29 297
Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en van de Faillissementswet in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 maart 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen (PbEG L 110)

nr. 5
NADER RAPPORT

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat. (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 11 november 2003, aangeboden aan de Koningin door de minister van Financiën, mede namens de minister van Justitie.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 april 2003, nr. 03.001675, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 juli 2003, nr. W06.03.9.46/IV, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Naar aanleiding van de redactionele kanttekeningen van de Raad van State zijn de volgende wijzigingen aangebracht.

Het wetsvoorstel is aangevuld met twee artikelen betreffende registratie van een saneringsmaatregel onderscheidenlijk van een liquidatieprocedure bij de griffie van de rechtbank te 's-Gravenhage: de artikelen 171p Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (hierna: Wtv 1993) en 212cc Faillissementswet. Voort is de nummering in het wetsvoorstel van de artikelleden van artikel Wtv 1993 gecorrigeerd.

De memorie van toelichting is aangevuld met een passage waarin aandacht wordt besteed aan de gevolgen van de overschrijding van de omzettingstermijn en met een passage waarin aandacht wordt besteed aan de wijze waarop gevolg is gegeven aan de adviezen van de Pensioen- & Verzekeringskamer, het Verbond van Verzekeraars, de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht en de Raad voor de rechtspraak. Voorts is op verschillende plaatsen in de memorie van toelichting uiteengezet waarom bepaalde richtlijnartikelen geen implementatie behoeven:

algemene toelichting:

– laatste alinea van de subparagraaf «Overige richtlijnbepalingen» van paragraaf 5 («Omzetting van de richtlijn in Nederlands recht»);

– laatste twee alinea's van de paragraaf 6 («Voorrang verbonden aan vorderingen uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst»);

artikelsgewijze toelichting:

– artikel 156 Wtv 1993, laatste alinea;

– in de toelichting op artikel 171b Wtv 1993 is verduidelijkt dat de daar gegeven lijst met voorbeelden afkomstig is uit de tekst van de richtlijn.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een aantal wijzigingen van technische aard in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting aan te brengen. Het betreft de volgende wijzigingen in het wetsvoorstel.

– In artikel 156, tiende lid, aanhef, Wtv 1993, is de zinsnede «verzoekschriften als bedoeld in het eerste, derde en zesde lid» vervangen door: verzoekschriften als bedoeld in het eerste en derde lid en de voordracht of het verzoek, bedoeld in het zesde lid.

– In artikel 156, tiende lid, laatste zin, Wtv 1993, was aanvankelijk bepaald dat de griffier een afschrift van een voordracht of verzoek als bedoeld in het zesde lid van dat artikel aan de verzekeraar zendt en van de inhoud daarvan kennis geeft aan bepaalde buitenlandse toezichthoudende autoriteiten. Dit voorschrift was echter al opgenomen in het eerste gedeelte van het tiende lid. De laatste zin is gewijzigd in dier voege dat de griffier een afschrift zendt aan de Pensioen- & Verzekeringskamer.

– In artikel 163a, vierde lid, tweede zin, Wtv 1993, is de zinsnede «deze aankondiging» gewijzigd in «de eerste aankondiging», teneinde duidelijker tot uitdrukking te brengen dat de publicatie die bepalend is voor de vraag of de in dat artikel genoemde vorderingen vallen onder de werking van artikel 163, de publicatie in de dagbladen is, en niet die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

– In artikel 165, vierde lid, Wtv 1992, is toegevoegd dat de overdracht van rechten en verplichtingen ook in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen moet worden gepubliceerd, en is de zinsnede «gerechtigden op uitkering» vervangen door: schuldeisers met een vordering uit hoofde van verzekering.

– De leden van artikel 214 van de Faillissementswet zijn genummerd en het tweede lid van het huidige artikel 214, welk lid in de aan de Raad van State gezonden versie ontbrak, is als derde lid ingevoegd.

Voorts bevatte het voorstel dat aan de Raad van State was gezonden bepalingen die de samenloop regelden met het voorstel van wet tot wijziging van de Faillissementswet in verband met het bevorderen van de effectiviteit van surseance van betaling en faillissement (kamerstukken II 1999/200, 27 244, nr. 2). De met betrekking tot dat wetsvoorstel op 19 september 2003 door de Tweede Kamer ontvangen derde nota van wijziging maken de samenloopbepaling in de aan de Raad van State gezonden versie van het onderhavige voorstel van wet overbodig; deze samenloopbepaling komt in het onderhavige wetsvoorstel niet meer voor.

De wijzigingen die in de memorie van toelichting zijn aangebracht zonder dat de kanttekeningen van de Raad van State daartoe aanleiding gaven, zijn de volgende:

– Verduidelijkt is dat onder de definitie van «schuldeisers met een vorderingen uit hoofde van verzekering eveneens valt – in de woorden van artikel 2, onderdeel k, van de richtlijn – het voor een schuldeiser gereserveerde bedrag, «zo lang nog niet alle elementen van de schuld bekend zijn».

– Aan het slot van de artikelsgewijze toelichting op artikel 1, onderdeel dd, van de Wtv 1993, is de zinsnede «waarden ter dekking van schulden» vervangen door: «waarden ter vervanging van verplichtingen», overeenkomstig de terminologie in de wettekst.

– De wijziging van artikel 165 Wtv 1993 is toegelicht.

– De term «beheerder» is op verschillende plaatsen vervangen door «bewindvoerder», teneinde aan te sluiten bij de terminologie in het wetsvoorstel.

– De artikelen 171p WTV 1993 en 213cc Faillissementswet zijn toegelicht.

Tot slot zijn in de transponeringstabel enkele onvolkomenheden gecorrigeerd.

Ik moge U, mede namens mijn ambtsgenoot van Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven