29 311
Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Evaluatiewet Awgb)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 19 december 2003

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

ALGEMEEN

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van deze Evaluatiewet. De regering stelt op bladzijde van de memorie van toelichting dat de Evaluatiewet dient ter verwezenlijking van een aantal van de toezeggingen uit het kabinetsstandpunt over de Algemene wet gelijke behandeling.

Een aantal andere toezeggingen (bijvoorbeeld naar aanleiding van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de EG-implementatiewet Awgb) is niet in deze wet opgenomen omdat deze worden meegenomen in de toekomstige integratiewet. Wanneer zullen deze wijzigingen wel kunnen worden doorgevoerd? Waarom wordt met de integratiewet de «grond» chronische ziekte niet in de Awgb opgenomen en leeftijd en handicap wel?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel, dat deze leden aanleiding geeft tot een enkele opmerking.

ARTIKELEN

Artikel 1

C

De leden van de fractie van de ChristenUnie achten een nadere argumentatie van de voorgestelde aanpassing van artikel 12, eerste lid van belang. De Commissie gelijke behandeling (Cgb) signaleert een kloof tussen de individuele verzoeken om een oordeel en de omvang van een onderzoek uit eigen beweging. De beperking van artikel 12 op het laatste punt is bij de behandeling van de Awgb destijds ingegeven door de opvatting dat de werkwijze van de Gcb primair geleid zou moeten worden door de klachten die daar worden ingediend. Dat ligt naar het oordeel van deze leden ook voor de hand; de Cgb is immers geen inspectiedienst van de overheid. Kan worden verduidelijkt om welke reden de beperkingen die de commissie ervaart door de formulering van het huidige artikel 12, kennelijk zo zwaar wegen dat het mogelijk zou moeten worden om wél individuele bedrijven en instellingen uit eigen beweging te onderzoeken? Zijn onderzoeken of uitspraken in het verleden achterwege gebleven omdat hetzij geen klachten betreffende bepaalde bedrijven of instellingen zijn ingediend, terwijl de Cgb kennelijk anderszins wel bepaalde signalen bereikten, hetzij omdat anderzijds ook werd afgezien van een sectoronderzoek? De leden van de fractie van de ChristenUnie plaatsen te meer kanttekeningen bij de noodzaak van de voorgestelde wijziging omdat artikel 12 bepaalt dat klachten niet alleen door de benadeelde partij kunnen worden ingediend, maar ook door bedrijven, ondernemingsraden en verenigingen of stichtingen, die in overeenstemming de belangen behartigen van diegenen in wier bescherming de gelijke behandelingswetgeving voorziet. Zijn situaties voorstelbaar waarin door niemand klachten worden ingediend en een eigen onderzoek op bedrijfsniveau door de Cgb nog de enige weg is, zo vragen deze leden.

E

De regering stelt hier dat het belangrijker is dat het hoofd van het bureau van de Commissie gelijke behandeling (Cgb) (de directeur) managementkwaliteiten bezit dan dat hij of zij voldoet aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechter. En dat het daarom niet nodig is dat het hoofd bureau tevens secretaris is. Wat is het verband tussen vereisten voor benoembaarheid tot rechter die niet noodzakelijk wordt geacht en het laten vervallen van de functie van secretaris, vragen de leden van de PvdA-fractie?

F

De regering zegt dat met betrekking tot de rechtspositie van de Cgb zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij de regeling die geldt voor het College Bescherming persoonsgegevens (CBP). Wat is de bepalende overeenstemming tussen het CBP en de Cgb, vragen de leden van de PvdA-fractie?

Artikel III

De regering stelt dat de wijziging wordt geformuleerd onder het voorbehoud van eerdere inwerkingtreding van de EG-implementatiewet Awgb. Doet zich een probleem voor als de EG-implementatiewet Awgb later in werking treedt, vragen de leden van de PvdA-fractie?

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA), Tonkens (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (CU), Wilders (VVD), Rambocus (CDA), Vergeer (SP), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Atsma (CDA), Giskes (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Griffith (VVD), Balemans (VVD) en Eski (CDA).

Naar boven