29 315
Najaarsnota 2003

nr. 2
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 december 2003

De vaste commissie voor Financiën1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de regering over bovenvermelde nota. De minister van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 december 2003. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De griffier van de commissie,

Berck

1, 2 en 14

Hoe groot is de kans, op basis van ervaringscijfers, dat het uiteindelijke tekort over 2003 nog lager of hoger uitvalt?

Welke mogelijkheden zijn er nog om in 2003 te sturen op een bepaalde hoogte van het EMU-saldo?

Hoe groot is de kans dat het uiteindelijke tekort voor 2003 hoger uitvalt dan de nu gepresenteerde 2,7%? Welke nadere maatregelen zijn of worden getroffen op basis van begrotingsregels nu het feitelijke EMU-tekort niet alleen de door het kabinet gehanteerde signaalwaarde van 2½% bedreigt, maar zelfs overschrijdt?

In de Najaarsnota wordt uitgegaan van een EMU-tekort in 2003 van 2,7% BBP. Het is moeilijk te voorspellen of en in welke richting dit EMU-tekort zal muteren. Wel geven realisatiecijfers voor inkomsten en uitgaven tot en met november aan dat het EMU-tekort van 2,7% BBP nog steeds plausibel is.

In dit late stadium van het jaar is het nagenoeg onmogelijk om het EMU-saldo voor het lopende jaar nog bij te sturen. Het EMU-saldo is namelijk gedefinieerd op transactiebasis. Dit betekent dat vooruitbetalingen (om het saldo te verslechteren) of uitstel van betalingen (om het saldo te verbeteren) toch toegerekend worden aan het jaar 2003. Aanvullende bezuinigingen of belastingverhogingen zijn thans – zo laat in het jaar – eveneens niet meer mogelijk omdat alle verplichtingen al zijn aangegaan en alle tarieven reeds zijn vastgesteld.

Overigens is de onzekerheid rond onderdelen van het EMU-saldo buiten de directe beïnvloedingssfeer van het rijk (lagere overheden, sociale fondsen) groter dan de mogelijkheden tot bijsturing. Dit betekent dat het risico bestaat dat een eventuele doelwaarde toch niet wordt bereikt.

2

Welke mogelijkheden zijn er nog om in 2003 te sturen op een bepaalde hoogte van het EMU-saldo?

Zie antwoord op vraag 1.

3

Kan een overzicht gegeven worden van de ontwikkeling in de raming van het EMU-saldo over 2003, waarbij ook het onderscheid in de onderliggende EMU-saldi van respectievelijk centrale overheid, lokale overheid en sociale fondsen wordt gegeven? Waarom ontbreekt een dergelijk overzicht dat in budgettaire nota's meestal standaard is opgenomen (bijlage budgettaire kerngegevens) in deze Najaarsnota?

Zie onderstaande tabel:

Ontwikkeling EMU-saldo 2003

 Miljoenennota 2003Voorjaarsnota 2003Miljoenennota 2004Najaarsnota 2003
Centrale overheid– 0,9%– 2,2%– 2,6%– 3,0%
Lokale overheid+ 0,2%+ 0,1%0,0%0,0%
Sociale fondsen+ 0,2%+ 0,4%+ 0,3%+ 0,3%
Totaal– 0,5%– 1,6%– 2,3%– 2,7%

De hoofdtekst van de Najaarsnota geeft samenvattende informatie over de begrotingsuitvoering van het lopende jaar. Er wordt ingegaan op alle uitgavenkaders en het EMU-saldo. Bedoelde bijlage is achterwege gelaten om overlap met de hoofdtekst te voorkomen.

4, 5, 6 en 7

Is in het cijferbeeld van de Najaarsnota al rekening gehouden met inmiddels opgetreden onderuitputting, of wordt onderuitputting pas verwacht en budgettair verwerkt na de Najaarsnota?

Kan een overzicht gegeven worden van de tot en met de Najaarsnota opgetreden onderuitputting onder iedere ijklijn?

Kan per departement een overzicht gegeven worden van de eventuele onderuitputting tot dusver in 2003?

Hoe groot zijn de maximale eindejaarsmarges voor 2003 per departement en in welke mate zijn die thans benut als gevolg van de tot op heden opgetreden onderuitputting?

In het cijferbeeld van de Najaarsnota is rekening gehouden met een onderuitputting van € 259,7 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting. Ten opzichte van de Vermoedelijke Uitkomsten bedraagt de onderuitputting € 96,5 mln. Onderuitputting treedt op gedurende het hele jaar. Afhankelijk van de totale uitgavenbeeld wordt besloten tot tegenboeking van de in=uit taakstelling.

De verwerkte onderuitputting tot en de Najaarsnota en de maximale eindejaarsmarges voor 2003 zijn weergegeven in onderstaande tabel. Een min betekent onderuitputting.

BegrotingOnderuitputting bij NajaarsnotaMaximale eindejaarsmarge% benutting eindejaarsmarge
IIHoge Colleges van Staat– 1,9531,711100,0%
IIIAlgemene Zaken0,452 
IVKoninkrijksrelaties– 9,1009,076100,0%
VJustitie9,08445,66719,8%
VIIBinnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties1– 37,20471,87451,7%
VIIIOnderwijs, Cultuur en Wetenschap227,698 
IXFinanciën en Nationale Schuld– 20,37029,09370,0%
XDefensie– 149,785136,134100,0%
XIVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer– 9,97034,15329,1%
XIIVerkeer en Waterstaat23,432 
XIIIEconomische Zaken– 14,65015,07497,1%
XIVLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit– 9020,0860,0%
XVSociale Zaken en Werkgelegenheid (RBG-eng)2,0362,84871,4%
XVIVolksgezondheid, Welzijn en Sport– 27,68228,00798,8%
 Homogene Groep Internationale Samenwerking 181,500 
 Sociale Zekerheid153,588 
 Zorg
 Totaal– 259,684980,393 

1 Waarvan € 25 mln. voor arbeidsvoorwaarden.

5

Kan een overzicht gegeven worden van de tot en met de Najaarsnota opgetreden onderuitputting onder iedere ijklijn?

Zie vraag 4.

6

Kan per departement een overzicht gegeven worden van de eventuele onderuitputting tot dusver in 2003?

Zie vraag 4.

7

Hoe groot zijn de maximale eindejaarsmarges voor 2003 per departement en in welke mate zijn die thans benut als gevolg van de tot op heden opgetreden onderuitputting?

Zie vraag 4.

8 en 58

In de Najaarsnota wordt een aantal tegenvallers gepresenteerd. Kan op hoofdlijnen aangegeven worden welk bedrag aan tegenvallers een meerjarige doorwerking heeft?

Kan het kabinet, nu het CPB deze inzichten wél lijkt te hebben, aangeven hoeveel van de tegenvallers uit de Najaarsnota 2003 een structureel effect lijken te hebben? En heeft het kabinet inmiddels al eigen inzicht in nieuwe tegenvallers?

Er is geen integraal beeld voorhanden van de meerjarige doorwerking van de Najaarsnota. Hierover zal de Tweede Kamer bij Voorjaarsnota 2004 nader worden geïnformeerd. Het kabinet verwacht op basis van de huidige inzichten geen nieuwe tegenvallers.

9

Kan aangegeven worden of met de huidige inzichten de tegenbegrotingen van GroenLinks en de PvdA voor 2004 binnen de 3%-tekortnorm zullen blijven?

In de tegenbegroting van PvdA ten tijde van Miljoenennota 2004 blijkt een EMU-saldo in 2004 van – 2,9%. Voor GroenLinks was het EMU-saldo in 2004 afgerond – 3%. Het kabinet gaat in de Miljoenennota 2004 uit van een EMU-saldo van – 2,3% in 2004. De tegenbegrotingen zijn dus gebaseerd op een EMU-saldo in 2004 dat circa 0,7%-punt slechter is dan die van het kabinet.

Inmiddels blijkt uit de Najaarsnota dat het EMU-saldo in 2003 is verslechterd van – 2,3% naar – 2,7%, een verslechtering van 0,4%-punt. Met name veroorzaakt door een forse inkomstentegenvaller. Over de meerjarige doorwerking hiervan komt meer duidelijkheid bij Voorjaarsnota 2004. Er zijn dus ten opzichte van Miljoenennota geen nieuwe officiële inzichten voor 2004. Uit het CPB-report blijkt echter wel dat te verwachten is dat de verslechtering ook invloed heeft op het EMU-saldo in 2004.

10, 21 en 23

Voor 2003 voorziet het CPB een begrotingstekort van 3% van het BBP. Wat is de verklaring voor het verschil tussen de raming van het kabinet en de raming van het CPB?

Hoe verklaart de regering dat het CPB zo'n korte tijd na de presentatie van de Najaarsnota een afwijkende prognose van het EMU-saldo uitbrengt?

Is er verschil in de berekeningswijze van het EMU-saldo tussen het Ministerie van Financiën en het CPB?

Het Ministerie van Financiën en het CPB hanteren dezelfde berekeningswijze van het EMU-saldo. De Europese regels voor de berekening van het EMU-saldo zijn voor het Ministerie van Financiën en voor het CPB leidend bij de berekening van het EMU-saldo. Met het oog op onder meer de vergelijkbaarheid van EMU-cijfers tussen lidstaten is een geharmoniseerde berekening voorgeschreven. De definitie en methode van het EMU-saldo is voorgeschreven in de raadsverordening 3605/93 inzake de procedure bij buitensporige tekorten. Als methode is het Europees Systeem van Rekeningen voorgeschreven (ESR 1995).

Het CPB presenteert in het CPB-report een nieuw macro-economisch beeld maar gebruikt verder dezelfde uitgangspunten als het Ministerie van Financiën. Het CPB is bij het opstellen van het budgettaire beeld – mede op basis van het gewijzigde economische beeld – iets somberder over de belastingontvangsten (met name Vpb), de sociale zekerheidsuitgaven en de gasbaten.

Het is bijzonder lastig in te schatten hoe de belastingontvangsten precies over de maanden december, januari en februari verdeeld zullen worden. Het verleden heeft daarvoor weinig betrouwbare patronen opgeleverd. De inschatting van het CPB is voor 2003 iets lager dan de belastingraming van het Ministerie van Financiën. Overigens waren de novemberrealisaties nog niet beschikbaar voor het opstellen van de Najaarsnota en de CPB-rapportage. Deze cijfers ondersteunen – naar de mening van het ministerie van Financiën – de inschatting in de Najaarsnota.

Medio februari zal meer duidelijkheid zijn over de uitkomst van het EMU-saldo 2003. Dan zullen ook de ramingen voor 2004 nader worden afgestemd ten behoeve van het Centraal Economisch Plan en de Voorjaarsnota.

11

Is er in de ministerraad van 5 december gesproken over de meest recente CPB-cijfers (4 december) die een verontrustende 3,25% tekort laten zien voor het jaar 2004? En indien dit het geval is heeft de Ministerraad besloten om al maatregelen te overwegen vóór de Voorjaarsnota?

In het voorjaar zal worden bezien of en in welke mate aanvullende maatregelen nodig zijn om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Eén van de elementen in het begrotingsbeleid is om niet steeds te reageren op dagkoersen, maar om op vaste momenten te bekijken of er aanpassingen nodig zijn in de begroting. Bij de besprekingen in het voorjaar over de Voorjaarsnota 2004 en de ontwerpbegroting 2005 baseert het kabinet zich op de dan actuele inzichten van het CPB als neergelegd in het Centraal Economisch Plan en is ook bekend hoe het EMU-saldo 2003 is uitgekomen en in welke mate dit doorwerkt naar 2004.

12

Kan aangegeven worden wat de mogelijkheden zijn in belasting en premiesfeer indien in het jaar zelf nog maatregelen moeten worden genomen om een signaalwaarde dan wel de 3% tekort niet te overschrijden?

Premie en belastingtarieven kunnen in de loop van het jaar worden aangepast. Voor de premietarieven en de belastingtarieven in de loonheffing kan dat per kwartaal. Na besluitvorming geldt hierbij een voorbereidingstijd voor Belastingdienst en werkgevers van 8 weken. Gezien de samenhang met de loonheffing geldt ook bij de inkomstenbelasting een tariefsaanpassing per kwartaal. Om de budgettaire effecten in de inkomstenbelasting bij een tussentijdse wijziging in dat jaar te realiseren moeten de eerder dat jaar opgelegde voorlopige aanslagen wel worden herzien.

Voor de kostprijsverhogende belastingen kan een tariefaanpassing in het algemeen per maand. Ook hiervoor geldt een voorbereidingstijd van circa 8 weken.

13

Kan de begrotingsregel van de signaalwaarde van 2,5% nog eens worden toegelicht aan de hand van het concrete jaar 2004? Zou indien vast wordt gehouden aan deze regel en indien de nieuwste inzichten van het CPB kloppen er ingegrepen moeten worden ten bedrage van circa 4 miljard euro?

De begrotingsregel rond de signaalwaarde schrijft voor dat nadere maatregelen worden getroffen indien tegenvallers het in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact noodzakelijke structurele reductietraject van 0,5% BBP per jaar en/of feitelijke grens van een EMU-tekort – om redenen van prudentie te stellen op 2½% signaalwaarde – bedreigen. Op grond van deze regel en de in de zomer verslechterde economische vooruitzichten als neergelegd in de Macro Economische Verkenning 2004 van het CPB, is in de Miljoenennota 2004 een nader beleidspakket gepresenteerd. In het voorjaar zal worden bezien of en in welke mate aanvullende maatregelen nodig zijn om eventuele verdere financiële tegenvallers op te vangen.

14

Hoe groot is de kans dat het uiteindelijke tekort voor 2003 hoger uitvalt dan de nu gepresenteerde 2,7%? Welke nadere maatregelen zijn of worden getroffen op basis van begrotingsregels nu het feitelijke EMU-tekort niet alleen de door het kabinet gehanteerde signaalwaarde van 2½% bedreigt, maar zelfs overschrijdt?

Zie vraag 1.

15

Kan aangegeven worden hoeveel in de afgelopen 20 jaar is ingegrepen in het lopende jaar bij de inkomstenmaatregelen? In welke jaren en om welke bedragen ging het?

Voor de periode vanaf 1990 is lopende het jaar alleen in 2003 een tariefmaatregel getroffen uit hoofde van budgettaire overwegingen. Het betreft de AWBZ-verhoging per 1 juli 2003 met 0,5%-punt. De opbrengst daarvan is 0,5 miljard euro.

Daarnaast zijn er enkele voorbeelden van tussentijdse maatregelen, die verband hielden met koopkrachtmaatregelen, zoals in april 1997 in relatie tot de PEMBA operatie en in oktober 1997 toen de ouderenaftrek is verhoogd.

16

Nu de tegenvallers zich vooral voor blijven doen is het de vraag of de regering vast wil blijven houden om zoveel mogelijk tegenvallers binnen de eigen budgetdisciplinesector te compenseren?

Ja.

17

Kan aan het CPB gevraagd worden hoeveel de verwachte overschrijding in het jaar 2004 bij de budgetdisciplinesector Zorg bedraagt? En heeft het Ministerie van Financiën dan wel de Minister van VWS hier eigen nieuwe inzichten in ten opzichte van de Najaarsnota?

Net zomin als het kabinet beschikt het Centraal Planbureau over nieuwe productiecijfers in de zorg. Het is dus ook voor het CPB onzeker in welke mate de tegenvallers in de zorg in 2003 een structurele doorwerking naar 2004 hebben.

De meest recente inzichten over de zorguitgaven waarover het kabinet beschikt zijn verwoord in de brief van de minister van VWS («Actueel budgettair beeld», Kamerstukken 2003–2004, 29 200 XVI, nr. 35).

18

Zal het kabinet indien ingegrepen wordt bij de Voorjaarsnota met maatregelen die de eigen verantwoordelijkheid bij de zorgkosten versterken ditmaal bij hoge uitzondering een koopkrachtbeeld geven waarin helder wordt wat de maatregelen betekenen voor chronisch zieken en gehandicapten?

Bij Voorjaarsnota zal het kabinet met voorstellen komen gebaseerd op het dan actuele macro-economische beeld.

19

Ligt het in de rede, volgens het principe dat zoveel mogelijk vroegtijdig moet worden ingegrepen om problemen op een later moment te voorkomen, het Belastingplan 2004 nog dit jaar te wijzigen ter verhoging van de belastinginkomsten?

Het kabinet ziet geen aanleiding om op dit moment aanvullende maatregelen te nemen.

20, 24 en 63

Gaat de regering nog dit jaar extra maatregelen treffen nu het CPB heeft berekend dat het EMU-tekort oploopt tot 3% in 2003?

Wijkt de regering welbewust af van de begrotingsregel, dat nadere maatregelen worden getroffen als het EMU-tekort de grens van – 2,5% overschrijdt?

Wat betekent de verslechtering van het EMU-saldo met 0,4% voor de financiële kaders voor volgend jaar en de door de regering vastgestelde begrotingsregels?

Het kabinet gaat dit jaar geen maatregelen meer treffen. Bij Voorjaarsnota is nadere besluitvorming over de begroting 2004 aan de orde.

21

Hoe verklaart de regering dat het CPB zo'n korte tijd na de presentatie van de Najaarsnota een afwijkende prognose van het EMU-saldo uitbrengt?

Zie vraag 10.

22

Wat is er sinds het uitkomen van de Najaarsnota bekend geworden dat nog niet is verwerkt in de Najaarsnota?

Sinds de Najaarsnota heeft het CPB een nieuw macro-economisch beeld gepresenteerd en zijn voorlopige realisaties beschikbaar gekomen over november van belastingontvangsten en Rijksuitgaven. Deze informatie geeft geen aanleiding te veronderstellen dat het EMU-saldo zoals gepresenteerd in Najaarsnota zal wijzigen.

23

Is er verschil in de berekeningswijze van het EMU-saldo tussen het Ministerie van Financiën en het CPB?

Zie vraag 10.

24

Wijkt de regering welbewust af van de begrotingsregel, dat nadere maatregelen worden getroffen als het EMU-tekort de grens van – 2,5% overschrijdt?

Zie vraag 20.

25

Wat betekent de zinsnede «Tussen de Najaarsnota en voorlopige rekening zal nog wel een onderuitputting van € 0,6 miljard moeten worden gerealiseerd om de zogenoemde in=uit-taakstelling op titel van de eindejaarsmarge te realiseren» in gewoon Nederlands?

De in=uit-taakstelling gaat uit van de veronderstelling dat de onderuitputting in enig jaar ongeveer even groot zal zijn als de aan de begrotingen toegevoegde eindejaarsmarge in het voorjaar van dat jaar. Deze taakstelling wordt tegelijk met het uitdelen van de eindejaarsmarge ingeboekt op de aanvullende post Algemeen. Op deze manier belast de uitkering van eindejaarsmarge het EMU-saldo in de ramingen niet. De onderuitputting moet gedurende het jaar nog wel worden gerealiseerd. Onderuitputting doet zich doorgaans voor aan het eind van het jaar. Tot en met de Najaarsnota heeft zich nog niet voldoende onderuitputting voorgedaan om de taakstelling te kunnen invullen. Deze onderuitputting zal zich dus bij Voorlopige Rekening moeten voordoen. Als de taakstelling niet wordt gerealiseerd betekent dit een belasting van het EMU-saldo.

