29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 780 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2023

Tijdens het wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet 2021 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op 22 juni 2022 (Kamerstuk 36 100 VI, nr. 17) hebben de leden Mutluer en Ellian een motie1 ingediend die de regering verzoekt met de ketenpartners in het strafrecht in gesprek te gaan over de te verwachten bottlenecks in de strafrechtketen en de mogelijke oplossing, en daarbij het Prognose Model Justitiële ketens (PMJ) tegen het licht te houden. In de motie wordt gerefereerd aan achterstanden in de keten waardoor strafzaken moesten worden geseponeerd. De indieners van de motie maken zich zorgen dat deze situatie erger zou kunnen worden.

Ook is er op 15 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 22, item 19) bij de behandeling van de begroting van Justitie en Veiligheid door de fractie van het CDA (het lid Knops c.s.) een motie ingediend waarin wordt verzocht met out of the box-oplossingen te komen om de algehele bedrijfsvoering van de strafrechtketen te verbeteren en uw Kamer hierover voor 1 juni 2023 te informeren (Kamerstuk 36 200 VI, nr. 76)

Wij beschouwen beide moties als ondersteuning van hetgeen door ons reeds is ondernomen om samen met de strafrechtketenpartners de knelpunten in de strafrechtketen zoveel mogelijk het hoofd te bieden. Wij overleggen regelmatig met het Bestuurlijk Ketenberaad (hierna: het Ketenberaad) over de bottlenecks in de strafrechtsketen en de maatregelen om deze op te lossen. Dit Ketenberaad is een strategisch beraad waarin organisaties uit de strafrechtketen en het Ministerie van Justitie en Veiligheid afspraken maken over de samenwerking en de prestaties van de strafrechtketen.

Deze brief is een reactie op beide moties. In deze brief gaan wij eerst in op de gesignaleerde knelpunten in de strafrechtketen. Vervolgens zal een aantal maatregelen de revue passeren dat mede naar aanleiding van deze knelpunten in gang zijn gezet, gevolgd door enkele slotopmerkingen.

Knelpunten strafrechtketen

In 2020 is in opdracht van de Brede Bestuursraad van het Ministerie van Justitie en Veiligheid de strafrechtketen doorgelicht door PricewaterhouseCoopers (PwC). Uw Kamer hebben wij over de uitkomsten bij brief van 26 juni 2020 geïnformeerd.2

Kort samengevat beschrijven de onderzoekers van PwC in het rapport zes maatschappelijke ontwikkelingen die in de afgelopen jaren voor extra druk hebben gezorgd op de beschikbare capaciteit in de strafrechtketen. Deze betreffen (1) de groeiende zorgtaak in de keten (o.a. verwarde personen); (2) toename van veiligheidsrisico’s door polarisatie, verruwing en ondermijning; (3) extra werkzaamheden als gevolg van versterking positie van slachtoffers en verdachten; (4) digitaliserende criminaliteit; (5) globaliserende criminaliteit en (6) toenemende roep om individuele oplossingen. Daarnaast heeft een veelheid aan wets-en beleidswijzigingen geresulteerd in een hogere werkdruk, vanwege de organisatorische implicaties ervan voor de betrokken organisaties.

Vergelijkbare conclusies trok de Boston Consulting Group (BCG) ook in de doorlichting van de rechtspraak in 2019.3

Bovengenoemde ontwikkelingen zijn belangrijke oorzaken, dat – ondanks de afname van het aantal strafzaken – de werkdruk in de keten onverminderd hoog is. Daarnaast geldt dat de verschillende bij de keten betrokken instanties te maken hebben met een tekort aan personele capaciteit, waarbij de verwachting is dat dat tekort op korte termijn niet is opgelost.

Bovengenoemde knelpunten hebben er mede toe geleid dat er in de keten sprake is van lange doorlooptijden en achterstanden. Naar aanleiding van de ervaren knelpunten en de problematiek van lange doorlooptijden en gestegen werkvoorraden is door de ketenorganisaties tal van maatregelen in gang gezet om ervoor te zorgen dat op strafbaar gedrag binnen een redelijke termijn een adequate reactie kan volgen. In het volgende paragraaf gaan wij op deze maatregelen nader in.

