nr. 4
NADER RAPPORT1
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele
aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van
State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 25 november 2003, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Financiën.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 juli
2003, no. 03.003079, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 18 september 2003, No. WO6.03.0326/IV, bied
ik U hierbij aan.
De Raad heeft geen inhoudelijke opmerkingen. De redactionele kanttekening
van de Raad is overgenomen.
In het voorstel van wet zijn enkele wijzigingen van ondergeschikte aard
aangebracht naar aanleiding van inconsistenties die aan het licht kwamen nadat
het voorstel aan U was gestuurd ter advisering door de Raad van State. Zo
bood de wijziging van artikel 82 Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992)
waarmee de ontheffingsbevoegdheid ingevolge artikel 82 Wtk 1992 rechtstreeks
aan De Nederlandsche Bank wordt toegekend, geen aanknopingspunten voor de
vraag onder welke voorwaarden een ontheffing kan worden verleend. Gelet op
de rechtszekerheid is ervoor gekozen dit alsnog te doen. Bij algemene maatregel
van bestuur zullen de voorwaarden worden opgenomen waaronder een ontheffing
kan worden verleend. Artikel 82 Wtk 1992 is hiertoe aangepast.
Voorts is met het oog op vermindering van de administratieve lasten besloten
de mogelijkheid te introduceren dat de financiële toezichthouders en
de Minister van Financiën zogenaamde groepsverklaringen van geen bezwaar
kunnen verlenen. Dit betekent dat indien een deelneming binnen de eigen groep
wordt verplaatst en de verwerver van die deelneming behoort tot de groep waartoe
de (oorspronkelijke) houder van de verklaring van geen bezwaar behoort, deze
verwerver geen nieuwe verklaring van geen bezwaar behoeft aan te vragen. Volstaan
kan worden met een melding aan de betreffende toezichthouder. Hiertoe zijn
artikelen 16 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, 26 van de Wtk 1992,
84 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en 176 van de Wet
toezicht verzekeringsbedrijf 1993 aangepast.
Tenslotte zijn enkele redactionele verbeteringen aangebracht.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Financiën,
G. Zalm