nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID LUCHTENVELD C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel Bb, komt het tweede lid van artikel 253c te luiden:
2. Indien het verzoek ertoe strekt de ouders met het gezamenlijk gezag
te belasten en de andere ouder met gezamenlijk gezag niet instemt, wordt het
verzoek slechts afgewezen indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind
klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin
binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen.
II
In artikel I, onderdeel Bb, artikel 253c, wordt, onder vernummering van
het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd,
luidende:
3. Wanneer de andere ouder het gezag over het kind uitoefent, wordt het
verzoek om de vader alleen met het gezag te belasten slechts ingewilligd,
indien de kantonrechter dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt.
Toelichting
De wijziging van het tweede lid van artikel 1:253c BW strekt er in de
eerste plaats toe om nog meer te bevorderen, dat ook in geval de ouders niet
gehuwd zijn of in een geregistreerd partnerschap zijn verbonden, gezamenlijk
gezag de normale situatie is. Het toetsingscriterium wordt met het oog daarop
aangescherpt. De tekst daarvan is ontleend aan HR 10 september 1999,
NJ 2000, 20. In verband hiermee is voor de situatie dat de vader in plaats
van de moeder het alleen-gezag wenst, het criterium van het thans nog bestaande
artikel 1:253c BW (hetwelk overeenkomt met dat van artikel 1:253b BW) overgenomen
(nieuw lid 3). Het aangescherpte toetsingscriterium van het nieuwe tweede
lid geldt ook ingeval de moeder op de voet van het vijfde lid (was vierde
lid) het verzoek doet om de ouders met het gezamenlijk gezag te
belasten en de vader daarmee niet instemt.
Luchtenveld
Albayrak
Eerdmans