29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 743 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2022

Hierbij bied ik u aan het rapport van de procureur-generaal van de Hoge Raad «Buiten de rechter om. Over de naleving van de wet door het Openbaar Ministerie bij het uitvaardigen van strafbeschikkingen.»

Art. 122 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie stelt dat de PGHR de Minister in kennis kan stellen van het feit dat naar zijn oordeel het Openbaar Ministerie (OM) bij de uitoefening van zijn taak de wettelijke voorschriften niet naar behoren handhaaft of uitvoert. Aan de toezichthoudende taak wordt invulling gegeven door thematische onderzoeken.

In het rapport wordt geconcludeerd dat het OM grotendeels voldoet aan de wettelijke vereisten. Ten aanzien van de omschrijving van het feit waarop de strafbeschikking betrekking heeft, zijn gebreken geconstateerd. Ook de verstrekking van informatie aan de verdachte over de wijze waarop de strafbeschikking ten uitvoer wordt gelegd, is voor verbetering vatbaar. In een beperkt aantal gevallen zijn sancties opgelegd die in strijd zijn met het recht. Tenslotte is gebleken dat de pandemie geen duidelijke invloed heeft gehad op de kwaliteit van de OM-afdoening. In het rapport worden de nodige aanbevelingen gedaan.

Ik wil de procureur-generaal van de Hoge Raad en zijn onderzoekers bedanken voor het grondige onderzoek en de aanbevelingen. Mijn streven is om uw Kamer begin 2023 te voorzien van een inhoudelijke reactie.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven