29 297
Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en van de Faillissementswet in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 maart 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen (PbEG L 110)

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 4 december 2003

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

Aanhef 1

Inleiding 1

Pensioen- en Verzekeringskamer 2

Overig 2

Aanhef

De leden van de CDA fractie hebben met genoegen kennis genomen van het voorstel tot wetswijziging.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele nadere vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van bovenvermeld wetsvoorstel dat strekt tot uitvoering van de richtlijn uit 2001 betreffende de liquidatie van verzekeringsondernemingen met bijkantoren in verschillende lidstaten.

Inleiding

De uitgangspunten van de richtlijn die als basis dient voor de dubbele wetswijziging kunnen de leden van de CDA-fractie onderschrijven. Deze leden kunnen zich goed vinden in de versterking van de positie van de schuldeisers uit hoofde van een verzekering in de Europese, grens-1

overschrijdende dimensie. Per saldo hopen deze leden dat deze aanvullende garanties de stabiliteit van de verzekeringsmarkt ten goede zal komen en de rechtspositie en het gevoel van zekerheid bij de verzekeringsnemer zal bevorderen. Loopt Nederland met betrekking tot de uitvoering van de richtlijn in de pas met andere staten?

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de nodige wettelijke bepalingen zoals voorzien in de richtlijn niet uiterlijk op 20 april 2003 in werking zijn getreden. Waarom heeft de regering een jaar meer de tijd nodig, bovenop de twee jaren die de richtlijn reeds bood voor de implementatie?

Deze leden vragen zich af wat er anders zou zijn gegaan bij het verzekeringsbedrijf Vie d'Or, als deze wet destijds al had bestaan? Kan de regering hierop ingaan? Hoe vaak komt het in de praktijk voor dat mensen uit een ander land een verzekering in Nederland nemen en hoe vaak komt het voor dat Nederlanders een verzekering afsluiten bij een buitenlandse verzekeraar? Hoe vaak is in Nederland een insolventieprocedure gestart?

De leden van de CDA-fractie merken nog op dat het verzekeringsbedrijf, als andere financiële instellingen, een bijzondere plek in de economie kent. In hoeverre is een dergelijke «uitzonderingspositie» op de insolventieregeling en faillissementswetgeving ook geregeld voor andere financiële instellingen?

Implementatie van deze richtlijn diende uiterlijk op 20 april 2003 plaats te vinden. De leden van de VVD-fractie vragen zich af waarom gelet op het feit dat de richtlijn reeds dateert uit maart 2001 er eerst nu maatregelen worden getroffen om de richtlijn te implementeren. Zijn er gevallen bekend van verzekeraars die door deze overschrijding van de omzettingstermijn hinder hebben ondervonden?

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie zich af hoe de samenwerking tussen de Europese toezichthouders verloopt in de fase voor een eventueel faillissement? Bestaan er bijvoorbeeld overlegstructuren?

Pensioen- en Verzekeringskamer

Heeft het aangekondigde voorstel tot wetswijziging ook betrekking op pensioenverzekeraars, zo vragen de leden van de fractie van het CDA? In dit geval: hoe verhoudt de wetswijziging zich tot de pensioen- en spaarfondswet?

Kan de regering de leden van de fractie van de PvdA aangeven hoe de beïnvloeding van de bevoegdheden van de Pensioen- en Verzekeringskamer bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, zoals genoemd in artikel 156, lid 9, samenloopt met het wetsvoorstel waarin de fusie tussen De Nederlandsche Bank en de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) geregeld wordt?

De leden van de fractie van de VVD vragen waarom herverzekeraars niet onder het toezicht van de PVK vallen. In de krantenberichten over het meest recente faillissement in de verzekeringsbranche (SGWN) werd immers wel degelijk gesproken over de rol van de herverzekeraars. Tot slot vragen deze leden wie er toezicht houdt op de bewindvoerder van de PVK.

Overig

De leden van de fracties van het CDA en de PvdA vragen in hoeverre met dit implementatievoorstel gevolg wordt gegeven aan de motie van het lid van Vroonhoven-Kok cs., waarin wordt aangegeven dat het onwenselijk is dat de regering Europese richtlijnen breder implementeert dan Europa voorschrijft en de regering verzocht wordt fiscale implementatiewetten niet meer regelgeving te laten omvatten dan waartoe EU-richtlijnen noodzaken?

Daarnaast vragen de leden van de fractie van de PvdA wanneer het implementatiewetsvoorstel met betrekking tot de kredietinstellingen verwacht kan worden?

Tenslotte vragen de leden van de fractie van het CDA of de regering meent dat extra waarborgen nodig zijn ten aanzien van herverzekeraars? Hoe is de coördinatie van regelgeving van liquidatie en sanering in relatie tot de Verenigde Staten geregeld?

De voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De adjunct-griffier van de commissie,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Giskes (D66), Crone (PvdA), De Grave (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Eurlings (CDA), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), Voorzitter, Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Loon-Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Heemskerk (PvdA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), De Ruiter (SP), Mosterd (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Bommel (SP), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Samsom (PvdA), Luchtenveld (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA) en De Vries (VVD).

Naar boven