nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
regels in verband met de deelname van onderdanen van nieuwe lid-staten van
de Europese Unie aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement
op 10 juni 2004 (Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
8 december 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat regels noodzakelijk zijn, teneinde
onderdanen van staten die op 1 mei 2004 toetreden tot de Europese Unie in
Nederland te kunnen laten deelnemen aan de verkiezing van de leden van het
Europees Parlement op 10 juni 2004;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in 2004 worden
voor de toepassing van de bij of krachtens hoofdstuk Y van de Kieswet gestelde
regels de staten, die kandidaat zijn om met ingang van 1 mei 2004 lid
te worden van de Europese Unie, gelijkgesteld met lid-staten van de Europese
Unie.
Artikel 2
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op een door Onze
Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties te bepalen tijdstip.
2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na 1 maart 2004, dan werkt zij terug tot en met 1 maart 2004.
Artikel 3
Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees
Parlement 2004.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,