29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde

nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2006

Hierbij bied ik u, conform de wet op de rechterlijke organisatie, het jaarplan rechtspraak 20061 aan zoals dit door de Raad voor de rechtspraak is opgesteld.

Uitgangspunt jaarplan

Dit jaarplan gaat uit van de budgettaire kaders en de productieafspraken, zoals deze in de justitiebegroting 2006 zijn gesteld ten aanzien van de rechtspraak.

Reactie op het jaarplan

In het eerste algemene hoofdstuk van het jaarplan geeft de Raad een discrepantie aan tussen de verwachte instroomontwikkeling en de met mij gemaakte productieafspraken. De Raad raamt een toename van de werkvoorraad van 3% in 2006 ten opzichte van 2004. Ik merk op dat deze raming nog onzeker is en vermoedelijk lager zal uitvallen. De Raad heeft in zijn berekening nog niet de gemaakte productieafspraken in 2006 met de gerechten verwerkt. Deze afspraken zullen naar verwachting hoger uitvallen dan de in de justitiebegroting 2006 (inclusief nota van wijziging) opgenomen cijfers. Met het jaarverslag 2005 en het begrotingsvoorstel van de Raad voor 2007 zal ik een meer definitief beeld van de voorraadontwikkeling ontvangen. Deze gegevens zal het Kabinet bij de besluitvorming over de voorjaarsnota en de begroting 2007 meenemen.

In zijn jaarplan besteedt de Raad veel aandacht aan de kwaliteit van de rechtspraak en stelt dat de balans niet mag doorslaan naar een eenzijdig streven naar productiviteit.

Als reactie hierop wil ik allereerst opmerken dat er niet zo zeer sprake is van een keuze tussen productiviteit en kwaliteit maar dat deze aanvullend op elkaar zijn. Doelmatig functioneren biedt de rechtspraak immers de benodigde ruimte voor kwaliteitsinitiatieven. Juist om de rechtspraak deze ruimte te bieden heb ik met de Raad meerjarig prijsafspraken (thans zijn prijzen voor de periode tot en met 2007 afgesproken) gemaakt. Ik heb thans geen indicaties dat deze prijzen te laag zijn gesteld. Het binnen deze afspraken voldoende ruimte geven aan kwaliteit en kwaliteitsontwikkeling is primair de verantwoordelijkheid van de rechtspraak zelf. Uit het jaarplan blijkt dat de rechtspraak deze verantwoordelijkheid neemt. Ik onderschrijf daarbij het belang van kwaliteitsinitiatieven, zoals het duidelijker motiveren van vonnissen (Promis) en uniforme rechtstoepassing in de kantonsector.

Van belang bij dit alles is dat helderheid wordt geboden hoe het er met de kwaliteit van de rechtspraak voor staat. Vanuit de gerechten komen geluiden dat de kwaliteit onder druk staat. De Raad en ikzelf nemen deze geluiden vanzelfsprekend serieus. Om een goed beeld van de kwaliteit te krijgen zal in 2006 voor het eerst een visitatie binnen de rechtspraak worden gehouden. Een onafhankelijke commissie zal in een openbaar rapport een beeld schetsen van de kwaliteit van het primair proces, de professionaliteit, de externe oriëntatie en de ontwikkeling van het kwaliteitssysteem bij de gerechten.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven