29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 713 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2022

Hierbij bied ik u, op grond van artikel 104 van de Wet op de rechterlijke organisatie, het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak (hierna: Raad) aan over het jaar 20211. Dit jaarverslag geeft inzicht in de resultaten die de Rechtspraak in 2021 heeft behaald en de daarvoor ingezette financiële middelen.

De Raad besteedt in het jaarverslag ook aandacht aan trends in wetgeving. In dat verband wijst de Raad op een aantal knelpunten in de uitvoering van wetgeving en bespreekt hij enkele «buikpijndossiers». Deze lijst van knelpunten is het sluitstuk van de gesprekken die mijn ambtsvoorganger en ik met de Raad hebben gevoerd naar aanleiding van de toezegging daartoe door mijn ambtsvoorganger tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de begroting Justitie en Veiligheid 2022 op 24 november 2021.2

De door de Raad gesignaleerde knelpunten worden ingebracht in de lopende inventarisatie hardvochtige wet- en regelgeving ter uitvoering van de motie van de leden Ploumen en Jetten.3 Het kabinet zal uw Kamer voor het zomerreces een brief sturen om u te informeren over de voortgang.

Voorop staat dat alle door de Raad gesignaleerde knelpunten worden onderzocht en waar mogelijk opgelost, ook als die niet onder het bereik vallen van de motie van de leden Ploumen en Jetten. Voor zover concrete knelpunten niet in de voortgangsbrief aan de orde komen, zal het kabinet separaat een schriftelijke reactie geven op deze knelpunten Ook zal het kabinet reageren op de overige gesignaleerde tendensen in wetsvoorstellen die in het jaarverslag worden genoemd.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Zie bijlage

X Noot
2

Kamerstuk 35 925 VI nr. 1; Handelingen II 2021/22, nr. 26, items 6 en 10

X Noot
3

Kamerstuk 35 510, nr. 24.

Naar boven