Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29360 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29360 nr. 3 |
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat. (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Op 1 mei 2004 zal een aantal kandidaat lid-staten van de Europese Unie toetreden tot de Europese Unie. Vooralsnog wordt uitgegaan van toetreding op 1 mei 2004 van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek. Tijdens de Europese Raad van 12 en 13 december 2002 in Kopenhagen is toegezegd aan de kandidaat lid-staten dat zij, na hun toetreding tot de Europese Unie, kunnen deelnemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Dit recht vloeit voort uit de Akte betreffende de rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (de Akte).1 Ook is een mededeling van de Commissie ontvangen waarin wordt aangegeven dat maatregelen dienen te worden genomen om te verzekeren dat de onderdanen van alle lid-staten van de Europese Unie, dus ook de onderdanen van de nieuwe lid-staten, tijdens de verkiezingen van 2004 ook in andere lid-staten moeten kunnen deelnemen aan deze verkiezingen.2 Op grond van de Akte vindt de verkiezing van de leden van het Europees Parlement plaats in de periode van 10 tot en met 13 juni 2004. In Nederland worden de verkiezingen gehouden op donderdag 10 juni 2004 (artikel Y 8, eerste lid, van de Kieswet).
Het feit dat de nieuwe lid-staten aan de verkiezingen zullen deelnemen, heeft voor Nederland een aantal gevolgen. Onderdanen van lid-staten van de Europese Unie hebben namelijk niet alleen het recht om in hun eigen land deel te nemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Indien een onderdaan van een lid-staat van de Europese Unie in een andere lid-staat woont, dan is hij gerechtigd om in plaats van in zijn eigen land, in dat land deel te nemen aan de verkiezingen. Dit betekent dat de onderdanen van nieuwe lid-staten die in Nederland wonen, in Nederland aan de verkiezingen moeten kunnen meedoen, indien zij de wens daartoe kenbaar maken. Tevens houdt dit in dat de Nederlander die in een nieuwe lid-staat van de Europese Unie woont, in deze nieuwe lid-staat aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement moet kunnen deelnemen.
De Kieswet regelt de wijze waarop de verkiezingen in Nederland plaatsvinden. In hoofdstuk Y van de Kieswet wordt een aantal termijnen en eisen gesteld voor de deelname aan en de organisatie van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Voor het voldoen aan een aantal vereisten dat de Kieswet stelt, is de toestand op de dag van kandidaatstelling bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement (28 april 2004) bepalend. Hoofdstuk Y van de Kieswet bepaalt tevens welke personen bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement stemrecht hebben (actief kiesrecht) wie verkiesbaar zijn (passief stemrecht). Aangezien de toetreding van nieuwe lid-staten tot de Europese Unie pas op 1 mei 2004 plaatsvindt, dus na de dag van kandidaatstelling, kan deze dag niet in alle gevallen zonder meer als peildatum gehanteerd worden. Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt bewerkstelligd dat Nederland voldoet aan de Europese verplichting met betrekking tot de deelname van de nieuwe lid-staten aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in 2004.
Over dit voorstel van wet is advies gevraagd aan de Kiesraad. Het advies van de Kiesraad is ontvangen op 11 juli 2003.
2. Deelname kandidaat lid-staten aan de verkiezingen
De onderdanen van toetredende staten dienen op dezelfde wijze te kunnen deelnemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement als de onderdanen van lid-staten van de Europese Unie. Hiertoe worden voor de bij of krachtens hoofdstuk Y van de Kieswet gestelde regels kandidaat lid-staten gelijkgesteld met lid-staten. Dit houdt in dat de onderdanen van kandidaat lid-staten van de Europese Unie op gelijke voet kunnen deelnemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Dit geldt zowel voor het actief als voor het passief kiesrecht. Omgekeerd worden op grond van dit wetsvoorstel ook Nederlanders die in een kandidaat lid-staat wonen voor de bij of krachtens hoofdstuk Y van de Kieswet gestelde regels gelijkgesteld met Nederlanders die in een van de huidige lid-staten van de Europese Unie wonen.
Over dit voorstel van wet is advies gevraagd aan de Kiesraad. Het advies van de Kiesraad om te komen tot één inhoudelijk artikel op grond waarvan de onderdanen van kandidaat lid-staten bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op één lijn gesteld worden met de onderdanen van lid-staten is overgenomen.
De registratie van een onderdaan van een kandidaat lid-staat in Nederland
Op grond van artikel Y 3, onder b, van de Kieswet zijn niet-Nederlanders die onderdaan zijn van een andere lid-staat van de Europese Unie en in Nederland wonen kiesgerechtigd voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet bepaalt dat de niet-Nederlander die onderdaan is van een andere lid-staat van de Europese Unie zich in de gemeentelijke administratie kan laten registreren als kiesgerechtigde door een schriftelijk verzoek in te dienen bij burgemeester en wethouders. Op grond van het derde lid van dit artikel blijft een verzoek dat wordt ingediend na de dag van de kandidaatstelling buiten beschouwing voor de daaropvolgende verkiezingen. Zoals hierboven reeds genoemd, valt de dag van kandidaatstelling op 28 april 2004. Op 28 april 2004 zijn de kandidaat lid-staten nog niet toegetreden tot de Europese Unie. Dit heeft tot gevolg dat de onderdanen van kandidaat lid-staten zich, onder het regime van de Kieswet, niet kunnen laten registreren als kiezer, aangezien zij geen onderdaan zijn van een lid-staat van de Europese Unie, maar van een kandidaat lid-staat.
Het huidige wetsvoorstel voorziet er in dat de onderdanen van kandidaat lid-staten die in Nederland wonen zich kunnen laten registreren in Nederland. De onderdanen van kandidaat lid-staten worden gelijkgesteld met de onderdanen van lid-staten van de Europese Unie. Dit heeft tot gevolg dat de onderdanen van kandidaat lid-staten zich op grond van artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet kunnen laten registreren in de gemeentelijke administratie. Hierdoor kunnen zij deelnemen aan de verkiezingen van 10 juni 2004. Het model voor het formulier voor het verzoek tot registratie, dat vastgesteld is op grond van artikel Y 32, vierde lid, van de Kieswet, zal hiertoe worden aangepast.
Kandidaatstelling in Nederland door een onderdaan van een kandidaat lid-staat
Op grond van artikel Y 4, onder b, van de Kieswet kunnen de in Nederland woonachtige niet-Nederlanders die onderdaan zijn van een lid-staat van de Europese Unie lid zijn van het Europees Parlement voor Nederland. De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement van 10 juni 2004 vindt plaats op de drieënveertigste dag voor de stemming (artikel Y 8, tweede lid, van de Kieswet), de al eerder genoemde datum van 28 april 2003. Bij de kandidaatstelling in Nederland dient een onderdaan van een lid-staat een schriftelijke verklaring over te leggen van de daartoe bevoegde autoriteiten uit die lid-staat dat hij, voorzover de autoriteiten bekend is, niet is uitgesloten van het recht om te worden gekozen (artikel Y 35, tweede lid, van de Kieswet).
Het onderhavige voorstel regelt dat ook voor de onderdanen van kandidaat lid-staten deze verplichting geldt. Doordat de kandidaat lid-staten voor de bij of krachtens hoofdstuk Y van de Kieswet gestelde regels gelijk zijn gesteld met de lid-staten van de Europese Unie, geldt voor hen ook de verplichting van artikel Y 35, tweede lid, van de Kieswet. Ditzelfde geldt voor de verplichting die volgt uit artikel Y 13 van de Kieswet, waarin wordt gesteld dat van iedere op de kandidatenlijst voorkomende kandidaat een schriftelijke verklaring overlegd dient te worden dat hij niet in een andere (kandidaat) lid-staat kandidaat zal zijn voor het lidmaatschap van het Europees Parlement.
Het voorstel voorziet er, op grond van dezelfde overwegingen, tevens in dat de openbare kennisgeving van artikel Y 34 van de Kieswet (de melding van de mogelijkheid van kandidaatstelling van niet-Nederlanders die onderdaan zijn van andere lid-staten) ook van toepassing is op de onderdanen van kandidaat lid-staten.
De Nederlander die zich kandidaat stelt in een kandidaat lid-staat
Uiteraard heeft iedere (kandidaat) lid-staat zelf de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in eigen land. Er rust echter in dit verband tevens een verplichting op Nederland. Een Nederlander die aan de verkiezingen in een andere lid-staat wil deelnemen, kan aan de minister van Justitie verzoeken hem een verklaring te verstrekken dat hij niet is uitgesloten van het recht om gekozen te worden (artikel Y 38 van de Kieswet). Voorafgaand aan 1 mei 2004 kan een Nederlander die zich kandidaat stelt in een kandidaat lid-staat een dergelijke verklaring niet ontvangen, aangezien het hier een kandidaat lid-staat betreft en geen lid-staat van de Europese Unie. Dit wordt opgelost door de kandidaat lid-staten gelijk te stellen met lid-staten van de Europese Unie.
De mogelijkheid dat een kandidaat lid-staat niet toetreedt tot de EU op 1 mei 2004
Tot 1 mei 2004 bestaat de mogelijkheid dat een kandidaat lid-staat op die datum niet zal toetreden tot de Europese Unie. Indien een kandidaat lid-staat niet toetreedt tot de Europese Unie op 1 mei 2004 dient te worden voorkomen dat onderdanen van dit land nog, op grond van dit wetsvoorstel, kunnen deelnemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.
Zoals reeds is aangegeven, zijn onderdanen van lid-staten van de Europese Unie kiesgerechtigd in Nederland voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op grond van artikel Y 3, onder b, van de Kieswet. Doordat het onderhavige wetsvoorstel de onderdanen van kandidaat lid-staten gelijkstelt met de onderdanen van lid-staten zijn ook zij kiesgerechtigd. Indien een persoon niet meer voldoet aan de vereisten van artikel Y 3, onder b, van de Kieswet is hij niet meer gerechtigd deel te nemen aan de verkiezingen. Artikel Y 33, tweede lid, onder b, van de Kieswet stelt dan dat burgemeester en wethouders de registratie van de kiesgerechtigdheid van de als kiezer geregistreerde niet-Nederlander die onderdaan is van een andere lid-staat schrappen in de gemeentelijke administratie, aangezien aan hen omstandigheden bekend zijn geworden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd.
Zodra bekend wordt dat een kandidaat lid-staat niet op 1 mei 2004 zal toetreden tot de Europese Unie is dit land geen staat meer in de zin van artikel 1 van dit wetsvoorstel die kandidaat is om met ingang van 1 mei 2004 toe te treden tot de Europese Unie. Dit betekent dat een onderdaan van dit land niet langer gelijkgesteld wordt met een niet-Nederlander die onderdaan is van een andere lid-staat van de Europese Unie (artikel Y 3, onder b). Aan burgemeester en wethouders wordt nu een omstandigheid bekend op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd. Zij dienen de registratie te schrappen en aldus wordt voorkomen dat de onderdanen van een land dat niet op 1 mei 2004 toetreedt tot de Europese Unie kunnen deelnemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Indien een kandidaat lid-staat niet toetreedt tot de Europese Unie, dan zal ik de gemeenten hiervan op de hoogte stellen, zodat zij deze maatregelen kunnen bewerkstelligen.
Het derde lid van artikel Y 33 stelt dat burgemeester en wethouders van een schrapping van de registratie van de kiesgerechtigdheid onverwijld mededeling doen aan de betrokkene en aan de door de desbetreffende lid-staat aangewezen autoriteit waarvan betrokkene onderdaan is. Mededeling aan betrokkenen dient nog wel plaats te vinden als een kandidaat lid-staat niet toetreedt op 1 mei 2004 en de registraties van diens onderdanen geschrapt worden op grond van de hierboven beschreven procedure, maar overigens dient deze bepaling buiten toepassing te blijven. Het betreft niet (meer) een met een lid-staat gelijkgestelde kandidaat lid-staat op grond van dit wetsvoorstel en is er geen sprake van een rechtsgeldige door een kandidaat lid-staat aangewezen autoriteit.
3. Artikelsgewijze toelichting
Dit wetsvoorstel is noodzakelijk om te voldoen aan een Europees-rechtelijke verplichting, namelijk aan de Akte betreffende de rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement en aan de richtlijn nr. 93/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lid-staat waarvan zij geen onderdaan zijn. Om deze reden is de Tijdelijke referendumwet niet van toepassing, op grond van artikel 7, onder e, van die wet.
Het is voor een goede aanloop naar de verkiezingen toe van belang dat onderdanen van kandidaat lid-staten een ruime periode beschikbaar hebben om zich te laten registreren. Tevens dient verzekerd te worden dat de onderdanen van nieuwe lid-staten aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement kunnen deelnemen. Om deze reden is in het tweede lid van artikel twee opgenomen dat deze wet terugwerkt tot 1 maart 2004, indien het Staatsblad waarin deze wet verschijnt, wordt uitgegeven na 1 maart 2004. Deze termijn is in overeenstemming met de termijn van ten minste zes weken voor de kandidaatstelling voor de openbare kennisgeving van de mogelijkheid tot registratie van onderdanen van andere lid-staten (artikel Y 32, negende lid, van de Kieswet).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29360-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.