29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 312 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2016

Bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling van mijn ministerie heeft uw Kamer de motie Oskam (Kamerstuk 34 300 VI, nr. 34) aangenomen die de regering verzoekt haar eerdere toezegging gestand te doen en bij de voorjaarsnota in 2016 voldoende middelen vrij te maken om de rechtbanken in Almelo, Assen, Alkmaar, Zutphen, Maastricht, Dordrecht en Lelystad volwaardig open te houden zonder leegstand te financieren. Ik heb in dat kader onder meer aangegeven dat ik met de Rechtspraak, het lokale bestuur en de Minister voor Wonen en Rijksdienst in overleg zou treden.

Op 30 maart jl. heb ik een constructief overleg gevoerd met de burgemeesters van Almelo, Assen, Alkmaar, Zutphen, Maastricht, Dordrecht en Lelystad, de presidenten van de rechtbanken Overijssel, Noord-Nederland, Noord-Holland, Gelderland, Limburg, Rotterdam en Midden-Nederland en de Raad voor de rechtspraak (Raad). Voor een toelichting op het rijkshuisvestingsstelsel was het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vertegenwoordigd.

De voorzitter van de Raad heeft het belang van gezamenlijk overleg onderstreept en zijn waardering uitgesproken voor de constructieve opstelling van het lokale bestuur. Voor de Rechtspraak betekent de motie dat de zaaksverdeling in de zeven arrondissementen, inclusief de kantoorfunctie, in elk geval tot en met de evaluatie van de Wet herziening gerechtelijke kaart (HGK) gelijk blijft aan de situatie op het moment van het bekend maken van het meerjarenplan. Dit neemt niet weg dat gerechtsbesturen op grond van hun wettelijke taak met het oog op kwaliteit, slagvaardigheid en efficiency van de Rechtspraak kleine wijzigingen moeten kunnen blijven doorvoeren. De voorzitter heeft de verwachte leegstandsontwikkeling geschetst en is ingegaan op de mogelijkheden en enkele concrete voorbeelden om de leegstand tegen te gaan. De Rechtspraak kijkt daarbij verder dan alleen de zeven locaties. Tegengaan van leegstand is voor alle 32 zittingsplaatsen belangrijk.

Door de burgemeesters is het lokale belang van rechtspraak en de toegang daartoe benadrukt. Bij het voorkomen en tegengaan van leegstand dient in de visie van de burgemeesters conform de motie Oskam en de begrotingsbehandeling naar alle 32 zittingsplaatsen te worden gekeken. De burgemeesters hebben mijn uitnodiging om een faciliterende rol te spelen in het medegebruik graag aanvaard. Daarbij is opgemerkt dat ook medegebruik door partijen uit de rijksoverheid goed in beeld moet blijven en ook andere ministeries daarin faciliterend kunnen zijn. De burgemeesters hebben aangegeven dat zij onder het «volwaardig openhouden van rechtbanken» verstaan dat de zaakspakketten zoals vastgesteld bij de HGK in 2013 gehanteerd worden. De intentie van de Rechtspraak om geen majeure veranderingen in de zaaksverdeling door te voeren gedurende de periode dat de HGK wordt geëvalueerd werd door de burgemeesters onderschreven. Daarbij werd wel een beroep op de Rechtspraak gedaan bij voorgenomen wijzigingen altijd met de lokale bestuurders in overleg te treden. Vanuit de lokale overheid werd geconstateerd dat de discussie over het meerjarenplan in elk geval heeft gezorgd voor verbondenheid tussen de lokale overheid en de Rechtspraak en dat daarin belangrijke stappen zijn gezet. Het is zaak dat vast te houden en elkaar mee te nemen in de ontwikkelingen. Dit werd door de vertegenwoordigers van de Rechtspraak herkend en gedeeld.

Ik heb de Rechtspraak en de burgemeesters uitgenodigd het overleg, dat ook al in kleiner verband plaatsvindt, voort te zetten om zo op lokaal niveau tot oplossingen te komen. De Raad zal mij over die oplossingen informeren. Ik heb aangegeven op korte termijn met de Minister voor Wonen en Rijksdienst te zullen overleggen over eventuele belemmeringen in medegebruik van gerechtsgebouwen. Ik heb de Rechtspraak en de burgemeesters gevraagd mij eventuele knelpunten direct te melden, zodat ik daarop zo nodig actie kan ondernemen. Ik heb daarbij aangegeven hoe bevoegdheden en verantwoordelijkheden wettelijk zijn geregeld, waarbij de gerechtsbesturen de zaaksverdelingsreglementen opstellen. Een goede communicatie en verstandhouding met het lokale bestuur acht ik hierbij van groot belang.

Het oplossen van de leegstandsproblematiek is een complexe opgave die tijd vraagt. Voor een deel is die tijd er omdat de leegstand pas op langere termijn substantieel en verhuurbaar wordt en de financiële gevolgen zich pas in latere jaren zullen aandienen. Ik word daarover verder geïnformeerd door de Raad. In het najaar zal ik naar verwachting een eerste balans van de voortgang kunnen opmaken.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven