nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING
ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Voorstel van wet
Artikel 4
In artikel 4 lid 1 luidde de verwijzing naar lid 2: «het volgende
lid».
Artikel 14
In artikel 14 waren de woorden «overeenkomstig artikel 34, vierde
lid, van de Verordening» opgenomen.
Memorie van toelichting
Artikel 3
In de laatste alinea van de toelichting op artikel 3 waren de volgende
zinnen niet opgenomen:
«In dat verband wordt voor de volledigheid opgemerkt dat de verplaatsing
van de statutaire zetel van de SE geen wijziging brengt in de arbeidsovereenkomsten
van de werknemers met de vennootschap. Het medezeggenschapsregime dat met
de vennootschap is overeengekomen, dan wel via de referentievoorschriften
van toepassing is, wijzigt evenmin door een zetelverplaatsing. Dit wordt impliciet
bevestigd door de omstandigheid dat noch de verordening noch de richtlijn
voorziet in een specifieke regeling in verband met de positie van de werknemers
van de SE in het geval van een zetelverplaatsing.»
Artikel 4
Aan het eind van de toelichting op artikel 4 was het volgende niet opgenomen:
«Ten gevolge van de zetelverplaatsing wordt het recht van de (nieuwe)
lidstaat van vestiging op de SE van toepassing. Dat recht kan aan (minderheids)aandeelhouders
andere rechten toekennen dan het recht van de lidstaat van herkomst. Het recht
van de nieuwe lidstaat van vestiging kan bijzondere voorzieningen omvatten
voor de bescherming van minderheidsaandeelhouders. In sommige lidstaten hebben
minderheidsaandeelhouders van een beursvennootschap bijvoorbeeld een recht
op de uitkoop van hun belang in het geval zij niet hebben gereflecteerd op
een openbaar bod op de aandelen van de vennootschap en zij daarna tot de ontdekking
komen dat zij in een beklemde positie zijn geraakt. Andere lidstaten kennen
een dergelijk recht niet aan minderheidsaandeelhouders toe.
Het stemrecht van de aandeelhouders wordt in het algemeen in het bijzonder
beheerst door de statuten van de vennootschap. Deze statuten worden op het
punt van het stemrecht niet automatisch gewijzigd ten gevolge van de zetelverplaatsing.
Na de zetelverplaatsing wordt echter de mogelijkheid om de statuten te wijzigen
beheerst door het recht van de nieuwe lidstaat van vestiging. Dat recht bepaalt
of en onder welke voorwaarden een wijziging van de statuten en meer in het
bijzonder de statutaire rechten van de aandeelhouders mogelijk is. Ook dat
kan leiden tot een wijziging van positie van minderheidsaandeelhouders. Aandeelhouders
kunnen met deze omstandigheden rekening houden wanneer over de voorgestelde
zetelverplaatsing wordt gestemd.
Thans ligt niet voor de hand om uitsluitend voor de SE, en meer in het
bijzonder vanwege een mogelijke zetelverplaatsing van een SE, een aanvullende
regeling te introduceren voor de bescherming van minderheidsaandeelhouders.
In Nederland moeten minderheidsaandeelhouders van n.v.'s en b.v.'s –
en nu dus ook de SE – er in het algemeen rekening mee houden dat zij
kunnen worden overstemd door de meerderheid. Wel ligt voor de hand om in de
toekomst te bezien of er aanleiding is om in verband met de belangen van minderheidsaandeelhouders –
in het algemeen – in een regeling te voorzien, bijvoorbeeld in de vorm
van een uitkooprecht van de aandeelhouders. Voor een dergelijke regeling kan
aanleiding bestaan wanneer in Europees verband overeenstemming op dat punt
wordt bereikt in het kader van de uitvoering van het Actieplan van de Europese
Commissie voor de modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering
van de corporate governance in de Europese Unie (mededeling van
de Commissie van 21 mei 2003). Indien een dergelijke regeling voor de naamloze
vennootschap tot stand komt, zal een vergelijkbare regeling voor de zetelverplaatsing
van de SE kunnen worden bepaald (voor zover een regeling niet reeds automatisch
van toepassing is op grond van artikel 9 verordening).
Artikel 6
De laatste alinea van de toelichting op artikel 6 luidde:
«De inschrijving van een SE in het handelsregister, alsmede de doorhaling
van zo'n inschrijving, moeten worden bekendgemaakt via het Publicatieblad
van de Europese Gemeenschappen. Daartoe moeten de relevante gegevens binnen
een maand na de openbaarmaking via het handelsregister worden meegedeeld aan
het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. De
Kamers van Koophandel hebben zich bereid verklaard dit Bureau van de benodigde
informatie te voorzien voor wat betreft de in Nederland gevestigde SE's. De
Kamers van Koophandel hebben een vergelijkbare taak in verband met de publicatie
van gegevens betreffende Europese economische samenwerkingsverbanden (artikel
11 Verordening nr. 2137/85 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden),
zodat het voor de hand ligt ook op hen beroep te doen voor de SE.»
Artikel 26
De toelichting op artikel 26 luidde:
«De SE moet, gelijk andere rechtspersonen worden ingeschreven in
het handelsregister. Dat betekent dat de SE moet worden toegevoegd aan de
opsomming van rechtspersonen in artikel 4 lid 1 van de Handelsregisterwet
1996. Voor iedere SE die een onderneming drijft, geldt dat op grond van artikel
3 van de Handelsregisterwet 1996 de in Nederland gevestigde onderneming of
de in Nederland gelegen nevenvestiging van de onderneming moet worden ingeschreven.
Uit artikel 4 lid 3 Handelsregisterwet 1996 volgt dat de inschrijving van
de onderneming van een SE met statutaire zetel in Nederland tevens geldt als
inschrijving van de SE als rechtspersoon.»