26, 29, 31 en 36

Uitgaventegenvallers in de kaders Rbg-eng en Zorg worden in de Najaarsnota opgevangen door uitgavenmeevallers in het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid. Is dit niet in strijd met de begrotingsregels?

Hoe verhouden de overschrijdingen van de ijklijnen Rijksbegroting en Zorg zich tot de begrotingsregels nr. 8 en 10 waarin vastgelegd is dat overschrijdingen door passende maatregelen dienen te worden voorkomen, respectievelijk iedere overschrijding dient te worden gecompenseerd? Is in deze Najaarsnota het uitgangspunt verlaten dat de drie budgetdisciplinesectoren samen binnen het totaalkader dienen te blijven?

Waarom heeft het kabinet onvoldoende maatregelen genomen om binnen het uitgavenkader te blijven?

Wat is er waar van de stelling in de bijlage van het Hoofdlijnenakkoord dat «Elke sector .. eventuele overschrijdingen binnen het uitgavenplafond (behoort) te compenseren», nu de overschrijdingen voor de Rijksbegroting in enge zin en voor de Zorg opnieuw en voor de zoveelste keer worden gecompenseerd door de sector Sociale Zekerheid?

Bij Najaarsnota 2003 is het uitgavenkader met ca. € 40 mln overschreden. Dit is het resultaat van per saldo fors meevallende uitgavenontwikkeling bij sector SZA en een tegenvallende ontwikkeling van de sectoren Rbg-eng en Zorg. Bij Miljoenennota was sprake van een per saldo beperkte onderschrijding, waarbij eveneens de sector Zorg een overschrijding liet zien en de sectoren Rbg-eng en SZA een onderschrijding.

Aangezien sprake is van een beperkte overschrijding en gelet op het feit dat naarmate het jaar vordert het treffen van nieuwe maatregelen steeds lastiger wordt heeft het kabinet bij deze Najaarsnota afgezien van additionele maatregelen.

Wat betreft de begrotingsregels zij opgemerkt dat de uitgavenontwikkeling is gemaximeerd door vaste reële uitgavenplafonds en dat in beginsel elke sector overschrijdingen zelf behoort te compenseren. Daarbij is bij Najaarsnota rekening gehouden met de beperkte mogelijkheden die een sector heeft om zo laat in het jaar nog te compenseren.

27 en 46

Waar is de nog te realiseren onderuitputting van € 0,6 miljard verwerkt?

Zal de «in=uit-taakstelling van € 0,6 mld tussen Najaarsnota en Voorlopige Rekening naar verwachting worden gerealiseerd? Zo ja, hoe? Is de voor 2003 resterende in=uit-taakstelling even groot als het tekort van € 568,2 miljoen dat nog resteert op de aanvullende post Algemeen? Zo nee, wat verklaart dan deze negatieve stand op de aanvullende post? Wat waren de oorspronkelijke in=uit-taakstellingen per budgetdisciplinesector en wat resteert daar nu nog van?

De nog te realiseren onderuitputting bedraagt € 602 mln en staat geparkeerd op de aanvullende post Algemeen. Dit verklaart inderdaad de negatieve stand op de aanvullende post. Het verschil tussen de nog te realiseren onderuitputting (€ 602 mln) en de negatieve stand op de aanvullende post (€ 568 mln) heeft betrekking op reserveringen voor Suwi (€ 6 mln) en het COA (€ 28 mln).

De in=uittaakstelling voor SZA bedroeg oorspronkelijk € 140 mln, die voor RBG-eng € 523 mln. Voor Zorg is er geen in=uittaakstelling, omdat alle uitgaven voor het BKZ premiegefinancierd zijn. De taakstelling voor SZA is nog niet ingevuld, de taakstelling voor RBG voor € 61 mln.

28

Als de onderuitputting van 0,6 miljard niet wordt gerealiseerd, wat betekent dit dan voor het EMU-saldo in 2003?

Wanneer de onderuitputting van 0,6 miljard niet wordt gerealiseerd gaat dat ten koste van het EMU-saldo in 2003, welke dan ceteris paribus 0,1%-punt lager uitkomt.

29

Hoe verhouden de overschrijdingen van de ijklijnen Rijksbegroting en Zorg zich tot de begrotingsregels nr. 8 en 10 waarin vastgelegd is dat overschrijdingen door passende maatregelen dienen te worden voorkomen, respectievelijk iedere overschrijding dient te worden gecompenseerd?

Is in deze Najaarsnota het uitgangspunt verlaten dat de drie budgetdisciplinesectoren samen binnen het totaalkader dienen te blijven?

Zie vraag 26.

30

Waarom kan de in de Voorjaarsnota opgenomen schuldkwijtschelding van EKI-leningen niet worden verleend? Was dit een omstreden punt in de onderhandelingen over het Hoofdlijnenakkoord? Zijn de oorzaken van deze tegenvaller ook in 2004 van toepassing?

Kwijtschelding van EKI-vorderingen vindt in de regel plaats in het kader van een Club van Parijs akkoord tussen het debiteurenland en de crediteurenlanden. Of schuldkwijtschelding ook daadwerkelijk plaatsvindt, is afhankelijk van of er een Club van Parijs akkoord tot stand komt. Dit is weer afhankelijk van een aantal onzekere factoren. Ten eerste wendt het betrokken land zich tot de Club van Parijs met een verzoek tot schuldherstructurering (dit hangt doorgaans sterk samen met de politieke situatie in een land). Ten tweede weet het land overeenstemming te bereiken met het IMF over een deugdelijk hervormingsprogramma (om herhaling van problemen te voorkomen). Ten derde, wordt er overeenstemming bereikt tussen debiteuren en crediteuren over de modaliteiten van de herstructurering/kwijtschelding. De ramingen van de bedragen gemoeid met schuldkwijtschelding zijn daarom altijd met grote onzekerheden omkleed. Dit betreft overigens veel meer het voorspellen van het precieze tijdstip waarop de kwijtschelding zal plaatsvinden, dan de vraag of kwijtschelding ooit zal plaatsvinden. Dit laatste hangt namelijk vooral af van de vraag of een land solvabel is. Dit laatste kan op basis van economische criteria vrij redelijk worden beoordeeld. Het feit dat in 2003 minder is kwijtgescholden dan geraamd, wil niet zeggen dat de kans op kwijtschelding in 2004 is afgenomen. Er is dan ook geen aanleiding om de raming voor volgend jaar aan te passen.

31

Waarom heeft het kabinet onvoldoende maatregelen genomen om binnen het uitgavenkader te blijven?

Zie vraag 26.

32

Ook vorig jaar bleek bij de Najaarsnota dat de uitstroom van asielzoekers lager uitkwam dan geraamd. Wat gaat het kabinet doen om verdere recidive in 2004 te voorkomen?

De lager dan geraamde uitstroom in 2003 kent verschillende oorzaken:

1. de aangekondigde eenmalige regeling, de uitvoering van de moties Varela en Vroonhoven-Kok, alsmede door de toezegging van de voormalige Minister voor Vreemdelingenzaken & Integratie (V&I) aan Stari-Most, waardoor de beëindiging van de opvangvoorzieningen voor veel asielzoekers is opgeschort in afwachting van de (IND) beslissingen hierover.

2. door achterstanden die zijn opgelopen bij het uitplaatsen van statushouders.

3. het instellen van de besluit- en vertrekmoratoria voor Irak en Liberia.

Voor 2004 zijn de volgende maatregelen genomen om de geformuleerde uitstroomraming te halen:

• De afhandeling van onder punt 1 genoemde zaken maakt dat de vertraging in de uitstroom die op dit punt is opgetreden per 2004 wordt opgeheven.

• De Minister voor V&I heeft in overleg met de haar collega van VROM en het IPO en VNG, afgesproken dat de gemeenten per 1 juli 2004 hun achterstand in de huisvesting van statushouders zullen hebben ingelopen.

• Als de onder punt 3 genoemde moratoria in 2004 aflopen, kan de uitstroom naar deze landen weer op gang komen.

• Tevens geldt dat de uitstroom in 2004 wordt bespoedigd als de wettelijke toets bij het inbewaringstellen van vreemdelingen wordt aangepast van 10 naar 28 dagen. Hierdoor kunnen de Vreemdelingenkamers meer tijd besteden aan asielbeslissingen. Dit wetsvoorstel ligt ter behandeling bij uw kamer (deze behandeling is geagendeerd op 10 december a.s.).

• De maatregelen uit de «terugkeernotitie», die op 21 november jongstleden aan uw kamer is aangeboden (met Justitiekenmerk 5256519/03/DVB), zal leiden tot een toename van de uitstroom.

33

Hoe kan het dat als een schuldkwijtschelding niet verleend kan worden er een tegenvaller optreedt van € 300 m? Dit zou toch moeten leiden tot een meevaller?

De Nederlandse Staat verzekert via GNCM leningen aan buitenlandse afnemers voor het kopen van Nederlandse goederen. Als de leninggever – bijvoorbeeld een Nederlandse bank – niet wordt betaald door de buitenlandse afnemer, dan vergoedt de Nederlandse Staat, via GNCM, de Nederlandse leninggever (de verzekerde). Op dat moment wordt de vordering van de lening gever gecedeerd aan GNCM/Staat. De facto betekent dit dat de Staat een vordering krijgt op de buitenlandse afnemer. Deze uitkering van schadevergoeding gaat direct ten laste van de begroting van Financiën (IX B) en heeft daardoor een negatief effect op het EMU-saldo in het jaar van schade-uitkering.

Deze vorderingen kunnen – doorgaans vele jaren later – worden kwijtgescholden in de Club van Parijs. Het kwijtschelden op zich is geen kasuitgave en heeft dus in het jaar van kwijtschelding geen effect op het EMU-saldo (de uitgaven zijn immers al gedaan op het moment dat schade wordt uitgekeerd). Het kwijtschelden van de vorderingen wordt in de ODA-richtlijnen van de DAC aangeduid als een gift van Nederland aan het betrokken land en kwalificeert zich daarom als ODA. Sinds 1997 geldt in Nederland de budgettaire afspraak dat de ODA-inspanning van Nederland 0,8% van BNP bedraagt. Indien in een bepaald jaar minder wordt kwijtgescholden dan geraamd, kan volgens deze afspraak meer worden uitgegeven aan andere vormen van ODA, die in de regel wel een directe kasuitgave behelzen.

34 en 35

Waarom is het in budgettaire zin een tegenvaller dat de 300 mln voor kwijtschelding EKI-leningen niet tot besteding is gekomen? Wat maakt het voor het EMU-saldo uit of er 300 mln wordt uitgegeven via ODA of als schuldkwijtschelding?

Waar blijft de door minister Zalm toegezegde brief tijdens het AO Schuldenverlichting over de vraag of uitstaande exportkredietvorderingen meetellen voor het EMU-saldo?

Bij Voorjaarsnota is € 300 miljoen additionele EKI-schuldkwijtschelding ingeboekt vanwege verwachte schuldkwijtscheldingen. Conform afspraak is de werkelijke schuldkwijtschelding bij Najaarsnota bezien en de werkelijk gerealiseerde kwijtschelding aan het ODA-budget toegerekend. De extra ingeboekte schuldkwijtschelding van EKI-leningen wordt dit jaar niet gerealiseerd omdat in het Club van Parijs geen akkoord is tot stand gekomen over de verwachte schuldkwijtscheldingen. Bij ODA-uitgaven zal het vraagstuk van EMU-relevantie, net als bij andere uitgaven en ontvangsten van de overheid, steeds aan de hand van de Europese voorschriften ter zake beoordeeld moeten worden. Conform de Europese voorschriften telt de toerekening van EKI-schuldkwijtschelding aan ODA niet mee bij de berekening van het EMU-saldo.

De onderuitputting op de EKI-toerekening wordt conform afspraak gebruikt voor andere ODA uitgaven om aan de 0,8% BNP norm te voldoen. Deze andere ODA-uitgaven tellen wel mee bij de berekening van het EMU-saldo.

Tijdens het AO Schuldenverlichting zijn vragen gesteld over de EMU-relevantie van exportkredietvorderingen. Deze vragen zijn in bovenstaand antwoord beantwoord.

35

Waar blijft de door minister Zalm toegezegde brief tijdens het AO Schuldenverlichting over de vraag of uitstaande exportkredietvorderingen meetellen voor het EMU-saldo?

Zie vraag 34.

36

Wat is er waar van de stelling in de bijlage van het Hoofdlijnenakkoord dat «Elke sector .. eventuele overschrijdingen binnen het uitgavenplafond (behoort) te compenseren», nu de overschrijdingen voor de Rijksbegroting in enge zin en voor de Zorg opnieuw en voor de zoveelste keer worden gecompenseerd door de sector Sociale Zekerheid?

Zie vraag 26.

37

Wordt verwacht dat de nog te realiseren onderuitputting van € 0,6 miljard hoe dan ook zal optreden in de nog resterende weken van 2003, of wordt deze onderuitputting taakstellend opgelegd aan departementen waarbij ook daadwerkelijk maatregelen worden getroffen (zoals een uitgaven/verplichtingenbeperking?)

Het is moeilijk in te schatten hoeveel onderuitputting er nog zal optreden tussen Najaarsnota en Voorlopige Rekening. Dit wisselt van jaar tot jaar. De onderuitputting wordt niet taakstellend opgelegd aan de departementen. Traditioneel ligt het risico van het niet realiseren van de in=uittaakstelling bij de minister van Financiën.

38 en 92

De inning van de eigen betalingen is vertraagd. Kan een overzicht worden gegevens van de achterstandstermijnen? Is er sprake van inloop van achterstanden?

Kan gegarandeerd worden dat de vertraging in de eigen betalingen bij de AWBZ geen voorteken is dat voor de toekomst voorziene eigen betalingen slecht uitvoerbaar zijn?

Op dit moment wordt een extern onderzoek naar de inningproblemen bij de eigen bijdragen AWBZ uitgevoerd. Dit onderzoek is volgend voorjaar afgerond. Uiteraard zullen de resultaten van het onderzoek worden benut om waar mogelijk de uitvoerbaarheid van de eigen bijdrageregeling in de toekomst te verbeteren.

39

Moet uit de volumemeevallers bij de WW (100 mln), bij de ABW (ongeveer 125 mln) en de WAO (100 mln) worden afgeleid dat de regering in het voorjaar van 2003 een te somber beeld heeft geschetst?

Nee, de volumemeevallers bij de sociale zekerheid bij WW en Bijstand laten zien dat het moeilijk is om bij een sterk verslechterende economie en een sterk oplopende werkloosheid het extra beroep op de uitkeringen precies te ramen. De ramingen in het voorjaar zijn bij Miljoenennota nog opwaarts bijgesteld, rekening houdend met een verdere verslechtering. Er kan dus niet worden gesteld dat in het voorjaar een te somber beeld is geschetst. Wel is duidelijk dat de oplopende werkloze beroepsbevolking zich in mindere mate vertaalt in het aantal werkloosheidsuitkeringen dan verwacht.

40 en 88

Betekent de volumemeevaller bij de WAO van 100 mln dat de Wet poortwachter effectiever is dan gedacht?

Welke meerjarige tegenvallers vloeien naar verwachting voort uit de lagere WAO-instroom in 2003?

De oorzaak van de volumemeevaller is een combinatie van onder meer de Wet Verbetering Poortwachter, anticipatie op de aangekondigde herziening van het WAO-stelsel en een kleinere geneigdheid tot ziekteverzuim door de conjuncturele neergang. Welk deel is toe te schrijven aan de Wet Verbetering Poortwachter is op dit moment nog niet aan te geven. Daarbij is het ook mogelijk dat de mogelijkheid om de wachttijd te verlengen met maximaal een jaar de instroomdaling tijdelijk neerwaarts vertekent, zodat met het eventueel meerjarig inboeken van de volumemeevaller terughoudend moet worden omgegaan.

41

In de antwoorden op de vragen bij de najaarsnota 2002 wordt aangegeven dat voor 2003 en later binnen de zorgsector structurele compensatie mogelijk is. Hoe is het in dit licht mogelijk dat er toch sprake is van een overschrijding in de zorgsector van een half miljard euro?

Het kabinet heeft in 2003 een aantal structurele maatregelen genomen. Daarmee is de structurele doorwerking van eerdere tegenvallers deels gecompenseerd. Gezien de demissionaire status van het kabinet in het voorjaar was het echter niet mogelijk om al vroeg in 2003 substantiële maatregelen te nemen. Pas bij Hoofdlijnenakkoord (tweede helft mei) konden substantiële maatregelen worden voorgesteld. Gevolg van het feit dat dit relatief laat in het jaar was, was dat voor 2003 nauwelijks meer maatregelen mogelijk waren. Overigens was er met de kennis van het voorjaar 2003 geen reden om de huidige tegenvallers te verwachten.

42

Hoe kan het dat er gegeven de aanhoudend zwakke economische situatie tegelijkertijd een meevaller optreedt bij de sociale zekerheid en een tegenvaller bij de belastinginkomsten. Als de ramingen consistent zouden zijn dat zou er of sprake moeten zijn van twee tegenvallers of twee meevallers. Hoe zit dit?

Voor de ontwikkeling van de sociale zekerheid is de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de werkloosheid van groot belang. De belastinginkomsten worden door veel meer factoren bepaald dan alleen de werkgelegenheidsontwikkeling.

43

Had het ministerie van VWS de tegenvaller van een half miljard euro niet eerder kunnen zien aankomen bijvoorbeeld door een betere communicatie tussen het ministerie en het CVZ?

De gemelde tegenvaller is gebaseerd op de CVZ-rapportage Lasten en financiering Ziekenfondswet en AWBZ 2002–2003 die het CVZ op 23 oktober 2003 heeft uitgebracht. Het CVZ stelt deze rapportage op speciaal verzoek van het ministerie van VWS op t.b.v. de Najaarsbrief Zorg en de Najaarsnota.

Overigens vindt regelmatig overleg plaats tussen het ministerie van VWS en het CVZ over realisatiecijfers en ramingen over de zorgsector.

44, 45 en 47

Kan worden ingegaan op de oorzaken waarom in sommige jaren onderuitputting al ten tijde van de Miljoenennota zich manifesteert en wordt ingeboekt (zoals in 2002), terwijl er in 2003 nog een taakstelling van 600 mln. euro nog te realiseren onderuitputting resteert.

Kan van de afgelopen vier jaar een overzicht gegeven worden waarin duidelijk wordt wat de in=uit-taakstelling per ijklijn was en in welke mate en op welke momenten deze tegengeboekt kon worden met optredende onderuitputting? Wat verklaart eventuele verschillen in de patronen die per jaar te zien zijn?

Vorig jaar bedroeg de in=uittaakstelling € 0,3 miljard en dit jaar € 0,6 miljard. Waarom neemt het kabinet gegeven het feit dat er reeds een overschrijding plaats heeft van het uitgavenkader, dit jaar een groter risico van het niet-realiseren van de taakstelling dan vorig jaar.

In welke mate zijn de in=uit-taakstellingen in 2000, 2001 en 2002 gerealiseerd?

De in=uit taakstellingen zijn in 2000, 2001 en 2002 volledig gerealiseerd. Hierbij was het steeds mogelijk een deel van de taakstelling reeds bij Miljoenennota of bij Najaarsnota in te vullen. Dit jaar is dat niet mogelijk gebleken. Onderstaande tabellen geven per ijklijn de in=uittaakstelling, op welk moment in het jaar deze is tegengeboekt en de onderuitputting die is opgetreden na de najaarsnota. De onderuitputting (oup) na de najaarsnota bleek steeds ruim voldoende om de resterende in=uittaakstelling te kunnen invullen.

mln euro's

RbgIN=UITMNNNResterende in=uit na NNOup na NNVerschil
2000– 33585125– 125– 583– 458
2001– 584 449– 135– 211– 76
2002– 428210 – 218– 370– 152
2003– 462  – 462pm 

MN=Miljoenennota, NN=Najaarsnota, VR=Voorlopige Rekening, FJR = Financieel jaarverslag

mln euro's

SZAIN=UITMNNNResterende in=uit na NNOup na NNVerschil
2000– 6767 0– 120– 120
2001– 122  – 122– 160– 38
2002– 12965 – 64– 250– 186
2003– 140  – 140pm 

MN=Miljoenennota, NN=Najaarsnota, VR=Voorlopige Rekening, FJR = Financieel jaarverslag

mln euro's

ZorgIN=UITMNNNResterende in=uit na NNOup na NNVerschil
2000– 2929 0– 55– 55
2001– 25 250265265
2002– 1919 0341341
2003nvt   pm 

MN=Miljoenennota, NN=Najaarsnota, VR=Voorlopige Rekening, FJR = Financieel jaarverslag

De in=uittaakstelling bedroeg in 2002 niet € 0,3 miljard, maar € 0,6 miljard. Deze taakstelling is bij Miljoenenenota vorig jaar reeds voor de helft ingevuld uit het saldo van mee- en tegenvallers. Hierdoor resteerde bij Najaarsnota nog een taakstelling van € 0,3 miljard.

45

Vorig jaar bedroeg de in=uittaakstelling € 0,3 miljard en dit jaar € 0,6 miljard. Waarom neemt het kabinet gegeven het feit dat er reeds een overschrijding plaats heeft van het uitgavenkader, dit jaar een groter risico van het niet-realiseren van de taakstelling dan vorig jaar.

Zie vraag 44.

46

Zal de «in=uit-taakstelling van € 0,6 mld tussen Najaarsnota en Voorlopige Rekening naar verwachting worden gerealiseerd? Zo ja, hoe? Is de voor 2003 resterende in=uit-taakstelling even groot als het tekort van € 568,2 miljoen dat nog resteert op de aanvullende post Algemeen? Zo nee, wat verklaart dan deze negatieve stand op de aanvullende post? Wat waren de oorspronkelijke in=uit-taakstellingen per budgetdisciplinesector en wat resteert daar nu nog van?

Zie vraag 27.

47

In welke mate zijn de in=uit-taakstellingen in 2000, 2001 en 2002 gerealiseerd?

Zie vraag 44.

48

Wat is de exacte omvang van de per saldo kleine meevaller bij de niet-relevante uitgaven die in de Najaarsnota wordt genoemd?

Kan een overzicht worden gegeven van de onderliggende mee- en tegenvallers bij de niet relevante uitgaven die tot een per saldo kleine meevaller leiden?

50 en 51

Wat is de omvang van de «kleine meevaller» bij de uitgaven die niet tot enig kader behoren? Uit welke mee- en tegenvallers is deze samengesteld?

Wat is de omvang van de afzonderlijke voor- en nadelige mutaties bij de uitgaven die niet tot enig kader behoren? Waarom staan deze uitgaven niet in een van de kaders?

De per saldo kleine meevaller bij de netto uitgaven niet relevant voor enig kader bedraagt 0,1 miljard euro en is als volgt opgebouwd:

(minteken is saldo verbeterend)2003
Netto Uitgaven 
Verstrekte leningen/mutaties in rekening courant1,1
FES– 0,1
Media (verkoop NOB)0,1
Meeropbrengsten verkoop aandelen KPN– 1,1
Landbouwheffingen– 0,1
Saldo kleinere mutaties0
Saldo– 0,1

De reden waarom deze (netto-)uitgaven niet tot een kader behoren is gelegen in het feit dat er voor gekozen is de samenstelling van de kaders zo nauw mogelijk aan te laten sluiten bij het EMU-saldo.

Posten als aan- en verkoopstaatsbezit en een verstrekte/afgeloste leningen zijn niet relevant voor het EMU-saldo en derhalve niet relevant voor de uitgavenkaders.

49

Kan een overzicht worden gegeven van de onderliggende mee- en tegenvallers bij de niet relevante uitgaven die tot een per saldo kleine meevaller leiden?

Zie vraag 48.

50

Wat is de omvang van de «kleine meevaller» bij de uitgaven die niet tot enig kader behoren? Uit welke mee- en tegenvallers is deze samengesteld?

Zie vraag 48.

51

Wat is de omvang van de afzonderlijke voor- en nadelige mutaties bij de uitgaven die niet tot enig kader behoren? Waarom staan deze uitgaven niet in een van de kaders?

Zie vraag 48.

52

Kan een meerjarig overzicht gegeven worden van alle budgettaire consequenties van de verkoop van KPN-aandelen (ook voor bijvoorbeeld het FES)? Levert deze verkoop, rekening houdend met rentevoordelen versus dividendderving per saldo budgettaire ruimte op? Zo ja, waar slaat die neer op de begroting en waar wordt die voor aangewend?

De opbrengst van de verkoop van aandelen KPN draagt bij aan de invulling van de meerjarige taakstelling verkoop staatsdeelnemingen en levert structureel geen additionele budgettaire ruimte op. De verkoop KPN heeft 1 miljard meer opgeleverd dan in de taakstelling verkoop staatsdeelnemingen voor 2003 besloten lag. Gelijktijdig vindt een overeenkomstige neerwaartse bijstelling van de taakstelling voor latere jaren plaats. De verkoopopbrengst is verwerkt op de begroting IXB, de rentevrijval op de begroting FES en het effect van de dividendderving wordt verwerkt op de Aanvullende Post.

De mutaties voor 2003 zijn verwerkt in het generale beeld van de Najaarsnota. De doorwerking van de bijstelling van de taakstelling verkoop staatsdeelnemingen zal bij Voorjaarsnota op de vorengenoemde begrotingen worden verwerkt.

53

Waarom is de tegenvaller van 1 miljard euro in 2003 bij de vennootschapsbelasting niet al ten tijde van de Miljoenennota 2004 voorzien en aan de Kamer gemeld?

De tegenvaller is pas zichtbaar geworden via de aanslagoplegging na het opstellen van de Miljoenennota 2004.

54

Wat verklaart het grote verschil in de ramingen voor belasting- en premieontvangsten tussen september 2003 (Miljoenennota 2004) en november 2003 (Najaarsnota)?

De raming ten tijde van de Miljoenennota 2004 is deels gebaseerd op het voorliggende economische beeld en deels gebaseerd op de ontwikkeling van de kasontvangsten en de aanslagoplegging tot en met juli. Bij het opstellen van de Najaarsnota was geen nieuw economisch beeld van het CPB beschikbaar zodat de ramingsbijstelling gebaseerd is op informatie over de aanslagoplegging en kasontvangsten tot en met oktober.

55

Kan een overzicht worden gegeven van het verloop van de ramingen van belasting- en premieopbrengsten bij Miljoenennota, Voorjaarsnota, Miljoenennota t+1, Najaarsnota en Financieel Jaarverslag voor de jaren 1999, 2000, 2001 en 2002?

Belastingontvangsten in miljarden euro op kasbasis

jaarMNVJNMN t+1NJNFJR
199984,584,186,086,087,8
200089,392,994,194,394,6
2001103,2101,6101,8102,6100,8
2002110,9110,0108,2107,3105,0

Premie-ontvangsten in miljarden euro*

jaarMNVJNMN t+1NJNFJR
199957,957,558,559,059,4
200061,463,263,163,163,2
200159,960,060,459,859,1
200261,760,360,560,761,2

* Vanaf 2002 op EMU-basis, daarvoor op transactiebasis.

De ramingsmutaties worden in de budgettaire nota's altijd toegelicht. De ramingsbijstellingen kunnen vele oorzaken hebben. Na de Miljoenennota kunnen tijdens de parlementaire behandeling nog wijzigingen in de voorgestelde maatregelen worden aangebracht. Daarnaast zijn vooral wijzigende economische ontwikkelingen van belang. De bijstellingen in 1999 en 2000 zijn door steeds gunstigere economische ontwikkelingen hierdoor opwaarts bijgesteld. De bijstellingen in 2001 en 2002 zijn hierdoor steeds verder neerwaarts bijgesteld.

56

In hoeverre heeft het Bosal arrest bijgedragen aan de neerwaartse bijstelling van belasting- en premie-inkomsten? Kan een nauwkeurig overzicht worden gegeven van de kosten van het Bosal-arrest, de mate waarin die kosten al vóór het arrest in de begroting waren opgenomen, de mate waarin door de genomen maatregelen wordt gecompenseerd en de verwerking van de restantkosten over de diverse jaren?

De netto budgettaire derving (incl. reparatiewetgeving) is volledig in het budgettaire meerjarenbeeld van de Miljoenennota verwerkt, waarover de kamer is geïnformeerd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de netto budgettaire derving als gevolg van het Bosal-arrest. In 2003 is de netto budgettaire derving op kasbasis relatief groot (€ 600 mln). Dit is het gevolg van het feit dat de reparatiewetgeving in 2003 nog niet tot belastingopbrengsten leidt, en de incidentele belastingderving (voor aankoopkosten van deelnemingen uit het verleden) voor een groot deel in het jaar 2003 valt.

 20032004200520062007200820092010>2010
Derving a.g.v. Bosal-arrest6003605206207608709501 040950
Opbrengst reparatiewetgeving0320460460460460460460400
Netto derving incl. reparatiewetgeving6004060160300410490580550

57

Waarom zijn de studiefinanciering en de landbouwheffingen niet relevant voor enig kader?

De reden waarom deze (netto-)uitgaven niet tot een kader behoren is gelegen in het feit dat er voor gekozen is de samenstelling van de kaders zo nauw mogelijk aan te laten sluiten bij het EMU-saldo. Posten als verstrekte/afgeloste leningen studiefinancieringen zijn niet relevant voor het EMU-saldo en derhalve niet relevant voor de uitgavenkaders. Landbouwheffingen zijn net zoals de cova-heffing en zoneringsontvangsten collectieve lasten. Collectieve lasten worden tot de inkomstenkant van de begroting gerekend en zijn derhalve niet relevant voor het uitgavenkader.

58

Kan het kabinet, nu het CPB deze inzichten wél lijkt te hebben, aangeven hoeveel van de tegenvallers uit de Najaarsnota 2003 een structureel effect lijken te hebben? En heeft het kabinet inmiddels al eigen inzicht in nieuwe tegenvallers?

Zie vraag 8.

59

Welk deel van de inkomstentegenvaller bij de Vennootschapsbelasting is toe te rekenen aan verrekening van verliezen uit 2002 met winsten uit 2000 en 2001? Uit welke componenten is de tegenvaller van 1 miljard nog meer opgebouwd?

De tegenvaller van 1 miljard vloeit voor – 0,5 mld voort uit de lagere aanslagoplegging met betrekking tot 2002. De lagere aanslagoplegging 2003 wordt hierdoor eveneens is bijgesteld (– 0,4 mld). Het restant van de tegenvaller vloeit voort uit aanslagoplegging over oudere jaren.

60 en 64

Kan een verklaring gegeven worden voor het feit dat het voor 2003 geraamde EMU-saldo met 0,4% BBP verslechtert ten opzichte van de Miljoenennotaraming, terwijl de raming van de staatsschuld voor 2003 ongewijzigd blijft?

Hoe is het mogelijk dat bij een verslechterd EMU-saldo de geraamde EMU-schuld gelijk gebleven is?

De verklaring is gelegen in het feit dat in de Najaarsnota de EMU-schuld gepresenteerd is in hele procenten BBP. Gemeten in één cijfer achter de komma komt de neerwaartse bijstelling van het EMU-saldo van 0,4 BBP wel naar voren. De EMU-schuldraming bij Miljoenennota bedroeg gemeten in één cijfer achter de komma 54,0% BBP. Bij Najaarsnota bedraagt de schuldraming 54,3% BBP. Daarmee is 0,3%-punt BBP verklaard. De resterende 0,1%-punt betreft een afrondingsverschil.

61

Duiden de redenen voor de neerwaartse bijstelling van belasting- en premie-inkomsten op structurele oorzaken van de daling?

In hoeverre de totale ramingsbijstelling doorwerkt naar latere jaren is nu nog niet te bepalen. Hierover wordt de Tweede Kamer bij Voorjaarsnota 2004 geïnformeerd.

62

In de miljoenennota 2004 is binnen de vennootschapsbelasting reeds rekening gehouden met een lagere winstontwikkeling van bedrijven. Welke op dat moment onvoorziene ontwikkelingen hebben zich nadien voorgedaan die er nu toe leiden dat er een forse neerwaartse bijstelling moet plaatsvinden?

Belangrijke informatie voor de opstelling van de raming van de vennootschapsbelasting vormen de macro-economische voorspellingen van het CPB betreffende de winstontwikkeling, de opgelegde aanslagen en de kasrealisaties. De grote ramingsbijstelling na de Miljoenennota is vooral veroorzaakt door nieuwe gegevens over de aanslagoplegging. Zoals gebruikelijk worden in de maanden augustus en september veel nadere voorlopige aanslagen opgelegd over het lopende en het voorgaande belastingjaar op grond van ingeleverde schattingsformulieren 2003 en ingeleverde aangiften over 2002. De opgelegde aanslagen bleven substantieel achter bij de verwachtingen, zodat in de rest van het jaar minder opbrengsten mogen worden verwacht. Deze informatie kon niet worden betrokken bij de opstelling van de raming ten behoeve van de Miljoenennota.

63

Wat betekent de verslechtering van het EMU-saldo met 0,4% voor de financiële kaders voor volgend jaar en de door de regering vastgestelde begrotingsregels?

Zie vraag 20.

64

Hoe is het mogelijk dat bij een verslechterd EMU-saldo de geraamde EMU-schuld gelijk gebleven is?

Zie vraag 60.

65

Wordt het bedrag voor armoedebestrijding op de Nederlandse Antillen dat in 2003 niet tot besteding kan komen ongewijzigd overgeheveld naar 2004 en bij Voorjaarsnota 2004?

Ja. Om deze middelen beschikbaar te houden voor armoedebestrijding, worden deze overgeheveld naar 2004. (Zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 346, nr. 2 blz. 4.)

66

Hoe kan het COA kampen met een onderbezettingsverlies, terwijl de bezetting hoger is dan geraamd? Duidt dit, evenals de voortdurende overige bijstellingen van het COA-budget, niet op een ernstig mismanagement bij deze organisatie of is er sprake van onredelijke en contraproductieve eisen (bijv. m.b.t. bezetting) aan het COA?

Het gesignaleerde bezettingsverlies wordt veroorzaakt door de kenmerken van de grootschalige krimpoperatie. Het COA is dit jaar bijna 30% gekrompen. Het hiermee gepaard gaande hoge aantal verhuisbewegingen zorgt voor een onvermijdelijke frictieleegstand. De leegstand wordt verder veroorzaakt doordat de afbouw van de opvangcapaciteit vanwege bestuurlijke overeenkomsten en contractuele verplichtingen niet in alle gevallen gelijk tred kan houden met de afname van de bezetting. Het resulterende bezettingsverlies wordt niet verholpen door de hogere dan geraamde bezetting over 2003. Het feit dat COA relatief meer mensen moet huisvesten brengt niet met zich mee dat het bezettingsverlies, dat veroorzaakt wordt door frictieleegstand, kan worden verholpen.

67

Wat kost de gehele asielketen nu precies en wat zijn daar de overschrijdingen? Hoe hebben de kosten per asielzoeker zich de afgelopen jaren ontwikkeld?

Aangepaste overzichtconstructie Asiel en Migratie 2003  
bedragen x € 1 miljoen      
 19992000200120022003obStand NJN
       
Justitie1206,71505,01606,21568,61120,01574,2
. IND160,6279,3251,0303,9271,4301,2
. Opvang inclusief AMA-voogdij998,811211234,91142710,91135,3
. Vreemdelingenkamers 45,844,558,676,076,0
. Rechtsbijstand26,434,747,664,161,761,7
. Tolken*20,924,228,2   
* Vanaf 2002 onderdeel van bovenstaande posten      
       
BZK49,972,674,4124,082,588,7
. Politie asiel49,972,674,485,056,671,7
. Zorgwet   39,025,516,6
. Eerste huisvesting    0,40,4
       
Hoge colleges van staat4,511,311,011,09,5
. Raad van State4,511,311,011,09,5
       
OCW54,559,068,189,011,3110,3
       
Defensie (Kmar)99,899,8100,788,093,393,3
       
Buitenlandse Zaken10,010,010,810,8
       
Totaal1410,91741,01870,71890,61427,91886,8

68

Wordt de stijging van de ziektekosten van asielzoekers veroorzaakt doordat de algemene stijging van de ziektekosten via een soort multiplier doorwerkt in de ziektekosten van asielzoekers, of is er sprake van een extra toestroom van asielzoekers met een ernstige medische indicatie?

De oorzaak van de stijging van de ziektekosten van asielzoekers is zowel gelegen in de algemene stijging van de kosten van medische verstrekkingen in Nederland als in een relatieve toename van het aantal vreemdelingen in de opvang met een relatief hoge medische consumptie. Dit ondermeer als gevolg van de opvang van vreemdelingen wier uitzetting met toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 vanwege de gezondheidstoestand tijdelijk achterwege blijft. Er zijn geen aanwijzingen van een stijging van de instroom van asielzoekers met een ernstige medische indicatie.

69

Waarom zijn de bestelling van Evolved Sea Sparrow Missiles en de betaling voor de SDD-fase van de JSF vervroegd?

Als onderdeel van het Nieuw Evenwicht was rekening gehouden met een gestage opbouw van de ESSM-voorraad. Er bleken zich echter, binnen de meerjarige budgettaire kaders mogelijkheden voor te doen waardoor het mogelijk werd om de opbouw van de ESSM-voorraad eerder dan gepland te realiseren, hetgeen uit operationeel oogpunt de voorkeur verdient.

De betaling van de SDD-fase van de JSF is niet feitelijk vervroegd. Ramingstechnisch was de betaling in de begroting 2004 opgenomen, doch gezien een gewijzigde planning van andere projecten is besloten om binnen de hiertoe bestaande wettelijke mogelijkheden en binnen de overeengekomen betalingstermijn de betaling in 2003 uit te voeren.

70

Wat is de oorzaak van de vertraging in de aanpassing van de zendmasten? Zal dit leiden tot hogere aanpassingskosten in 2004?

De aangehaalde vertraging in de aanpassing van de opstelpunten wordt mede veroorzaakt door het feit dat het vaststellen van de oorzaken van en oplossingen voor de ontvangstproblemen meer tijd heeft gevergd en nog zal vergen dan aanvankelijk voorzien. In principe heeft de opgetreden vertraging in het vergoeden van de technische omschakelkosten hier niets mee van doen, doch wordt dit veroorzaakt doordat Nozema nog niet voldoende in staat is gebleken om een adequaat overzicht te verschaffen van de werkelijke kosten. Dit zal niet leiden tot hogere aanpassingskosten in 2004, want de beschikbare middelen zijn uit 2003 doorgeschoven naar 2004.

71

Waarom zijn de middelen voor verwerving van droge EHS en een duurzamer gewasbeschermingspraktijk niet tot besteding gekomen?

Door de bezuinigingen op het verwervingsbudget door het Kabinet Balkenende I is LNV genoodzaakt geweest om destijds een biedingenstop af te kondigen en de koopplicht op te schorten, omdat er nog slechts ruimte was voor het afhandelen van juridische verplichtingen. Nochtans is een aantal juridische verplichtingen afgevallen, omdat betrokken partijen zich teruggetrokken hebben uit de onderhandeling. Aangezien de «pijplijn» van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) voor wat betreft reservetransacties door het afkondigen van de biedingenstop leeg is, betekent dit een onderuitputting in de ordergrootte van 10 mln.

Het gewasbeschermingsbeleid verkeert in een overgangsfase. Begin 2003 hebben de overheid en enkele relevante maatschappelijke organisaties een «Afsprakenkader Gewasbeschermingsbeleid» ondertekend. Aangezien de operationalisering van de doelstellingen in 2003 nog in voorbereiding is, vindt onderuitputting op het artikel Duurzame gewasbeschermingspraktijk plaats.

72 en 73

Hoeveel heeft de afwikkeling van Arbvo tot nu toe gekost en wat gaat het nog kosten?

Waarom is er een extra tegenvaller van € 103 mln bij de afwikkeling van Arbvo? Hoeveel tegenvallers hebben zich hier de afgelopen jaren in totaal voorgedaan?

Voor het antwoord op de vragen 80 en 82 inzake de afwikkeling van Arbvo wordt u verwezen naar de brief die de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 1 december 2003 (PM publicatienummer) naar de TK heeft gestuurd over dit onderwerp. Daarin is het volgende actuele beeld van de financiële situatie geschetst: De totale kosten van de afwikkeling Arbvo worden door de bestuurder thans geraamd op € 512 mln. Daarvan was bij voorgaande begrotingsmomenten (Najaarsnota 2001 resp. Najaarsnota 2002) reeds € 409 mln afgedekt (€ 353 mln resp. € 56 mln). Aanvullend daarop is derhalve nu nog € 103 mln extra nodig. Hiervan is reeds € 58 mln gemeld bij Najaarsnota 2002, maar toen nog niet budgettair afgedekt. € 45 mln betreft een nieuwe tegenvaller. De belangrijkste oorzaak van de extra kosten zijn de tegenvallende kosten van het Sociaal Plan (minder snelle uitstroom als gevolg van de huidige arbeidsmarktsituatie en langere ontslagprocedures).

73

Waarom is er een extra tegenvaller van € 103 mln bij de afwikkeling van Arbvo? Hoeveel tegenvallers hebben zich hier de afgelopen jaren in totaal voorgedaan?

Zie vraag 72.

74

Mag worden aangenomen dat de niet-bestede middelen voor scholings- en activeringsinspanningen alsnog in 2004 zullen worden ontvangen?

Bij de terugvordering van de niet-bestede middelen voor scholings- en activeringsinspanningen is sprake van vertraging. Derhalve kan inderdaad worden verondersteld dat in 2004 alsnog niet-bestede middelen van gemeenten worden terugontvangen.

75

Welk deel van de meevaller van 233 mln op het Fonds Werk en Inkomen is structureel?

De meevaller van 233 miljoen moet worden onderscheiden in een incidentele meevaller in het betalingsverkeer van 125 miljoen en een volumemeevaller van zo'n 105 miljoen.

Terughoudendheid met het structureel inboeken van de volumemeevaller is op zijn plaats omdat de doorwerking van deze meevaller naar latere jaren slechts één aspect is dat invloed heeft op het beeld voor 2004 en later. Daarnaast zij er mogelijk nog andere relevante ontwikkelingen die in het beeld moeten worden betrokken. Van die relevante ontwikkelingen is de inschatting van het verdere verloop van de conjunctuur er één. Recente signalen van het CBS en de EU over de economische ontwikkeling wijzen er op dat er sprake kan zijn van een dieper dal en een later herstel. En ervaringen uit het verleden laten zien dat de werkloosheid met een vertraging reageert op zo'n daling van de economische groei. Het CPB geeft momenteel aan dat in vergelijking met de MEV de werkloosheidsraming voor 2003 iets is verlaagd terwijl de voorspelling voor 2004 ongewijzigd is gebleven. Dit laatste is een aanwijzing dat de meevaller in het aantal WWen bijstandsuitkeringen zich in 2004 niet volledig hoeft door te zetten. Bij Voorjaarsnota wordt bezien in hoeverre de meevallers doorwerken naar 2004 en latere jaren.

76

Wat is de oorzaak van de lagere instroom van huisartsen? Wat gaat de regering doen om dit te herstellen, mede gezien het feit dat huisartsen een zeer doelmatige invloed hebben op de totale kosten van de zorg?

De bottleneck is het aantal gegadigden voor de opleiding onder de basisartsen. Er is al lang een afnemende belangstelling voor de huisartsenopleiding: waren er 12 jaar geleden nog 10 kandidaten per opleidingsplaats, in 2002 waren dat er 2,2 en nu 1,2. Dit heeft twee oorzaken. In de eerste plaats is het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen fors verhoogd. In de afgelopen jaren heeft de regering mogelijk gemaakt dat de jaarlijkse instroom van 339 haio's in 1999 is toegenomen tot 496 in 2003 (+ 45%). De totale opleidingscapaciteit is hiermee verhoogd van 984 haio's in 1999 tot 1382 haio's in 2003. De Huisarts- en Verpleeghuisarts Registratie Commissie en het Capaciteitsorgaan gaan ervan uit dat er de komende jaren jaarlijks 500 haio-plaatsen (haio = huisarts in opleiding) kunnen worden gevuld.

In de tweede plaats heeft het eveneens creëren van extra opleidingsplaatsen voor de medische specialistenopleidingen ertoe geleid dat er een toenemende concurrentie met de specialistenopleidingen is.

Gelet op de raming van de noodzakelijke huisartsenzorg (rekening houdend met demografische ontwikkelingen als vergrijzing) en de inschatting van het haalbare aantal haio's blijft er een gat, dat naar verwachting niet te dichten valt met het opleiden van nieuwe huisartsen. Daarom is reorganisatie in de huisartsenzorg via taakdelegatie en -herschikking geboden. Dit is ook één van de lijnen in het standpunt op het advies van de Commissie LeGrand over de modernisering van de beroepenstructuur en de opleidingen. Ook in het visiestuk over de toekomstbestendige eerstelijnszorg wordt hier verder op ingegaan.

77

Op welke harde feiten was de raming van 300 miljoen gebaseerd, nu blijkt dat hier nog geen eurocent wordt gerealiseerd? Wordt het geld alsnog in 2003 besteed aan extra ODA-uitgaven? Zo ja, hoe?

Voor de gehele kabinetsperiode is een inschatting gemaakt voor de bedragen die we verwachten te moeten kwijtschelden. Deze inschatting is gemaakt op basis van een beoordeling van de uitstaande vordering, de verdeling van vordering over verschillende landen, de economische situatie in die landen (in het bijzonder met betrekking tot de solvabiliteit), en de kans dat deze landen ergens in de komende kabinetsperiode een verzoek zullen indienen om kwijtschelding. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 38 is met name het voorspellen van het tijdstip waarop kwijtschelding zal plaatsvinden buitengewoon lastig. Met het oog de toekomstige onderhandelingspositie van de Nederlandse Staat in de Club van Parijs acht ik het onverstandig om de ramingsbedragen per land openbaar te maken.

78

Hoe verhoudt de onderuitputting ICES-KIS-gelden van 98 mln zich tot de voortdurende roep om versterking van de kenniseconomie?

Waarom is het bedrag niet tot besteding gekomen?

De middelen die voor de ICES-KIS gereserveerd waren in 2003 maken onderdeel uit van de derde ICES-KIS impuls van totaal € 800 mln en niet van de ICES-KIS 2 impuls die momenteel afloopt. Er is geen sprake van onderuitputting van de ICES-KIS projecten, slechts van een vertraging van het opgang komen van de derde impuls.

Over de definitieve bestemming van de middelen voor ICES-KIS 3 is vorige week definitief besloten door het Kabinet. Besloten is € 800 mln beschikbaar te stellen voor 34 projecten die lopen t/m 2010. Deze derde impuls zal naar alle waarschijnlijkheid 1 januari 2004 van start gaan.

79

Waarom is de reservering voor Irak op de aanvullende post Algemeen ingeboekt? Wat is de oorzaak van de vrijval a € 15,9?

