29 314
Beleidsbrief Cultuur 2004–2007

nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2005

Recent heb ik het tweede deel van het advies over het erfgoedselectiebeleid van de Raad voor Cultuur ontvangen. Het eerste deel van dit advies werd in april van dit jaar uitgebracht, en daarvan heeft u reeds kennis genomen (29 314, nr. 14). Dat deel ging vooral in op de algemene principes van het erfgoedselectiebeleid. In het nu uitgebrachte tweede deel geeft de raad een uitwerking per erfgoedsector en betrekt daarbij ook «nieuwe» categorieën erfgoed.

Ik heb het advies met grote interesse gelezen. De raad komt net als ik tot de conclusie dat herijking en actualisering van het erfgoedselectiebeleid nodig is. De raad gaat in op de verschillen tussen de sectoren, maar komt ook tot een aantal gemeenschappelijke lijnen die erfgoedbreed gelden. Deze integrale benadering zal een belangrijke rol spelen in mijn nieuwe selectiebeleid.

In de beleidsbrief Meer dan de som (Kamerstukken TK, 2003–2004, 29 314, nr. 1) heb ik aangegeven dat selectie, herselectie en herijking van inzichten nodig zijn om tot een beheersbaar volume aan cultureel erfgoed te komen. Daarnaast is het van belang de rijksverantwoordelijkheid voor selectie en beheer te verduidelijken. Ik heb u aangekondigd dat ik zou komen met een plan van aanpak voor het selectiebeleid dat moet leiden tot heldere, algemene kaders voor selectie en herselectie. Ik zal invulling geven aan de begrippen «nationale betekenis» en «representativiteit», aangeven waaraan de kwaliteit van selectie moet voldoen en formuleren onder welke omstandigheden en in welke omvang de rijksoverheid directe verantwoordelijkheid dient te nemen voor het behoud van erfgoed van nationale betekenis.

Archieven

Het nu ontvangen raadsadvies gaat wat betreft de sector archieven over meer dan selectie. Het gaat ook in op de inrichting van het bestel. Zoals toegezegd werk ik samen met de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan een visienota over archiefbeheer, selectie en digitalisering bij de rijksoverheid. Een van de doelen van deze visienota is het verhelderen van verantwoordelijkheden en het beleggen ervan. Deze nota ontvangt uw Kamer in het voorjaar van 2006.

Musea

De uitwerking voor het museale selectiebeleid is door de raad opgenomen in het advies «Een vitaal museumbestel», het advies naar aanleiding van de museale strategie. Een agenderende brief inzake museale strategie ontvangt uw Kamer eind 2005.

Gebouwde monumenten en archeologie

Het advies van de Raad voor Cultuur is ingrijpend voor de sector monumentenzorg. De raad is van mening dat de samenstelling van het monumentenbestand aan herijking toe is. Hij adviseert echter niet alleen de herijking ter hand te nemen, maar acht mede als uitvloeisel van herijking een fundamentele heroverweging van het monumentenbeleid noodzakelijk. Ik heb kennisgenomen van dit advies en zal het advies zorgvuldig op zijn merites en consequenties beoordelen.

Planning

Het was mijn bedoeling om uw Kamer eind van dit jaar te informeren over mijn nieuwe erfgoedselectiebeleid. Gezien het verstrekkende advies van de Raad voor Cultuur over de monumentenzorg is meer tijd nodig voor een afgewogen beleidsvisie. Aangezien ik het selectiebeleid erfgoedbreed wil formuleren, zodat ik de onderlinge beleidssamenhang goed kan funderen en uiteenzetten, hecht ik aan een integrale presentatie van mijn visie op selectiebeleid voor alle erfgoedsectoren. De extra tijd die nodig is voor de monumentenzorg leidt er dan ook toe dat u mijn plan van aanpak voor erfgoedselectie later, namelijk in het voorjaar van 2006, zult ontvangen.

Dit laatste heeft een gevolg voor de aanwijzing van monumenten als beschermd monument. De Tijdelijke beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten (Staatscourant 21 juli 2004, nr. 137), op basis waarvan ik sinds juli 2004 zeer terughoudend omga met nieuwe verzoeken tot aanwijzing van archeologische en gebouwde monumenten, loopt tot 1 januari 2006. Omdat ik niet voor die datum de nieuwe selectiecriteria ontwikkeld heb, zal ik als vervolg op deze beleidsregel, een nieuwe beleidsregel opstellen met de intentie om dit beleid tijdelijk, tot medio 2007, voort te zetten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Naar boven