29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 343 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2018

Met deze brief voldoe ik, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, aan het verzoek van de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om voor eind 2018 te reageren op de peiling van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) onder haar leden over personeelstekorten en werkdruk. Voor de volledigheid verwijs ik tevens naar de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over dit onderwerp, die ik op 3 december jl. aan uw Kamer heb verzonden (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 839).

Uit de peiling van V&VN onder 2.570 van haar circa 95.000 leden komt naar voren dat een groot deel van hen tekorten ervaart. Ook heeft een deel van deze medewerkers zorgen over hoe hun werkgever deze tekorten aanpakt. Ik kan dit onderzoek en de hierin genoemde percentages niet verifiëren, maar als deze peiling een representatief beeld geeft, is het een zorgwekkend signaal.

In algemene zin deel ik de zorgen over de arbeidsmarkttekorten in de zorg. Voor de hele zorg en welzijn is sprake van een enorme personele opgave. Met het Actieprogramma (Kamerstuk 29 282, nr. 303) Werken in de Zorg werkt VWS daarom – samen met SZW en OCW en relevante landelijke en regionale partijen in zorg, welzijn en onderwijs – aan een zorgbrede aanpak. Langs de actielijnen meer kiezen voor de zorg, beter opleiden voor de zorg en anders werken in de zorg wordt gewerkt aan het terugdringen van het personeelstekort naar nul of daar dichtbij.

Daarbij is het belangrijk dat zorg wordt verleend door ter zake kundige personen. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn opgeleid in het uitvoeren van verpleegkundige en verzorgende handelingen. Voor deze handelingen dienen de zorgverleners bevoegd en/of bekwaam te zijn. Er zijn echter ook handelingen of niet-zorgtaken die door ander personeel onder voorwaarden kunnen worden uitgevoerd.

Ik vind het positief dat instellingen kijken naar andere mogelijkheden als zij kampen met een tekort aan personeel. De inzet van niet voor de zorg geschoold personeel op niet-zorgtaken kan daarbij een oplossing bieden. Voor nadere informatie op dit onderdeel verwijs ik u specifiek naar het antwoord op vraag 8 op de eerder genoemde vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 839).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven