Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29316 nr. 7 |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
29 316
Aanpassing van bijzondere wetten aan de Wet dualisering provinciebestuur
(Wet dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden)
nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 21 april 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel II komt te luiden:
De Wet algemene regels herindeling wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 10 wordt «Een provinciebestuur treft» vervangen door: Gedeputeerde staten treffen.
In artikel 38, tweede lid, wordt «provinciale staten» vervangen door: gedeputeerde staten.
Na artikel II wordt een nieuw artikel ingevoerd luidende:
In artikel 12, tweede lid, van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen wordt «het provinciebestuur» vervangen door: provinciale staten en gedeputeerde staten.
Artikel XI komt te luiden:
De Wet Bodembescherming wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 52, tweede lid, onder a, wordt «het bestuur van de provincie» vervangen door: gedeputeerde staten.
In artikel 69, eerste lid, onder b, wordt «besturen van provincies, rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen of andere openbare lichamen» vervangen door: colleges van gedeputeerde staten, besturen van rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen of andere openbare lichamen.
Na artikel XI worden twee nieuwe artikelen ingevoegd luidende:
De Wet geluidhinder wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 158, eerste lid, wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: provinciale staten onderscheidenlijk gedeputeerde staten.
In artikel 161, wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: gedeputeerde staten.
In artikel 163, eerste lid, onder b, en 167, eerste lid, wordt «besturen van provincies, andere openbare lichamen of rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen» vervangen door: «colleges van gedeputeerde staten, besturen van andere openbare lichamen of rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen»
In artikel 59, eerste lid, onder b, van de Wet inzake de luchtverontreiniging wordt «besturen van provincies, rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1950, K 120) of andere openbare lichamen» vervangen door: colleges van gedeputeerde staten, besturen van rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1950, K 120) of andere openbare lichamen.
Onderdeel B van artikel XII komt te luiden:
Artikel 2.41, komt te luiden:
1. Provinciale staten en gedeputeerde staten stellen overeenkomstig artikel 82 van de Provinciewet gezamenlijk een provinciale milieucommissie in, die door provinciale staten en gedeputeerde staten vooraf wordt gehoord over maatregelen en plannen, die van betekenis zijn voor het provinciale milieubeheer.
2. Provinciale staten en gedeputeerde staten benoemen elk een gelijk aantal leden.
3. De inspecteur is ambtshalve lid van de commissie.
Na artikel XIII wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
In artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht wordt «een provinciaal bestuur» vervangen door: provinciale staten onderscheidenlijk gedeputeerde staten.
Artikel XIV komt te luiden:
De Belemmeringenwet Verordeningen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, wordt «een provinciaal bestuur» vervangen door: Provinciale Staten onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten.
In artikel 6 wordt «Provinciale Staten» vervangen door: Gedeputeerde Staten.
Na artikel XIV wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
In artikel 20, tweede lid, van de Grondwaterwet wordt «het bestuur van die provincie» vervangen door: gedeputeerde staten van die provincie.
Artikel XVI wordt als volgt gewijzigd:
Na verlettering van onderdeel A tot onderdeel Aa wordt voor onderdeel Aa een nieuw onderdeel A ingevoegd luidende:
In artikel 1, onderdeel b, wordt «het bestuur van de provincie» vervangen door: provinciale staten of gedeputeerde staten van de provincie.
Na onderdeel B wordt een nieuw onderdeel toegevoegd luidende:
Artikel 21a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het bestuur van een provincie» vervangen door: een college van gedeputeerde staten.
2. In het tweede lid wordt «het bestuur van een provincie» vervangen door: gedeputeerde staten.
Onderdeel D van artikel XVII komt te luiden:
Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister kan provinciale staten een aanwijzing geven omtrent de inhoud van het provinciale verkeers- en vervoersplan. De aanwijzing kan alleen worden gegeven voorzover het een essentieel onderdeel van het nationale verkeers- en vervoersplan betreft. De aanwijzing wordt slechts gegeven nadat tevoren met gedeputeerde staten terzake overleg is gepleegd.
Na artikel XVII wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
In artikel 42 van de Scheepvaartverkeerswet wordt «besturen van provincies» vervangen door: provinciale staten.
Na artikel XVIIa wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
De Tracéwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3, tweede lid, derde volzin, komt te luiden: Bij de voorbereiding betrekt Onze Minister de raden van de gemeenten, de provinciale staten van de provincies en de besturen van de regionale openbare lichamen en waterschappen op het gebied waarvan de trajectnota redelijkerwijs betrekking kan hebben dan wel betrekking heeft.
Artikel 12, derde lid, tweede volzin, komt te luiden: Bij de procedure betrekt Onze Minister de raden van de gemeenten, de provinciale staten van de provincies en de besturen van waterschappen op het gebied waarvan het ontwerp-tracébesluit betrekking heeft.
In artikel 16, eerste lid, wordt «aan de besturen van de in artikel 12, derde lid, bedoelde provincies, regionale openbare lichamen, waterschappen en de raden van de gemeenten» vervangen door: aan de besturen van de in artikel 12, derde lid, bedoelde waterschappen en regionale openbare lichamen, de provinciale staten van de provincies en de raden van de gemeenten.
Na onderdeel D van artikel XVIII wordt een nieuw onderdeel toegevoegd luidende:
In artikel 44, eerste lid, wordt «krachtens een besluit van Ons of van de Staten van een of meer provinciën» vervangen door: krachten een besluit van Ons of van gedeputeerde staten van één of meer provinciën.
Na artikel XVIII wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 57 wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: provinciale staten onderscheidenlijk gedeputeerde staten.
In artikel 58, eerste lid, wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: provinciale staten onderscheidenlijk gedeputeerde staten.
Na artikel XX wordt een artikel ingevoegd luidende:
In artikel 6 van de Wet aanleg locaalspoor- en tramwegen wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: gedeputeerde staten.
Artikel XXII komt te luiden als volgt:
De Wet op de waterhuishouding wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8, tweede lid, wordt «Tevens regelen zij» vervangen door «Gedeputeerde staten regelen» en wordt «gedeputeerde staten» vervangen door «hen».
In artikel 9, derde lid, wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: provinciale staten.
Na artikel XXII wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
In artikel 27, onderdeel b, van de Wet op de waterkering wordt «het bestuur van de provincie» vervangen door: gedeputeerde staten.
Na artikel XXV wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
In artikel 17, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen wordt «het provinciaal bestuur» vervangen door: gedeputeerde staten.
Met deze wijziging wordt geëxpliciteerd dat gedeputeerde staten op grond van de artikelen 8 en 9 van de Wet Arhi geen voorbereidingen mag treffen voor een wijziging van de grenzen van een gemeente na het tijdstip waarop de minister van Binnenlandse Zaken heeft medegedeeld dat door hem werkzaamheden ter hand zijn genomen in verband met de voorbereiding van een wijziging van de grenzen van de gemeente. De artikelen 8 en 9 betreffen bevoegdheden van gedeputeerde staten.
Op grond van artikel 12, tweede lid, Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen kan van het provinciebestuur regeling en bestuur worden gevorderd ter verzekering van een goede uitvoering van deze wet. Omdat zowel provinciale staten als gedeputeerde staten worden bedoeld, wordt de term provinciebestuur opgesplitst.
Artikel 52, tweede lid, onder a
De wijziging van artikel 52, tweede lid, onder a, is ten opzichte van het wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden niet gewijzigd.
Artikel 69, eerste lid, onder b
De wijzing betreft het wijzigen van de term «besturen van provincies» in «colleges van gedeputeerde staten». Het betreft hier de bevoegdheid tot het doen van bodemonderzoek. Dit is een uitvoerende bevoegdheid.
Artikel 158, eerste lid
De term provinciaal bestuur wordt gesplitst in provinciale staten en gedeputeerde staten omdat in de Wet geluidhinder aan beide provinciale bestuursorganen taken zijn opgedragen.
In artikel 161 wordt verwezen naar taken waarmee het provinciaal bestuur krachtens artikel 158 Wet geluidhinder is belast. Uit artikel 158 blijkt dat die taken aan gedeputeerde staten zijn opgedragen.
Artikel 163, eerste lid, onder b; 167 eerste lid
Het betreft hier uitvoerende bevoegdheden met betrekking tot het doen van geluidmetingen. Beide bevoegdheden zijn daarom aan gedeputeerde staten opgedragen.
Artikel 59, eerste lid, onder b
Het betreft hier het doen van metingen betreffende de luchtverontreiniging. Dit is uitvoering en daarom aan gedeputeerde staten opgedragen.
Door de term «provinciaal bestuur» te vervangen door «provinciale staten en gedeputeerde staten» wordt de situatie dat beide organen hun maatregelen en plannen, die van betekenis zijn voor het provinciale milieubeheer, aan de provinciale milieucommissie moeten voorleggen, in stand gehouden.
Omdat de provinciale milieucommissie een andere commissie is, dan bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet, is de bevoegdheid tot instelling van de commissie gewijzigd. Provinciale staten en gedeputeerde staten stellen gezamenlijk – in plaats van alleen provinciale staten – de commissie in. Met het oog op een evenwichtige samenstelling van de commissie is in het artikel de bepaling opgenomen dat provinciale staten en gedeputeerde staten elk een gelijk aantal leden benoemen.
Ten overvloede wordt er nog op gewezen dat op grond van de artikelen 82, tweede lid, en 81, tweede lid, Provinciewet geen leden van provinciale staten of gedeputeerde staten noch de Commissaris van de Koningin, lid van de provinciale milieucommissie kunnen zijn.
Opdracht geven tot het verrichten van een openbaar werk is een uitvoeringshandeling en daarmee in principe een bevoegdheid van gedeputeerde staten. Toch is er voor gekozen de term provinciale staten ook te blijven hanteren. Hiermee wordt voorkomen dat, mocht provinciale staten (rechtmatig) toch de opdracht voor een openbaar werk geven, dit artikel niet op dat openbaar werk van toepassing zou zijn.
Opdracht geven tot het verrichten van een openbaar werk is een uitvoeringshandeling en daarmee in principe een bevoegdheid van gedeputeerde staten. Toch is er voor gekozen de term provinciale staten ook te blijven hanteren. Hiermee wordt voorkomen dat, mocht provinciale staten (rechtmatig) toch de opdracht voor een openbaar werk geven, dit artikel niet op dat openbaar werk van toepassing zou zijn.
De wijziging van artikel 6 is ten opzichte van het wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden niet gewijzigd.
Deze wijziging expliciteert dat, indien gedeputeerde staten van een provincie van oordeel zijn dat een beoogde onttrekking of infiltratie van (grond)water van invloed kan zijn voor een andere provincie, gedeputeerde staten van die andere provincie betrokken worden bij het tot stand komen van de beschikking naar aanleiding van een vergunningsaanvraag.
De keuze voor «gedeputeerde staten van die andere provincie» in plaats van provinciale staten vloeit voort uit artikel 14, eerste lid, van de Grondwaterwet. Artikel 14, eerste lid, bepaald dat gedeputeerde staten bevoegd zijn tot afgifte van een vergunning tot onttrekking van grondwater of infiltratie van water.
In de artikelsgewijze toelichting van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden is reeds met betrekking tot de wijzigingen van de artikelen 10 en 11 van Ontgrondingenwet uiteengezet dat planologische medewerking zowel handelingen van gedeputeerde staten als van provinciale staten kan betreffen.
Artikel 21a, eerste en tweede lid
Het betreft hier uitvoering van een streekplan. Gedeputeerde staten zijn daarom het meest aangewezen orgaan.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan komt bij provinciale staten te berusten de voorbereiding van het provinciaal verkeers- en vervoersplan bij gedeputeerde staten (artikel XVII, onderdeel B respectievelijk onderdeel C, van onderhavige wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden).
Artikel 7 van de Planwet verkeer- en vervoer gaat over de aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot het genoemde plan. De aanwijzing wordt aan provinciale staten gegeven. De aanwijzing moet immers in het plan worden verwerkt en het zijn provinciale staten die het plan vaststellen. Het overleg voorafgaande aan de aanwijzing geschiedt met gedeputeerde staten. Een aanwijzing vindt namelijk plaats tijdens de voorbereiding van het plan. Met de voorbereiding zijn gedeputeerde staten zoals gezegd belast.
De term «besturen van provincies» wordt vervangen door provinciale staten. Het betreft hier de algemene bevoegdheid tot het stellen van regels die betrekking kunnen hebben op de scheepvaart. Aangezien het een bevoegdheid tot het stellen van regels betreft, is deze bevoegdheid aan provinciale staten toebedeeld.
Artikel 3, tweede lid, derde volzin
Bij de voorbereiding van de beslissing van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot aanleg of wijziging van een hoofdweg of railweg in de zin van de Tracéwet, dienen Provinciale Staten betrokken te worden. Deze bevoegdheid, die nauw verwant is met kaderstellende bevoegdheden die de raad behoudt (vaststellen verkeers- en vervoersplan, vaststellen streekplan) komt daarom provinciale staten toe.
Artikel 12, derde lid, tweede volzin
De wijziging betreft een verplichting van de minister van Verkeer en Waterstaat om bij een ontwerp-tracébesluit onder andere de betrokken provinciale staten te consulteren over het voorgenomen besluit.
Op grond van artikel 16, eerste lid, moet de minister van Verkeer en Waterstaat het tracébesluit sturen aan de bij de voorbereiding betrokken bestuursorganen. Aangezien dit provinciale staten zijn, is artikel 16, eerste lid, overeenkomstig aangepast.
Het opheffen van een veerrecht wordt een bevoegdheid van gedeputeerde staten (artikel XVIII, onderdeel B, van onderhavig wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden). Artikel 44 van de Verenwet dient hiermee in overeenstemming te worden gebracht.
De term provinciaal bestuur wordt gesplitst omdat het zowel standpunten en voornemens van provinciale staten als van gedeputeerde staten kan betreffen.
De term provinciaal bestuur wordt gesplist zodat zowel provinciale staten als gedeputeerde staten het waterschapbestuur om bericht en raad met betrekking tot waterschapsaangelegenheden kunnen vragen.
Met deze wijziging wordt bewerkstelligd dat, indien nodig, gedeputeerde staten verplicht zijn mee te werken aan de uitvoering van de vergunning tot aanleg en/of instandhouding van een spoorweg in de provincie. Deze vergunning wordt door gedeputeerde staten afgegeven (art. 2, eerste lid, Wet aanleg locaalspoor- en tramwegen).
De wijziging van artikel 8, tweede lid, is ten opzichte van het wetsvoorstel dualisering provinciale medebewindsbevoegdheden niet gewijzigd.
Het beheersplan wordt door provinciale staten vastgesteld (artikel 7, eerste lid, Wet op de waterhuishouding)
Op gemeentelijke niveau heeft een vertegenwoordiger van het college van B&W zitting in de commissie die adviseert over de onteigeningen. Het ligt daarom voor de hand dat op provinciaal niveau een vertegenwoordige van gedeputeerde staten zitting heeft.
Indien het door provinciale staten vast te stellen provinciaal plan voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (art. 16, eerste lid, Wet vervoer gevaarlijke stoffen) niet aansluit op het landelijk wegennet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, voorziet de minister van Verkeer en Waterstaat na overleg met het provinciaal bestuur hierin. Hoewel het provinciaal plan door provinciale staten wordt vastgesteld, vindt de feitelijke voorbereiding en aanpassing plaats voor de gedeputeerde staten. Het ligt daarom voor de hand dat het overleg met gedeputeerde staten wordt gevoerd.
Directe link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29316-7.html