nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (verlenging termijn waarbinnen
een afnemer wordt beschouwd als beschermde afnemer in de zin van de Gaswet
en de Elektriciteitswet 1998).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
18 november 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de termijn waarbinnen een afnemer
wordt beschouwd als beschermde afnemer in de zin van de Gaswet en de Elektriciteitswet
1998 verlengd dient te worden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, wordt «gedurende
de periode tot en met 31 december 2003» vervangen door: gedurende de
periode tot en met 30 juni 2004.
B
In artikel 104, vierde lid, wordt «met ingang van 1 januari 2004»
vervangen door: met ingang van 1 juli 2004.
ARTIKEL II
De Gaswet wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel n, onder 2°, wordt «tot
en met 31 december 2003» vervangen door: tot en met 30 juni 2004.
B
In artikel 88, vierde lid, wordt «met ingang van 1 januari 2004»
vervangen door: met ingang van 1 juli 2004.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke
referendumwet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,