nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 december 2005
Tijdens het Algemeen Overleg dat ik op 28 april (kamerstuk 29 314,
nr. 13) met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de
vaste commissie voor Justitie voerde over de brief van 19 juli 2004 inzake
bescherming van cultureel erfgoed heb ik toegezegd dit najaar samen met de
ministers van BZK en Justitie een brief te zullen sturen over een databank
voor gestolen cultuurgoederen.
De noodzaak in elke lidstaat van de EU een databank voor gestolen cultuurgoederen
te hebben is een van de belangrijkste conclusies van de voorzitterschapconferentie «Illegal
Trade» die van 8–9 november 2004 in Rotterdam plaatsvond
en was gewijd aan de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen.
Mijn collega’s van BZK en Justitie en ik onderschrijven die conclusie
volledig en het is de bedoeling in Nederland opnieuw een goed functionerende
databank op te zetten. De realisatie is voorzien in de tweede helft van 2006.
Een andere constatering tijdens de genoemde conferentie was echter dat
Europol op dit moment doende is standaarden te ontwikkelen waaraan nationale
databanken voor gestolen kunst zouden moeten voldoen. Europol komt naar verwachting
begin volgend jaar met aanbevelingen op dit punt. Het ligt voor de hand de
bevindingen van Europol te betrekken in de definitieve vaststelling hoe een
Nederlandse databank voor gestolen cultuurgoed verbeterd en beheerd moet worden:
zeker waar het gestolen cultuurgoederen betreft is een internationale uitwisseling
van gegevens van cruciaal belang. Het KLPD zal in de tussentijd de Europol-ontwikkeling
waar mogelijk ondersteunen.
Dat daarnaast in de sfeer van preventie en repressie aanvullende maatregelen
nodig zijn heeft de Conferentie «Illegal Trade» duidelijk gemaakt.
De conclusies daarvan gingen u eerder per brief toe (Kamerstukken II 2004/05,
29 314, nr. 17).
Een interdepartementale stuurgroep is belast met de implementatie van
de aanbevelingen van de conferentie. Deze zal ook bezien wat aanvullende preventieve
en repressieve maatregelen zouden kunnen zijn. De stuurgroep zal hierover
contact met brancheorganisaties en andere relevante instellingen hebben. In
de brief inzake veiligheidsbeleid op het gebied van cultureel erfgoed (Kamerstukken
II 2004/05, 29 314, nr. 12) heb ik reeds nadere maatregelen in die
sfeer aangekondigd.
Door goede afspraken aan de «voorkant» kunnen politie en justitie
het opsporingsproces veel effectiever vormgeven. Een nationale databank voor
gestolen cultuurgoederen is daar een essentiële aanvulling op.
De eenmalige incidentele kosten die gemoeid zijn met de voorbereidingen
voor het opzetten van een goed lopende nationale databank worden geraamd op
ongeveer € 750 000. De dekking van deze kosten zal gezocht
worden in de reguliere begroting van BZK en OCW. De structurele kosten voor
het operatief houden van de databank zullen ongeveer € 250 000
per jaar bedragen. De dekking daarvan zal in de reguliere begroting van BZK
gevonden worden.
In het kader van de ratificatie van het UNESCO verdrag van 1970 zal uw
Kamer geïnformeerd blijven over de voortgang met het opzetten van de
nationale databank voor gestolen cultuurgoederen.
Mede namens de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. C. van der Laan