29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2010

Gelet op artikel 91 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) doe ik u hierbij toekomen een ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie (BPR) waarbij het stelsel van periodieke registratie wordt uitgebreid naar de zogenaamde tweede tranche beroepen, genoemd in artikel 3 van de Wet BIG, te weten arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut.1 Een nota van toelichting is bijgevoegd.1

Bij periodieke registratie gaat het om het handhaven van een minimumnorm waaraan beroepsbeoefenaren ten minste moeten voldoen om hun BIG-registratie te kunnen behouden. Deze minimumnorm kan behaald worden door het opdoen van werkervaring dan wel door het volgen van scholing.

Bij de totstandkoming van het BPR is er voor gekozen om het stelsel van periodieke registratie in twee fasen per beroepsgroepen in te voeren. Per 1 januari 2009 is het stelsel in werking getreden voor de eerste tranche beroepen ex artikel 3 van de Wet BIG: de fysiotherapeut, de verloskundige en de verpleegkundige. In het BPR zijn voor deze beroepen nadere regels gesteld voor de registratieperiode, de werkervaringseis, bewijsstukken en tarieven voor periodieke registratie. Bij de ministeriële regeling inzake de periodieke registratie, is vervolgens nadere invulling gegeven aan de aard van de werkzaamheden, de gelijkstelling van werkzaamheden die meetellen voor de periodieke registratie en voor de scholing.

Het onderhavige besluit strekt ertoe het stelsel van periodieke registratie uit te breiden naar de overige beroepen, genoemd in artikel 3 van de Wet BIG: de arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut (beroepen van de tweede tranche). In overleg met de betrokken beroepsorganisaties is voor de tweede tranche beroepen zoveel mogelijk aangesloten bij de criteria die gelden voor de beroepen van de eerste tranche.

Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut is – op verzoek van de betrokken beroepsorganisaties – het minimum aantal uren dat meetelt voor de werkervaring, van 2080 in een periode van vijf jaar, verhoogd naar 3120 uren. Reden hiertoe is dat het aantal uren dat geldt voor de overige beroepen, acht uur per week, als onvoldoende wordt ervaren om de kennis van GZ psycholoog en psychotherapeut op het initiële niveau in stand te houden.

De invulling van de criteria voor herregistratie voor de tweede tranche beroepen wordt niet geregeld in deze AMvB maar in een nog op te stellen ministeriële regeling. Het betreft de aard van de werkzaamheden die meetellen bij de invulling van de werkervaringseis, de gelijkstellingsbepaling en de invulling van de scholingseis. Deze ministeriële regeling zal in overleg met de representatieve beroepsorganisaties worden opgesteld.

Mijn streven is dat het stelsel van herregistratie voor de tweede tranche beroepen op 1 januari 2011 in werking treedt. Om die reden verzoek ik u te bevorderen dat het commentaar van de Eerste Kamer vóór 15 oktober aan mij kenbaar wordt gemaakt.

Het ontwerp is, overeenkomstig de wettelijke verplichting daartoe, toegezonden aan de Eerste Kamer en in de Staatscourant bekend gemaakt.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven