nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2005
Met de brieven van 11 december 2002 van de Staatssecretaris van VWS
(Kamerstukken II 2002/03, 28 169, nr. 30) en van 12 december 2002
van de Staatssecretaris van SZW, K. L. Phoa (Kamerstukken II 2002/03,
28 170, nr. 12) bent u geïnformeerd over het voornemen van het kabinet
om de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz)
en de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (Wgbl) te integreren in
de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). De brieven waren een reactie op
de motie Mosterd c.s. (Kamerstukken II 2001/02, 28 169, nr. 23).
Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister
van Justitie, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wil ik u in deze brief informeren
over de voortgang van het integratietraject.
Zoals in bovengenoemde brieven is toegezegd, is na de vaststelling van
de wetten die de EG-richtlijnen 2000/43/EG en 2000/78/EG in de Nederlandse
wetgeving hebben geïmplementeerd (de EG-implementatiewet Awgb, de Wgbh/cz
en de Wgbl) een aanvang gemaakt met de interdepartementale voorbereiding van
een wetsvoorstel waarbij de Wgbl en Wgbh/cz geïntegreerd worden in de
Awgb. In eerste instantie is bij het opstellen van dit integratiewetsvoorstel
uitgegaan van de gedachte dat de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen
(Wgb m/v) vooralsnog als zelfstandige wet zou voortbestaan. Bij de behandeling
in de Tweede Kamer van de EG-implementatiewet Awgb heeft de Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aangegeven dat de vraag over
de integratie van de Wgb m/v bij de tweede evaluatie van de Awgb aan de orde
zou kunnen komen (Kamerstukken II 2003/04, 28 770, nr. 10, blz. 10).
Tijdens de behandeling van de Evaluatiewet Awgb (de aanpassingswetgeving
naar aanleiding van de eerste evaluatie van de Awgb, Kamerstukken 29 311)
is door uw Kamer opnieuw gevraagd naar de mogelijkheid om de integratie van
de Wgb m/v alsnog mee te nemen in de integratiewet waarmee ook de gronden
leeftijd en handicap in de Awgb opgenomen zouden worden (Handelingen
II, 2004/05, blz. 3017). Ook bij de interdepartementale voorbereiding van
de tweede evaluatie van de Awgb is deze vraag aan de orde gekomen. In dat
kader is besloten de mogelijkheid van deze brede integratie te onderzoeken.
Interdepartementaal onderzoek door de ministeries van SZW en BZK heeft uitgewezen
dat deze uitbreiding van de Integratiewet inderdaad mogelijk lijkt.
In aansluiting bij de integratie van de gronden leeftijd en handicap of
chronische ziekte in de Awgb, zal ook de integratie van de Wgb m/v een technisch
karakter hebben, waarbij geen inhoudelijke wijzigingen zijn beoogd.
Uitbreiding van de Integratiewet leidt tot een vertraging in het tijdschema.
Dat verlies wordt mijns inziens gecompenseerd door het feit dat na deze operatie
vier gelijke behandelingswetten tot één wet geïntegreerd
zullen zijn. Deze integratie betekent een aanzienlijke verbetering in de toegankelijkheid
van de gelijke behandelingswetgeving. Het ontwerp voor de geïntegreerde
Awgb zal waarschijnlijk voor de zomer afgerond worden. Na advisering over
het ontwerp door Cgb, Actal, LBL, CG-raad en E-Quality, zal het wetsvoorstel
naar verwachting dit najaar naar de Raad van State gezonden kunnen worden.
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
A. Pechtold