29 296 Tunnelveiligheid

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2010

Uw vaste commissie van Verkeer en Waterstaat heeft mij gevraagd om geen onomkeerbare besluiten te nemen inzake de tijdelijke weguitbreiding ter plaatste van de A2 Leidsche Rijn Tunnel.

Zoals gemeld in het Algemeen Overleg van 14 september 2010 (kamerstuk 29 296, nr. 8) heb ik samen met het college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Utrecht besloten om de A2 van Amsterdam richting Utrecht stapsgewijs open te stellen in combinatie met het aanleggen van een tijdelijke weguitbreiding ter hoogte van de tunnel. Hierdoor wordt het mogelijk om – zolang de A2 Leidsche Rijn Tunnel niet opengesteld is – op korte termijn gebruik te maken van de verbrede A2 tussen Holendrecht en Oudenrijn.

De procedures voor de tijdelijke weguitbreiding zijn in gang gezet door de gemeente Utrecht en Rijkswaterstaat.

Volgens de huidige planning zal de tijdelijke weguitbreiding in april 2011 gereed zijn. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van de ingeplande buitendienststellingen in de spoorlijn om de steunpunten van het spoorwegviaduct aan te passen. Als geen gebruik gemaakt kan worden van deze buitendienststellingen leidt dit tot een aanzienlijk later gereed komen van de tijdelijke weguitbreiding. Er van uitgaande dat het algemeen overleg begin november kan plaatsvinden blijven de uit te voeren werkzaamheden beperkt en zijn niet onomkeerbaar.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven