.s. en zal daarna in definitieve vorm worden uitgebracht door de beide voorzitterschappen. De regering verwacht dit definitieve Iers-Nederlands jaarprogramma vóór 25 december aan de Kamer te kunnen sturen.

Strategisch Meerjarenprogramma 2004–2006

Het Strategisch Meerjarenprogramma is voorbereid door de zes inkomende raadsvoorzitterschappen van 2004–2006. Het betreft hier successievelijk Ierland, Nederland, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Finland. Het programma geeft een overzicht van de belangrijkste vraagstukken waar de Unie zich over zal buigen tijdens het driejarig tijdsbestek. De voornaamste elementen zijn:

• de tenuitvoerlegging van het nieuwe verdrag indien en voor zover dat zal resulteren uit de huidige Intergouvernementele Conferentie

• de nieuwe Financiële Perspectieven voor 2007–2013

• de toetredingsonderhandelingen met kandidaat-lidstaten en de samenwerking met de Nieuwe Buren van de EU

• duurzame economische groei en verbetering van de concurrentiepositie van de EU

• verdere ontwikkeling van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken)

• het uitvoeren van de Europese Veiligheidsstrategie

• het voeren van een slagvaardig en coherent buitenlands beleid (incl. ontwikkelingssamenwerking)

Het Strategisch Meerjarenprogramma is een compacte tekst, gericht op een breed publiek, waarin de hoofdlijnen van het beleid van de Unie worden geschetst. Het sluit goed aan bij de grote lopende Europese agenda en is opgesteld in nauw overleg met de Europese Commissie.

Operationeel jaarprogramma 2004

Het operationeel jaarprogramma werd door het Ierse en Nederlandse voorzitterschap in goed overleg opgesteld. Het vult voor het jaar 2004 het Strategisch Meerjarenprogramma aan, door in te gaan op de uitvoering van de lopende Europese agenda, en de hoofdlijnen van beleid zoals weergegeven in het Meerjarenprogramma. Ook het operationeel jaarprogramma is opgesteld in samenwerking met de Europese Commissie. Bij de opstelling ervan is terdege rekening gehouden met het wetgevings- en werkprogramma van de Europese Commissie voor het jaar 2004.

Het operationele jaarprogramma vermeldt op veel plaatsen concrete werkzaamheden en acties, die Ierland en Nederland tijdens hun voorzitterschap van de Raad willen ondernemen en is daarmee een wat uitvoeriger en «technischer» document, dat zich minder richt op het brede publiek en wat meer op de vertegenwoordigers van andere lidstaten, de nationale parlementen en de andere instellingen van de Unie, met name het Europees Parlement.

Beleidskader en omstandigheden

De beide programma's sporen geheel met de grote Europese agenda, zoals aangegeven in de Staat van de Unie. Zij vormen gezamenlijk het brede beleidskader waarbinnen het Nederlandse EU-voorzitterschap vorm krijgt.

Een tweede kader voor het Nederlandse voorzitterschap wordt gevormd door de uitzonderlijke omstandigheden die zich in 2004 voordoen. De uitbreiding van de Unie met een tiental lidstaten en het mogelijke nieuwe EU verdrag zullen de verhoudingen en spelregels binnen de Unie veranderen. Tegelijkertijd zullen tijdens het voorzitterschap een nieuw Europees Parlement en een nieuwe Europese Commissie aantreden.

Terwijl de grote lopende agenda en het door de bovengenoemde programma's aangegeven beleidskader de inhoud van het Nederlandse voorzitterschap in belangrijke mate bepalen, maken de geschetste bijzondere omstandigheden dit voorzitterschap tot een forse uitdaging. Er is zeker enige, zij het beperkte, ruimte voor eigen accenten maar de grootste opdracht aan het Nederlandse voorzitterschap is het verzekeren van het functioneren van de Raad en – daar bovenop – het verzekeren van voldoende continuïteit in de dossiers waar deze in normale omstandigheden voor een veel groter deel zou komen van de kant van de Europese Commissie en het Europees Parlement. Tegen deze achtergrond zal de regering de mogelijkheden voor inhoudelijke accenten en initiatieven zorgvuldig afwegen.

Prioriteiten Nederlands voorzitterschap

Ierland en Nederland geven in hun operationeel jaarprogramma aan dat de belangrijkste werkzaamheden van de Raad zich tijdens hun respectieve voorzitterschappen zullen richten op de volgende beleidsterreinen:

• Economische groei, werkgelegenheid en sociaal beleid (m.n. onderwijs, onderzoek, innovatie, infrastructuur en sociale samenhang);

• Duurzame ontwikkeling, (m.n. milieutechnologie, gemeenschappelijk landbouwbeleid, voedselveiligheid, visserij);

• Verdere uitbouw van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (m.n. asiel, migratie en grensbewaking, integratie, samenwerking politie en justitie in strafzaken, drugs, civielrechtelijke samenwerking, civiele bescherming, en transparantie);

• Een coherent en slagvaardig buitenlands beleid (m.n. uitvoering van de Europese Veiligheidsstrategie, terrorismebestrijding, conflictbeheersing en preventie, versterking multilaterale organisaties, implementatie van de Millennium Development Goals, non-proliferatie en ontwapening, transatlantische betrekkingen).

Dit spoort met de eerste schets van de inhoudelijke contouren van het voorzitterschap zoals weergegeven in de Staat van de Unie.

Bijgevoegd is, zoals in de aanhef vermeld, de voorlopige versie van beide programma's. De bespreking hierover ter voorbereiding van de RAZEB zijn nog niet geheel afgerond. Bovendien is het mogelijk dat de tekst van het Iers-Nederlands jaarprogramma door de beide voorzitterschappen nog wordt aangepast in het licht van de discussie in de RAZEB, zoals voorzien in de conclusies van Sevilla. De tekst van het Meerjarenprogramma 2004–2006 kan ook worden aangepast en staat pas vast na goedkeuring door de Europese Raad.

In het voorjaar van 2004, wanneer onder meer een beter zicht bestaat op de resultaten van het Ierse voorzitterschap en het verloop van de besprekingen over bijvoorbeeld de uitbreiding en het eventuele nieuwe verdrag zullen wij u in een tweede brief nader berichten over de voorbereidingen voor het Nederlands EU-voorzitterschap, de accenten die de regering zou willen zetten en de specifieke initiatieven en activiteiten die hij daartoe in de tweede helft van 2004 zou willen ondernemen.

Wij hopen u hiermee voldoende ingelicht te hebben over de voortgang van de inhoudelijke voorbereiding van het Nederlandse EU-voorzitterschap.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

A. Nicolaï


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven