29 299
Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING, ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

In artikel 31, tweede lid, onderdeel b, werd na «artikel 22» toegevoegd: , eerste lid, onder b,.

Aan artikel 44b, zesde lid, werd onder plaatsing van een dubbele punt, een inspring en een letter a. na «opgelegd», een onderdeel b. toegevoegd, luidende: b. door burgemeester en wethouders aan de vergunninghouder schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen de vergunning in te trekken, overeenkomstig artikel 31, vierde lid.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

De laatste zin van de Inleiding luidde: Omdat strafrechtelijke handhaving onder bepaalde voorwaarden mogelijk blijft, worden in het wetsvoorstel voorzieningen getroffen om samenloop van bestuurlijke boetes en boetes op grond van de WED te voorkomen.

Dit is nu vervangen door: Omdat intrekking van de vergunning en strafrechtelijke handhaving onder bepaalde voorwaarden mogelijk blijven, zijn in het wetsvoorstel voorzieningen getroffen om cumulatie van sancties te voorkomen.

In de paragraaf Historie van dit wetsvoorstel werd na de zin «Zo worden de gemeenten als zij daar prijs op stellen op de hoogte gesteld van alle door de VWA/KvW genomen maatregelen op hun grondgebied.» toegevoegd: Gemeenten zijn reeds verplicht (artikel 28, tweede lid) om alle beschikkingen tot verlening, wijziging of intrekking van de vergunning aan de VWA/KvW te zenden.

In de paragraaf Rechtsbescherming werd de zin «Voor de DHW geldt namelijk reeds de normale bestuursrechtelijke rechtsgang conform de Awb en de Wet op de Raad van State.» vervangen door: Voor de DHW geldt namelijk reeds de normale bestuursrechtelijke rechtsgang conform de Awb, dus een bezwaarschriftenprocedure bij de Minister van VWS en beroep op de administratieve rechter.

In de paragraaf Budgettaire consequenties en gevolgen voor de belasting van de rechterlijke macht werd in de eerste zin na «Het Bureau Bestuurlijke Boetes» ingevoegd: van de VWA/KvW. In de derde zin werd na «afhandeling van de bezwaar- en beroepsprocedures» ingevoegd: door het ministerie van VWS.

In de toelichting op artikel 44a werd na «Het Bureau Bestuurlijke Boetes» ingevoegd: binnen de VWA/KvW. In dezelfde toelichting werd, enige alinea's verder, in de zin «In dat licht bezien is het wenselijk om te voorkomen dat de werkzaamheden die na het opstellen van het rapport moeten worden verricht – met name het horen van belanghebbenden en het concipiëren van de beschikking – door dezelfde functionarissen worden verricht als die eerder bij het feitenonderzoek waren betrokken.» na «dezelfde functionarissen» toegevoegd: binnen de VWA/KvW. Drie zinnen verder werd ingevoegd de zin: Eventuele bezwaarschriften zullen worden behandeld door ambtenaren van het ministerie van VWS. De slotalinea van de toelichting op artikel 44a luidde aanvankelijk:

Zoals in het algemeen deel al uiteengezet is, blijft strafrechtelijke handhaving mogelijk. Om die reden zijn voorzieningen nodig om samenloop van bestuurlijke boetes en boetes op grond van de WED te voorkomen. Het derde lid bevat zo'n voorziening. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt indien ter zake van hetzelfde feit in het kader van een strafvervolging het onderzoek ter terechtzitting is gestart. Een spiegelbeeldige bepaling is te vinden in het zevende lid. Overigens zullen tussen het Bureau Bestuurlijke Boete en het openbaar ministerie afspraken moeten worden gemaakt over de praktische uitwerking van deze bepalingen.

Zij is vervangen door:

Zoals in het algemeen deel al uiteengezet is, blijft strafrechtelijke handhaving mogelijk. Ook de in artikel 32, tweede lid, aan burgemeester en wethouders toegekende bevoegdheid de vergunning in te trekken blijft bestaan. Daarom zijn voorzieningen nodig om cumulatie van sancties te voorkomen. Het zesde lid bevat deze. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt indien ter zake van hetzelfde feit in het kader van een strafvervolging het onderzoek ter terechtzitting is gestart. De bevoegdheid vervalt ook als burgemeester en wethouders naar aanleiding of mede naar aanleiding van hetzelfde feit aan de vergunninghouder hebben laten weten voornemens te zijn de vergunning in te trekken.Voor wat betreft de strafvervolging is een spiegelbeeldige bepaling te vinden in het zevende lid.

De slotzin van de toelichting op artikel 44e luidde aanvankelijk: Daarom is bepaald dat de inhoud van het rapport zo veel mogelijk desgevraagd aan betrokkene wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal. Dit is vervangen door: Daarom moet de essentie van het rapport desgevraagd zo veel mogelijk aan betrokkene worden medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.

Naar boven