29 314
Beleidsbrief Cultuur 2004–2007

nr. 16
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 26 augustus 2005

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2 hebben op 23 juni 2005 overleg gevoerd met staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 10 maart 2005 inzake de beleidsbrief Veiligheid voor Collecties over het veiligheidsbeleid op het gebied van het cultureel erfgoed (29 314, nr. 12).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA) ziet het behoud van het culturele erfgoed als een speerpunt van het cultuurbeleid, waarbij het niet alleen over monumenten, maar ook over museale collecties gaat. Nederland moet trots zijn op wat het op cultuurhistorisch gebied heeft gepresteerd. Dit schept echter ook verplichtingen. Men moet voorzichtig met monumenten en collecties omgaan. Het verheugt haar dat de staatssecretaris schrijft dat de veiligheid van de collecties een belangrijk item is.

Diefstal van kerkkunst vormt een groot probleem, ook in de buurlanden. Het is onmogelijk om alle kerken voldoende te beveiligen. Ziet de staatssecretaris een oplossing? Wellicht kan met het oog op de open monumentendag op 10 september extra aandacht worden gegeven aan het religieuze erfgoed.

De staatssecretaris zet in op het structureel verstevigen van de infrastructuur waarmee zij aangeeft dat zij geen ad-hocbeleid wil voeren. De bewindsvrouw roept daarvoor een aantal georganiseerde samenwerkingsverbanden in het leven; versplintering moet echter worden voorkomen. Een centrale incidentenregistratie en een centrale diefstalregistratie moeten aan elkaar gekoppeld worden.

Er is sprake van een verplicht beveiligingsplan. Kan de staatssecretaris duidelijk maken aan welke eisen een dergelijk plan moet voldoen? In Europees verband is geen steun voor de oprichting van een Europese databank voor gestolen kunst, maar mevrouw Van Vroonhoven vindt dat alles op alles gezet moet worden om een dergelijke databank op te richten. De CRI (de Centrale Recherche Informatiedienst) beschikte over een gespecialiseerd korpsonderdeel Kunst en Antiek met een eigen database, KANS, dat drie jaar geleden is opgeheven waardoor de kennis en kunde op dat gebied verloren zijn gegaan. Het veld dringt aan op herplaatsing van dit korpsonderdeel. Wil de staatssecretaris op dit verzoek ingaan? Hoe verloopt in het algemeen de samenwerking met de departementen van Justitie en BZK op het gebied van het veiligheidsbeleid?

De bewindsvrouw ziet terecht een specifieke verantwoordelijkheid voor de in de rijksgebouwen gehuisveste (rijks)collecties. De ervaringen zijn echter niet alle positief. Er zijn verschillende stukken uit de ICN-collectie (Instituut Collectie Nederland) verdwenen en men weet niet om hoeveel stukken het gaat. Het is de verantwoordelijkheid van deze staatssecretaris dat de inhoud van de collecties duidelijk wordt gemaakt. Wat wordt ondernomen om de ontbrekende overheidsstukken te traceren? Heeft de bewindsvrouw bemoeienis met het thans lopende onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de ICN-collectie?

De staatssecretaris wil de aanbevelingen van het VRM-rapport (Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea) vrijwel geheel volgen. Zij stelt daartoe een bedrag van € 7 mln. ter beschikking. Is dat een extra bedrag of betreft het de € 7 mln. die al gereserveerd waren aan het begin van het jaar? Is dit bedrag geheel bedoeld voor de in de rijksgebouwen gehuisveste collecties of wordt een deel besteed aan specifieke maatregelen voor andere collecties en monumenten? Mevrouw Van Vroonhoven vindt het onverstandig als dit bedrag wordt besteed aan nieuwe onderzoeken en planontwikkelingen. Kunnen de beschikbare gelden ook worden ingezet ten behoeve van verbetering van de beveiliging, zoals alarmsystemen en sloten?

De heer Leerdam (PvdA) memoreert dat de staatssecretaris maatregelen wil nemen voor de bescherming van het Nederlandse culturele erfgoed en voor de collecties in de rijksgebouwen. Wil de bewindsvrouw ook naar het culturele erfgoed van het Koninkrijk kijken en hoe wil zij dit vorm geven? De heer Leerdam sluit zich aan bij de vragen van mevrouw Van Vroonhoven over de veiligheid van de gebouwen. Goede preventie start met het bewustzijn van de veiligheidsrisico's en behoort als zodanig tot de basistaken van een erfgoedorganisatie. De beveiliging van collecties en gebouwen mag niet ten koste gaan de publiekstoegankelijkheid. De staatssecretaris wil samenwerkingsinitiatieven ondersteunen om de infrastructuur van de veiligheidszorg te verstevigen. Kan zij hierover nadere mededelingen doen?

In januari 2005 verscheen het rapport Veiligheid voor VRM-musea dat de urgentie bevestigt van te nemen veiligheidsmaatregelen. Het streven naar een norm is echter niet realistisch: het is beter als op procesnormering wordt ingezet. Daarbij kan de instelling inspelen op de situatie en veranderingen in de musea en tegelijkertijd rekening houden met risico's en veiligheidsmaatregelen. Elke instelling moet een strategische visie hebben op beleidsniveau omtrent hetgeen geconcretiseerd moet worden in een integraal beveiligingsplan. De Inspectie Cultuurbezit zal dit jaarlijks toetsen waarvoor een bedrag van € 7 mln. incidenteel beschikbaar wordt gesteld. Waarom is dit incidenteel? Kan Nederland op dit gebied leren van andere Europese landen? Aan vijfentwintig VRM-musea is gevraagd, beleidsplannen in een strategische visie op de veiligheid op te nemen in de vorm van een integraal beveiligingsplan. Wil de bewindsvrouw uiteenzetten waarom zij voor een bedrag van € 7 mln. gekozen heeft?

Wat is de stand van zaken met de risico-inventarisatie en -analyse bij rijksgesubsidieerde musea? Hoe worden de veiligheidsvoorzieningen besteed? Bescherming van de collectie is de taak van de instelling. De heer Leerdam verwijst hiervoor naar de Haagse pilot. Waarom is voor deze pilot gekozen? Krijgt ieder VRM-museum hetzelfde bedrag?

In het algemeen overleg van 30 juni 2004 vroeg de PvdA-fractie om een centrale diefstalregistratie. Uit de brief van 10 maart 2005 blijkt dat er slechts sprake is van aanbevelingen. Klopt het dat momenteel alleen maar wordt afgewacht?

Het antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris concludeert dat de Kamer haar integrale aanpak steunt. Aan preventie wordt prioriteit gegeven. Verder wordt getracht, nationaal en op Europees niveau te komen tot registratie en opsporing van gestolen cultuurgoederen, hetgeen tijd kost. Het incidentenregister is een belangrijk preventief middel. Op nationaal niveau vindt goed overleg plaats tussen de collega's van BZK en van Justitie over centralisatie en het opzetten van een database. Hierbij moeten justitie en politie op elkaar worden afgestemd. Ook de musea moeten hierbij een rol vervullen. Europol wil deze lijn oppakken, mede onder druk van Italië en Spanje waar de problematiek van gestolen cultuurgoederen nog groter is. Afstemming met Europa kost, zoals bekend, meer tijd.

De staatssecretaris heeft een bedrag van € 7 mln. per jaar uitgetrokken. De eerste drie jaar zal daarvan een bedrag van € 500 000 bij de Mondriaanstichting beschikbaar zijn voor de overige niet-rijksmusea. De verwachting is dat het totaalbedrag van € 1,5 mln. voldoende is om de meest dringende problemen bij de niet-rijksmusea op te lossen. Daarnaast is uit het bedrag van € 7 mln., € 50 000 gereserveerd voor het incidentenregister. Ook is een bedrag van € 200 000 uitgetrokken voor het Kennisinstituut ten behoeve van het ontwikkelen van brede kennis over veiligheid. De bedoeling is nadrukkelijk dat ook niet-rijksmusea hulp krijgen, zonder dat het Rijk daarvoor financieel de verantwoordelijkheid neemt. Gemeenten, provincies of particulieren zijn verantwoordelijk voor de beveiliging van niet-rijksmusea. Omdat de staatssecretaris het mede uit preventieve overwegingen belangrijk vindt dat ook de beveiliging van deze musea op een goed niveau komt en omdat door kleine musea deze kennis moeilijk kan worden vergaard, heeft zij incidenteel geld beschikbaar gesteld. Het bedrag van € 1,5 mln. is vooral bedoeld voor het ontwikkelen van veiligheidsplannen en voor het opstellen van de risicoanalyse. Verder is incidenteel € 500 000 beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van veiligheidsplannen voor de rijksmusea. Het resterende bedrag van ongeveer € 5 mln. is beschikbaar voor fysieke maatregelen bij de rijksmusea. Deze middelen die jaarlijks beschikbaar zijn en gelijkmatig over de jaren heen worden verspreid, kunnen een adequaat veiligheidsniveau bewerkstelligen. Verwacht wordt dat dit bedrag voldoende is, omdat het tot stand gekomen is op basis van onderzoek door de musea zelf.

