29 355 Gelijke behandeling voor mensen met een handicap of een chronische ziekte

Nr. 54 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2013

Aanleiding

In het regeerakkoord «Bruggen slaan» van dit kabinet is de afspraak vastgelegd dat Nederland het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: het Verdrag) zal ratificeren, onder de voorwaarde dat hieruit volgende verplichtingen geleidelijk ten uitvoer kunnen worden gebracht.

Met deze afspraak wil dit kabinet een verdere impuls geven aan de inclusieve samenleving. Dit zorgt ervoor dat het ook voor mensen met een beperking mogelijk wordt om zo veel mogelijk zelfstandig aan de samenleving deel te nemen. Dit is een kabinetsbrede verantwoordelijkheid aangezien het alle domeinen in onze samenleving raakt. Bovendien kan de ratificatie van het Verdrag en de tenuitvoerlegging daarvan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de doelstellingen van de vernieuwing van de langdurige zorg.

Vanuit mijn hoedanigheid als verantwoordelijk bewindspersoon voor het ratificatieproces van het Verdrag, wil ik uw Kamer met deze brief informeren over de stappen die daarin sinds het aantreden van dit kabinet zijn gezet en over de planning richting besluitvorming in het kabinet over ratificatie van het Verdrag.

Impactanalyse juridische en financiële gevolgen

Voordat besluitvorming over ratificatie in het kabinet kan plaatsvinden, is het van belang inzicht te hebben in de juridische en financiële gevolgen van de ratificatie van het Verdrag. Hiertoe is een impactanalyse uitgevoerd die bestond uit twee delen1. Het eerste deel was een juridische analyse naar de aard en reikwijdte van de verplichtingen van het Verdrag dat in 2012 door het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM) van de Universiteit Utrecht is uitgevoerd. Het SIM heeft in twee rapporten, «Ratificatie en ... dan?» en «Aanvullend Rapport Ratificatie en ... dan?» te vinden op www.internetconsultatie.nl verhelderd wat de verplichtingen van het Verdrag inhouden. Het SIM concludeert dat het Verdrag geen nieuwe rechten creëert en niet verplicht tot het bieden van nieuwe algemene voorzieningen op het moment van ratificatie. Wel is het volgens het SIM noodzakelijk dat de reikwijdte van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (hierna: Wgbh/cz) met het terrein «goederen en diensten» wordt uitgebreid om op het moment van ratificatie aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen.

Dit wordt geregeld in de uitvoeringswet. Hierop zal ik later in deze brief nader ingaan.

De uitkomsten van dit onderzoek vormden de basis voor deel twee van de impactanalyse. Dit onderzoek is uitgevoerd door SEOR van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarbij is ingegaan op de vraag wat de mogelijke financiële en economische gevolgen zijn in bepaalde maatschappelijke sectoren van de algemene maatregelen die nodig zijn om op het moment van ratificatie aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen, van de uitbreiding van de Wgbh/cz met «overige goederen en diensten» en van de algemene maatregelen in het kader van de geleidelijke verwezenlijking van de rechten in het Verdrag.

De conclusies van dit rapport zullen door het kabinet betrokken worden bij de besluitvorming over ratificatie. Het rapport wordt als bijlage opgenomen bij de concept-wetsvoorstellen die in consultatie aan het veld zullen worden gegeven en is te vinden op www.internetconsultatie.nl.

Wetsvoorstellen tot goedkeuring en tot invoering van het Verdrag

De concept-wetsvoorstellen en bijbehorende memories van toelichting die nodig zijn voor de ratificatie van het Verdrag zijn gereed voor consultatie. Het betreft de goedkeuringswet en uitvoeringswet.

In de memorie van toelichting bij de goedkeuringswet hebben de verschillende ministeries op de hun regarderende beleidsterreinen wetgeving en beleid in het licht van de verplichtingen van het Verdrag bezien.

De uitvoeringswet bevat de wetswijzigingen die nodig zijn om op het moment van ratificatie aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen. Het gaat om wijzigingen van de Wgbh/cz en van de Kieswet. De wijziging van de Wgbh/cz is noodzakelijk omdat de verplichting van artikel 2 Wgbh/cz op dit moment alleen van toepassing is op de terreinen die in de Wgbh/cz zijn opgenomen namelijk arbeid, onderwijs, OV en wonen. Met de wijziging van de Wgbh/cz zal de verplichting om doeltreffende aanpassingen te verrichten ook op het terrein van goederen en diensten van toepassing zijn zodat deze daarmee in overeenstemming is met de terreinen die door het Verdrag bestreken worden. De wijziging van de Kieswet heeft betrekking op de toegankelijkheid van stemlokalen. Daarin wordt opgenomen dat zo veel mogelijk in de gemeente aanwezige stemlokalen zodanig zijn ingericht dat kiezers met lichamelijke beperkingen zo veel mogelijk hun stem zelfstandig kunnen uitbrengen.

Internetconsultatie

Het Verdrag geeft de verplichting om zaken met betrekking tot de positie van mensen met een beperking mét organisaties van mensen met een beperking te bespreken. Vooruitlopend op de formele consultatie, heb ik dan ook al nauw contact met de betrokken organisaties en andere belanghebbende partijen zoals werkgevers. Via een internetconsultatie, wil ik de concept-wetsvoorstellen aan hen voorleggen. Dit geldt eveneens voor andere partijen die actief zijn op het brede terrein van goederen en diensten. Via een internetconsultatie worden zij in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de concept-wetsvoorstellen en hierop te reageren.

Planning

Nu de concept-wetsvoorstellen gereed zijn, is de eerste stap in het proces de consultatie van de concept-wetsvoorstellen. Deze zullen naar verwachting eind juni op internet staan. Op deze manier kan de zomerperiode worden benut voor de consultatie. Op basis daarvan kunnen de concept-wetsvoorstellen gereed worden gemaakt voor besluitvorming in het kabinet. Naar verwachting zullen deze na de zomer voor advies naar de Raad van State worden gestuurd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Deze impactanalyse is aangekondigd in (Kamerstuk 29 355, nr. 51) en (Kamerstuk 29 355, nr. 53) en vond plaats tijdens het vorige kabinet.

Naar boven