Ten tijde van de Voorjaarsnota was niet duidelijk in hoeverre de oorlog in Irak tot extra uitgaven zou leiden die niet binnen de begrotingen opgevangen konden worden. Uit voorzichtigheid is hiervoor een reservering gevormd. Bij najaarsnota bleek dat alle uitgaven die direct met de oorlog in Irak samenhangen binnen de begrotingen opgevangen zijn en dat de reservering kon vrijvallen.

80

Is het bedrag van € 37,3 mln. voor Irak in de suppletore begroting van Defensie is opgenomen, van de aanvullende post Algemeen afgeboekt? Zo ja, waarom is dit niet vermeld?

Het bedrag van € 37,3 mln op de suppletore begroting van Defensie is niet afkomstig uit de aanvullende post Algemeen. Dit bedrag is de verwachte realisatie in 2003 van de uitgaven voor de Stabilisatiemacht in Irak. Voor de bijdrage aan de Stabilisatiemacht in Irak is initieel een bedrag van ca. € 65 mln. begroot. De reden voor de lagere realisatie is onder andere de vertraging in de facturering door de VS en de VK voor geleverde diensten ter plaatse.

81, 82, 83 en 84

Waarom zijn er in 2003 geen ondoelmatige leasecontracten afgekocht terwijl daarvoor wel middelen beschikbaar waren?

Waarop was de raming gebaseerd van 100 mln euro in 2003 voor de afkoop van ondoelmatige leasecontracten?

Kan een overzicht gegeven worden van de ondoelmatige leasecontracten die de afgelopen jaren zijn afgekocht, respectievelijk van leasecontracten die nog in aanmerking kunnen komen om afgekocht te worden?

Is er na 2003 nog geld gereserveerd voor de afkoop van ondoelmatige leasecontracten? Zo ja, hoeveel in welke jaren?

Op de aanvullende post staan middelen gereserveerd om op een later moment te verdelen over de verschillende departementen. De reservering voor de afkoop van ondoelmatige leasecontracten vindt zijn oorsprong in de eerste helft van de jaren negentig. Leasecontracten die het Rijk toentertijd had lopen zijn in de loop der jaren successievelijk afgekocht. De middelen die op de aanvullende post gereserveerd waren onder die noemer hebben een ruimere invulling gekregen, te weten het afkopen van ondoelmatige contracten in het algemeen, alsmede het bieden van een reserve voor onvoorziene omstandigheden. Deze reserve maakte het het afgelopen jaar bijvoorbeeld mogelijk om noodzakelijke intertemporele compensaties uit te kunnen voeren zonder de ruimte onder het uitgavenkader te belasten.

82

Waarop was de raming gebaseerd van 100 mln euro in 2003 voor de afkoop van ondoelmatige leasecontracten?

Zie vraag 81.

83

Kan een overzicht gegeven worden van de ondoelmatige leasecontracten die de afgelopen jaren zijn afgekocht, respectievelijk van leasecontracten die nog in aanmerking kunnen komen om afgekocht te worden?

Zie vraag 81.

84

Is er na 2003 nog geld gereserveerd voor de afkoop van ondoelmatige leasecontracten? Zo ja, hoeveel in welke jaren?

Zie vraag 81.

85

Hoe kan de noodzaak tot CO2-reductie worden gerijmd met het niet benutten van 21 miljoen aan beschikbare middelen?

Wat is gedaan om die gelden wel in te zetten voor het doel waarvoor ze bestemd waren?

Verschillende van de projecten waarvoor de CO2-reductiegelden bestemd waren, zijn komen te vervallen. De middelen blijven beschikbaar in het kader van het CO2-reductieplan.

86 en 87

Waarom staat in de toelichting op de aanvullende post algemeen dat € 561,2 mln is overgeheveld naar de begroting van Verkeer en Waterstaat voor BTW openbaar vervoer, terwijl op die begroting maar € 535,9 mln is ontvangen? Wat is gedaan met de ruim 25 mln euro die bij deze budgetoverheveling lijkt te zijn verdwenen?

Waarom wordt in de Najaarsnota consequent gesproken over BTW-compensatie «openbaar vervoer», terwijl het merendeel van het bedrag bestemd is voor BTW bij de projecten HSL-zuid en Betuweroute?

De overheveling van BTW compensatie van de aanvullende post naar de begroting van V&W ad 561 mln is in de verticale toelichting terug te vinden onder de post «BTW» ad 535 mln en de post «diversen» ad 25 mln. De 535 mln heeft betrekking op de compensatie ten behoeve van projecten van het infrafonds en de 25 mln betreft projecten op de begroting van V&W. Er wordt gesproken over «BTW compensatie openbaar vervoer» omdat dat de compensatie niet alleen betrekking heeft op HSL-Zuid (177 mln) en Betuweroute (106 mln) maar ook op andere openbaar vervoer projecten (278 mln).

87

Waarom wordt in de Najaarsnota consequent gesproken over BTW-compensatie «openbaar vervoer», terwijl het merendeel van het bedrag bestemd is voor BTW bij de projecten HSL-zuid en Betuweroute?

Zie vraag 86.

88

Welke meerjarige tegenvallers vloeien naar verwachting voort uit de lagere WAO-instroom in 2003?

Zie vraag 40.

89

Waarom wordt pas in december 2003 duidelijk dat er sprake is van een tegenvaller als gevolg van hogere productie (boter-bij-de-vis) in 2002?

Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) geeft in juni van jaar t informatie over de voorlopige nacalculatie t-1. Deze informatie wordt gebruikt in het cijferbeeld van de begroting van VWS en de Miljoenennota. Na juni t gaat het CTG verder met verwerken van definitievere nacalculaties over jaar t-1. Over het algemeen verwerkt het CTG de definitieve nacalculatie t-1 in het jaar t+1. Ook daarna zijn echter nog budgetaanpassingen mogelijk.

Begin 2004 start een ambtelijke werkgroep die zal bezien welke mogelijkheden er zijn om de aanlevering van gegevens (rekenstaten) door instellingen aan het CTG en de verwerkingstijd van het CTG te versnellen.

90

In hoeverre is sprake van substitutiegedrag bij tandheelkundige hulp in de instellingen? Heeft de regering indicatie dat deze post verder zal toenemen als de voorzieningen in het ziekenfonds verder afnemen?

Er wordt geen substitutiegedrag voor tandheelkundige hulp via de (AWBZ-)instellingen verwacht. Deze hulp kan immers uitsluitend aan patiënten worden verleend die aanspraak hebben in het kader van de AWBZ.

91

Hoe kan het dat het ministerie van VWS zich baseert op onjuiste veronderstellingen omtrent het recht op bovenbudgettaire vergoedingen? Waarom kent het ministerie de rechtsgrond in de AWBZ niet? Welke andere redenen zijn er voor de tegenvaller van € 475 miljoen in de gehandicaptenzorg en verpleging en verzorging?

Het is gebruikelijk dat in een jaar verschillen optreden tussen de bedragen die AWBZ-instellingen gefinancierd krijgen t.b.v. de budgetten enerzijds en de budgetten van die instellingen anderzijds. Deze verschillen zijn bekend als mutaties financieringsachterstanden of -voorsprongen. Over de jaren heen moeten deze voorsprongen en achterstanden tegen elkaar wegvallen.

Dat buiten deze gebruikelijke verschillen ook een rechtsgrond in de AWBZ bestaat voor vergoedingen aan gebudgetteerde instellingen die boven het budget komt, de zogeheten bovenbudgettaire vergoedingen, was bekend bij het ministerie van VWS. Bij de bepaling van de mutatie financieringsachterstand of -voorsprong zijn de bedragen voor de bovenbudgettaire vergoedingen echter (ten onrechte) als financiering voor de budgetten meegerekend. Dit is niet eerder opgemerkt i.v.m. de relatief geringe omvang ervan (jaarlijks ongeveer ¾% van het budget).

Omdat VWS de bovenbudgettaire vergoedingen heeft meegerekend als financieringsbedragen ter financiering van de budgetten, is door het ministerie van VWS ieder jaar het bedrag dat betrekking had op de bovenbudgettaire vergoedingen meegenomen bij de inschatting van de nog te verrekenen bedragen uit oude jaren (financieringsachterstanden). Hierdoor is het cumulatieve bedrag dat nog in te halen zou zijn in 2003 door het ministerie van VWS veel te laag ingeschat. Dit verklaart voor het grootste deel waarom realisatiecijfers over nabetalingen oude jaren nu zoveel afwijken van de veronderstelling van het ministerie van VWS.

Daarnaast is gebleken dat in het jaar 2000 in de financiering een subsidie die in dat jaar verstrekking is geworden ten onrechte zowel als subsidie als verstrekking in de financieringscijfers is meegeteld. Ook deze dubbeltelling leidt tot een te hoge inschatting van de al gerealiseerde financiering.

Ten slotte zijn de budgetten in oude jaren naderhand nog door het CTG aangepast. Hierdoor zijn ook de financieringsachterstanden en -voorsprongen die in de diverse jaren zijn ontstaan, gemuteerd. Hiermee wijzigen ook de financieringsachterstanden of -voorsprongen die nog moeten worden ingehaald.

Bovenstaande punten verklaren de tegenvaller van € 475 miljoen.

92

Kan gegarandeerd worden dat de vertraging in de eigen betalingen bij de AWBZ geen voorteken is dat voor de toekomst voorziene eigen betalingen slecht uitvoerbaar zijn?

Zie vraag 38.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Giskes (D66), Crone (PvdA), De Grave (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Eurlings (CDA), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Loon-Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Heemskerk (PvdA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), De Ruiter (SP), Mosterd (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Bommel (SP), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Samsom (PvdA), Luchtenveld (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA) en De Vries (VVD).

Naar boven