Een integraal beveiligingsplan bevat een risico-inventarisatie, een calamiteitenplan, een ontruimingsplan en een schilbeveiliging (kwetsbare stukken moeten op de meest veilige plekken tentoon worden gesteld). Verder moet rekening gehouden worden met oefeningen, brandbeveiliging, voorkoming van waterschade, diefstal, vandalisme en bommeldingen. De incidentenregistratie biedt een leerproces voor het opstellen van risico-inventarisaties.

De databank voor gestolen cultuurgoederen is primair bedoeld voor opsporing en vervolging en voor uitwisseling van gegevens met andere landen. Het incidentenregister heeft een ander doel; het richt zich op leerprocessen in het kader van integrale beveiligingsplannen. Het zijn twee aparte systemen die op een andere manier moeten worden beheerd. Het incidentenregister is bezit van de musea die het ook onderhouden. De database is een zaak van politie en justitie.

De Haagse pilot is een schoolvoorbeeld van collectiebeheer samen met instellingen, gemeente, brandweer en politie. De bewindsvrouw wil dat andere steden en regio's deze pilot volgen. Een ander voorbeeld van beveiliging en beheer is het samenvoegen van de meldkamers van het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum.

Kerken kunnen een subsidie aanvragen bij de Mondriaanstichting voor een risicoanalyse. Zij verkeren in dezelfde positie als andere niet-rijksmusea. De kerken hebben een aparte positie waardoor hun risicoanalyse een geheel andere aard heeft. Het Kennisinstituut kan de kerkbesturen op dit gebied steun bieden. Financieel gezien hebben de kerken echter geen bijzondere positie.

Het Rijk is niet verantwoordelijk voor het Koninkrijkserfgoed. De bewindsvrouw ziet geen aanleiding om hiervoor extra financiële aandacht te vragen, maar zij zal een eventuele hulpvraag niet negatief benaderen. Zij hoopt de Kamer, na behandeling van de door haar voor de ministerraad voorbereide brief, zo snel mogelijk te kunnen inlichten over de nadere stand van zaken rondom het vermissingendossier rijkscollectiebeheer. De bewindsvrouw kan echter nu al mededelen dat niet alle stukken zijn teruggevonden. Zij komt hierop uitgebreid terug in haar brief aan de Kamer.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA) herinnert aan haar vragen over het wegbezuinigde korpsonderdeel bij de CRI en de Europese databank. Waarom is het niet opportuun om in Europees verband regelingen te treffen?

De heer Leerdam (PvdA) herinnert aan zijn vraag over de VRM-musea. Wordt een beleid ontwikkeld voor het culturele erfgoed dat niet onder het Rijk valt?

De staatssecretaris merkt op dat mede naar aanleiding van de incidenten van de afgelopen jaren indringende gesprekken plaatsvinden met minister Remkes en minister Donner. Indertijd zijn beleidskeuzes gemaakt, maar nu wordt bezien in hoeverre meer aandacht kan worden gegeven aan het fenomeen kunst. De op te zetten database zal capaciteit van de CRI vragen en dat betekent het stellen van prioriteiten. Hierover wordt constructief overleg gevoerd, waarbij oog is voor het behoud van de inmiddels opgebouwde kennis.

Europol is gericht op Europese standaarden en Nederland wil zich bij deze ontwikkeling aansluiten, maar wil ook operationeel aan de slag gaan. Daar wordt alles op ingezet.

De VRM-musea krijgen financiële middelen op basis van de risicoanalyse. Het bedrag van € 7 mln. is structureel. Volgens de planning kunnen te zijner tijd alle musea optimaal beveiligd zijn.

Desgevraagd benadrukt de bewindsvrouw dat nu gesproken wordt over de beveiliging van musea met museaal erfgoed; het gaat niet om voorkoming van vandalisering van de gebouwen. Dit laatste valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het desbetreffende culturele erfgoed.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Cornielje

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Arends


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Van Bommel (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (ChristenUnie), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Smeets (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Leerdam (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA), Visser (VVD), Azough (GroenLinks), Roefs (PvdA), Jungbluth (GroenLinks).

Plv. leden: Ferrier (CDA), Rijpstra (VVD), Bakker (D66), Bussemaker (PvdA), Brinkel (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Verbeet (PvdA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Nawijn (LPF), Adelmund (PvdA), Nijs (VVD), Halsema (GroenLinks), Kalsbeek (PvdA), Vendrik (GroenLinks).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Van Hijum (CDA), Nijs (VVD).

Plv. leden: Klaas de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Sande (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GroenLinks), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam (PvdA), Eski (CDA), Balemans (VVD), Vergeer (SP).

Naar boven