Oplossingen voor de knelpunten

De strafrechtsketen staat voortdurend voor nieuwe uitdagingen. De criminaliteit en de aanpak daarvan zijn immers niet statisch en steeds aan veranderingen onderhevig. Deze veranderingen hebben niet alleen te maken met veranderende vormen van criminaliteit, maar ook met veranderende politieke en maatschappelijke inzichten en wensen. Dit vergt een hoge mate van flexibiliteit en slagkracht.

Het is goed om in ogenschouw te nemen dat het strafrecht geen panacee is maar moet worden beschouwd als een ultimum remedium. De politieke en maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van de rol die het strafrecht kan spelen bij de aanpak van maatschappelijke problemen zijn onverminderd hoog. Het strafrecht is en blijft zeker een belangrijk instrument, maar het moet vooral daar ingezet worden waar het de meeste impact en toegevoegde waarde heeft, waar mogelijk in combinatie met andere interventies en met preventieve maatregelen. Voorkomen moet worden dat maatschappelijke problemen rond criminaliteit en onveiligheid eenzijdig op de strafrechtketen worden afgewenteld. Steeds nadrukkelijker komt naar voren dat de inzet van het strafrecht alleen niet leidt tot het oplossen van maatschappelijke problemen. Andere, niet-strafrechtelijke, interventies kunnen ook aan de orde zijn zoals bestuursrechtelijke interventies of sancties, herstelrecht, bemiddeling door de wijkpolitie, HALT, Slachtofferhulp, Veilig Thuis of via het Zorg- en Veiligheidshuis, die meer «recht» doen aan de ontstane situatie, de persoonlijke/psychische problematiek van verdachten of de positie van en genoegdoening voor slachtoffers. In de afweging wat de beste interventie is in een specifiek geval dient de positie van het slachtoffer voorop te staan.

Ook voor de politiek ligt hier een belangrijke taak. Het belang van buitenstrafrechtelijke afdoening van zaken dient telkens in ogenschouw te worden genomen bij wensen met betrekking tot nieuwe wetgeving of nieuw beleid.

De strafrechtketen spant zich in om de instroom van zaken aan te kunnen, de voorraden terug te dringen en zoveel mogelijk te voorkomen dat door capaciteitsgebrek zaken moeten worden geseponeerd of te lang blijven liggen. Met behulp van het door het kabinet beschikbaar gestelde extra middelen wordt momenteel nieuw personeel geworven en opgeleid. Dit gaat op termijn behulpzaam zijn bij de aanpak van de voorraden. Op korte termijn zal het nieuw te werven personeel nog niet volledig inzetbaar zijn om de achterstanden weg te werken. Maar ook met de inzet van extra geworven mensen is het niet de verwachting dat de voorraadproblematiek op korte termijn zal worden opgelost. Daarom is het belangrijk om naast het werven van extra mensen in te zetten op andere maatregelen om de strafrechtsketen te ontlasten. Hieronder passeren deze maatregelen kort de revue.

1. Huidige inzet op voorraden en doorlooptijden

Soms is het strafrecht de enige of de betere oplossing voor de zaak. Daarom moet het strafrecht zo worden vormgegeven dat binnen afzienbare tijd een adequate afdoening van de zaak kan plaatsvinden. Omstandigheden als een constante hoge instroom van zaken, de coronacrisis, de steeds complexer wordende strafzaken, internationalisering en digitalisering van criminaliteit en capaciteitstekorten bij de ketenpartners hebben gezorgd voor lange doorlooptijden en gestegen werkvoorraden.

Om de doorlooptijden te verkorten zijn er door de ketenpartners inmiddels tal van maatregelen in gang gezet. Zo is de Rechtspraak in 2020 gestart met het programma Tijdige Rechtspraak en continueert het Ketenberaad de inspanningen in het kader van het Actieplan strafrechtketen. Met het programma Tijdige rechtspraak wil de Rechtspraak de doorlooptijden verkorten en rechtzoekenden beter informeren over de verschillende stappen in een rechtszaak.

Met het Actieplan strafrechtketen zijn maatregelen in gang gezet die kunnen bijdragen aan het verkorten van de doorlooptijden van VVC-zaken (Veel Voorkomende Criminaliteit). Het betreft daadwerkelijke inzet van (super)snelrecht in alle arrondissementen, een betere benutting van snelrecht(zittingscapaciteit), procesverbeteringen binnen ZSM en in aansluiting hierop procesaanpassingen in de tenuitvoerlegging, waardoor straffen sneller en effectiever worden toegepast. Bovendien worden thans veel zaken door Enkelvoudige Kamer van gerechten afgehandeld in plaats van door Meervoudige Kamers, hetgeen leidt tot snellere afdoening van zaken.

Hieronder worden deze maatregelen nader toegelicht.

Tijdige rechtspraak

In het kader van dit programma worden de werkprocessen doorgelicht en er worden verbeteringen en versnellingen doorgevoerd; het roosteren en plannen wordt verder geprofessionaliseerd en de managementinformatie wordt zodanig ingericht dat meer inzicht ontstaat over de bestaande voorraden en de gerealiseerde doorlooptijden.

Ook de landelijke inloopkamer is onderdeel van het programma Tijdige Rechtspraak. De inloopkamer is een tijdelijke voorziening die op verzoek van gerechten bijstand verleent bij het verkleinen van de achterstanden. De landelijke inloopkamer werkt vanaf een vaste locatie en bestaat uit verschillende teams. Rechtbanken kunnen de hulp van de inloopkamer inschakelen voor het wegwerken van achterstanden op het gebied van bestuursrecht, familierecht, civiel recht en strafrecht. De inloopkamer behandelt bepaalde typen, relatief eenvoudige, zaken. De categorieën zaken zijn in samenspraak met rechters bepaald. Mocht de rechtzoekende vinden dat een zaak zich beter leent voor een fysieke zitting dan beslist de rechter. De inloopkamer wordt bemenst door ervaren rechters en (staf)juristen die deskundig zijn op het vakgebied van de zaken die daar behandeld worden. Zij behandelen de zaken op de gebruikelijke professionele wijze, zoals ook gebeurt in de gerechten. De inloopkamer behandelt zaken waar mogelijk online, tenzij een fysieke zitting naar het oordeel van de rechter noodzakelijk is. Dit geldt voor alle rechtsgebieden.

Het snel kunnen wegwerken van achterstanden wordt met name bereikt doordat rechters en juridische ondersteuning zich zonder afleiding kunnen concentreren op een specifieke zaakstroom. Daarnaast zorgen de online zittingen voor een efficiëntere werkwijze. Waar de inloopkamer ziet op het wegwerken van bestaande achterstanden, zien de andere maatregelen onder Tijdige rechtspraak op het structureel terugdringen van de doorlooptijden. Daarvoor zijn duurzame verbeteringen nodig. Eén van de manieren waarmee de tijdigheid en voorspelbaarheid van doorstroom van zaken kunnen worden vergroot is door het verder professionaliseren van de manier waarop de Rechtspraak de zaken roostert en plant. Dit kan worden gedaan door het ontwikkelen en uitrollen van een landelijk raamwerk voor het rooster- en planproces. In twee pilotgerechten (rechtbank Gelderland en Den Haag) wordt dit plankader momenteel ontwikkeld en zal dit kader daarna worden getoetst en verder vormgegeven bij andere gerechten. Verder worden de mogelijkheden van IT-ondersteuning van het rooster- en planproces onderzocht, bijvoorbeeld door middel van een datumprikker en een plantool (match tussen planbare zaken en beschikbare zittingscapaciteit). Ook is er een samenwerkingsverband gestart met de Universiteit Twente. Twee promovendi doen onderzoek bij een twee gerechten (rechtbank Rotterdam en Overijssel) over hetzelfde thema (planning). Onderdeel van het onderzoek is ook prototyping, oftewel experimenteren met oplossingsrichtingen en modellen in de praktijk in samenwerking met bijvoorbeeld een specifiek team of rechtsgebied. Daarnaast worden bijeenkomsten gehouden met de advocatuur over spelregels ten aanzien van verhinderdata.

Tijdige rechtspraak blijkt daarom ook in de komende jaren een belangrijke prioriteit van de Rechtspraak. Het programma loopt nog tot eind 2023. In 2023 wordt het programma geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten wordt bekeken op welke manier de ingezette acties kunnen worden geborgd. Het functioneren van de landelijke inloopkamer wordt daarin meegenomen.

ZSM

De ZSM-aanpak is al jaren een structurele manier van werken, maar de zichtbaarheid van de resultaten van de aanpak kan worden vergroot. ZSM staat voor Zorgvuldig, Snel en op Maat. Het betreft een werkwijze voor de afdoening van strafzaken waarbij veel voorkomende criminaliteit als winkeldiefstal, licht uitgaansgeweld of vernielingen met een snelle en afgewogen reactie wordt afgehandeld. De essentie is dat er in elke zaak maatwerk wordt geleverd via een aanpak die recht doet aan de belangen van de dader, het slachtoffer en de samenleving. Om ervoor te zorgen dat ZSM aan effectiviteit wint, zijn met de arrondissementen/regio’s en de Vereniging van Eigenaren (VVE) ZSM, waarin de ZSM-partners landelijk afspraken maken over de inrichting van ZSM, mogelijke verbeteringen geïdentificeerd. Deze zien op het scherper selecteren van die zaken waarbij de strafrechtelijke interventie nodig is en waarbij een snelle afdoening voorop staat.

In samenspraak tussen de ketenpartners worden momenteel verbetermogelijkheden voor ZSM doorgesproken en beproefd. Zo wordt gekeken naar de mogelijkheid van het kunnen voegen van openstaande zaken, naar de mogelijkheid van de inzet van herstelbemiddeling, naar de tenuitvoerleggingen van eerder voorwaardelijk opgelegde sancties en naar het meewegen van een kansrijke tenuitvoerlegging bij het kiezen voor snelrecht.

Snelrecht

Binnen alle arrondissementen worden op dit moment een of meerdere vormen van snelrecht aangeboden. De inventarisatie van het snelrecht laat zien dat sprake is van een voorzichtige stijging van het aantal afgedane zaken via het snelrecht. Om deze stijging verder te bewerkstelligen dient de samenwerking tussen politie, OM en Rechtspraak te worden geïntensiveerd. Met name om het gebruik te optimaliseren van de aangeboden zittingsruimte voor zaken die afgedaan kunnen worden via het snelrecht. Dit vergt dat intensief overleg plaatsvindt op regionaal niveau om het gebruik van afdoening via het snelrecht te vergroten. Deze overleggen zouden frequent(er) moeten plaatsvinden op basis van actuele sturingsinformatie, zoals deze onder meer in de Monitor Actieplan wordt verzameld. Recent heeft het Ketenberaad handelingsperspectieven vastgesteld die bijdragen aan een verdere verhoging van het percentage snelrechtzaken en het efficiënter benutten van de beschikbare zittingscapaciteit.

Zeden

Voor zedenzaken heeft het Ketenberaad een apart actieplan opgesteld. De totstandkoming van dit actieplan is een belangrijke stap op weg naar de noodzakelijke verbetering van de aanpak van zedenzaken. Uw Kamer is bij brief van 4 november 2022 over de voortgang geïnformeerd.4

Maatregelen executie

Versnelling op zaken die vanuit ZSM/snelrecht in de tenuitvoerleggingsfase komen, vindt via diverse lijnen plaats. Versnelling op taakstraffen krijgt vorm via de pilots van het project «Future Proof» en de taakstraf met zorg. Beide trajecten voorkomen uitval bij het uitvoeren van de taakstraf door toegeleiding op maat. De doorlooptijd verbetert door het voorkomen van rework5 en het tijdig afronden van het strafrechtelijke traject met een succesvolle tenuitvoerlegging. Op de processen rondom arrestanten en zelfmelders zijn stappen gezet op het gebied van procesverbetering en het steeds beter op elkaar afstemmen van capaciteitsvraagstukken. Ten slotte wordt gewerkt aan het steeds meer betrekken van executie-informatie bij de behandeling van zaken, waardoor de kans op een succesvolle tenuitvoerlegging wordt vergroot.

Inzet ketencoördinatoren

Om al deze ontwikkelingen verder te faciliteren stelt het Ketenberaad de strafrechtketenpartners in de arrondissementen/regio’s in de gelegenheid te gaan werken met ketencoördinatoren. Deze krijgen als hoofdtaak de ketenpartners in de regio te ondersteunen bij de toepassing van de bovengenoemde verbetermogelijkheden, zodat de doorlooptijden kunnen worden aangepakt.

Oplossen logistieke knelpunten

De procesgang van een dossier (zaak) door de strafrechtketen wordt primair bepaald door het Wetboek van Strafvordering en heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot het huidige werkproces.

Naast het wegwerken van de achterstanden en voorkomen van nieuwe achterstanden, is het van belang ketenbreed te analyseren waar knelpunten zitten in de strafrechtelijke «logistieke» keten die een snellere doorlooptijd verhinderen, zeker waar het gaat om de koppelvlakken tussen organisaties. Het gaat dan om een analyse die zowel oog heeft voor organisatie-interne als organisatie-externe factoren, die op de doorlooptijden in de gehele keten van invloed zijn. Dit alles zonder af te doen aan de eigen verantwoordelijkheid en positie van de betrokken organisaties en zonder te treden in de autonome bevoegdheden van deze organisaties. Voor de zaakstroom zeden is dit, mede in reactie op de motie Van Nispen,6 al in gang gezet. Ook bij de inzet van (super)snelrecht en de doorontwikkeling van ZSM wordt met een logistieke bril gekeken hoe de ketenprocessen geoptimaliseerd kunnen worden.

De procedureregels die in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vereenvoudigd zijn, zouden op termijn de gelegenheid bieden de doorlooptijden van de afdoening van misdrijven verder te verkorten.

2. Ondersteunend aan aanpak voorraden en doorlooptijden

Naast bovengenoemde maatregelen, zijn er ook maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de daarmee beoogde doelen zoveel mogelijk kunnen worden gerealiseerd. Zo is de monitoring van de voorraden verbeterd en wordt gewerkt aan samenwerking in de keten. Voorts wordt verder gewerkt aan de verbetering van de digitalisering in de keten om betere informatievoorziening tot stand te brengen. Hieronder worden deze maatregelen kort beschreven.

Monitoring van de voorraden en doorlooptijden

Mede naar aanleiding van de coronacrisis worden door OM en Rechtspraak de voorraden nauwgezet gemonitord. OM en Rechtspraak hebben groeinormen voor een gewenste voorraad vastgesteld om naar toe te werken. Afhankelijk van de ontwikkelingen de komende tijd wordt de groeinorm scherper vastgesteld.

De organisaties in de strafrechtketen hebben in de afgelopen periode de monitoring van de actuele voorraden en de doorlooptijden per zaakstroom en afdoeningsvarianten verder doorontwikkeld, waardoor vollediger en actueler inzicht is gerealiseerd. Dit stelt de strafrechtketen beter in staat om, indien mogelijk, bij te sturen op geconstateerde knelpunten.

Zo hebben OM en Rechtspraak sinds 2022 een voorraadmonitor ontwikkeld en zullen de voorraden van de keten vanaf 2023 ook worden opgenomen in de strafrechtketenmonitor. De factsheet over de strafrechtketenmonitor 2021 heeft uw Kamer bij brief van 2 juni 2022 ontvangen.7 Voor de zomer van 2023 zal de factsheet over 2022 aan uw Kamer worden gezonden. Het Ketenberaad heeft recent besloten de keten-sturingsinformatie toegankelijker en uniformer te maken, en lokaal beter bruikbaar. Dat wordt in gang gezet.

Betere informatievoorziening

Digitalisering van de werkprocessen binnen de strafrechtketen draagt bij aan een effectieve en efficiënte taakuitvoering en hiermee aan het terugdringen van de voorraden.

De digitalisering vindt plaats zowel binnen de eigen organisaties als tussen de organisaties in de strafrechtketen. Dit laatste gebeurt in het kader van het programma digitalisering strafrechtketen, waarover uw Kamer op 21 november 2022 de voortgangsrapportage heeft ontvangen.8 Met behulp van dit programma wordt onder andere gerealiseerd dat procesdossiers digitaal de strafrechtketen ingaan en multimedia (alle beeld- en audiomateriaal) die relevant zijn voor het procesdossier, beschikbaar komen voor alle partijen in de strafrechtketen en verschillende doelgroepen, zoals advocaten en slachtoffers, digitaal toegang hebben tot de voor hen relevante stukken.

Per 31 december 2022 is het programma Digitalisering Strafrechtketen geëindigd en per 1 januari 2023 is het Duurzaam Digitaal Stelsel (DDS) gestart. In dit duurzaam digitaal stelsel is samenwerking niet langer afhankelijk van eenmalige gelden, maar structureel georganiseerd, bemenst en bekostigd. Het kerndoel en de ambitie van DDS is om de maatschappelijke opgave (eerlijk, tijdig en effectief recht) in brede zin te ondersteunen en te optimaliseren met behulp van informatievoorziening. Met de inrichting van dit stelsel wordt de samenwerking op het gebied van keteninformatisering en -digitalisering structureel georganiseerd.

Versterking samenwerking

Bovenal is een goede samenwerking en verbinding tussen het landelijke en regionale niveau van groot belang. Het Ketenberaad ziet het als zijn taak hieraan een impuls te geven. Concreet gaat het daarbij om:

  • Een periodiek overleg per arrondissement tussen de president, de hoofdofficier en de politiechef (snelrecht) over de concrete stand van zaken in de versnellingsaanpak, op basis waarvan de bestuurders dwingende (operationele) afspraken in hun eigen organisatie en met de executiepartners maken;

  • Het daarbij leren van ervaringen in andere arrondissementen waar versnelling succesvol wordt ingezet;

  • Het ontwikkelen van een methode om de gemaakte afspraken te verankeren in een vaste werkwijze en daar aandacht aan blijven geven in opleidingen en trainingen.

PMJ

De data en de verbanden in het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ) worden ieder jaar geactualiseerd. Daarnaast worden er ook regelmatig verfijningen of uitbreidingen in het model doorgevoerd en wordt het model periodiek geëvalueerd. De toenmalige Minister van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer bij brief van 12 november 2019 geïnformeerd over de uitgevoerde evaluaties.9

Uw Kamer wordt jaarlijks per brief geïnformeerd over de PMJ-ramingen. In deze brief wordt aandacht besteed aan de voortgang van de lange termijn onderzoekagenda PMJ. Zo is het WODC in het kader van hun onderzoeksprogramma bezig met het onderzoeken of er betere modellen zijn om de doorstroom in het model te voorspellen. U wordt uiteraard over de uitkomsten hiervan geïnformeerd.

Tot slot

De uitdaging om de doorlooptijden van strafzaken structureel te verkorten en de knelpunten in de keten weg te nemen is groot. We zijn het verplicht aan slachtoffers, verdachten en de samenleving om ons hier onverminderd voor in te zetten. De ketenorganisaties moet de komende tijd rust en ruimte worden gegund om de in gang gezette maatregelen in de dagelijkste praktijk ten uitvoer te brengen. Daarnaast hebben de ketenpartners ons verzocht om hen met zo min mogelijk nieuw beleid te belasten als zij straks aan de slag gaan met de implementatieperiode van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Dat is een operatie van grote omvang die veel inspanningen van de ketenpartners zal vergen. Wij zullen in overleg met de ketenpartners kijken hoe met dat signaal rekening kan worden gehouden en welke daarvan na overleg met alle betrokkenen desalniettemin moeten en kunnen worden uitgevoerd.

Met de hierboven beschreven maatregelen en oplossingen zetten de ketenorganisaties in op het terugdringen van achterstanden. Op termijn zullen de gelden uit het coalitieakkoordBijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) leiden tot de inzet van extra menskracht. Wij overleggen regelmatig met het Ketenberaad over de voortgang van het verbeteren van het functioneren van de keten en welke extra impulsen nodig zijn. Over de uitkomst zullen wij u op de hoogte houden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 36 100 VI, nr. 12

X Noot
2

Kamerstuk 29 279, nr. 604

X Noot
3

Doorlichting Financiën Rechtspraak (Boston Consultancy Group, 2019)

X Noot
4

Kamerstuk 34 843, nr. 63

X Noot
5

Door bijvoorbeeld het verbeteren van de kwaliteit van de beslissingen, wordt «rework», het opnieuw in behandeling moeten nemen van een zaak of aanvullende werkzaamheden, voorkomen en dit heeft een positieve invloed op de doorlooptijden.

X Noot
6

Kamerstuk 31 015, nr. 231

X Noot
7

Kamerstuk 29 279, nr. 716

X Noot
8

Kamerstuk 29 279 nr. 746

X Noot
9

Kamerstuk 24 587, nr. 753

Naar boven