nr. 5
VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT NA HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de registratie
van het aantal bij werkgevers in dienst zijnde etnische minderheden te continueren,
teneinde inzage te behouden in het aandeel werkzame etnische minderheden op
de arbeidsmarkt en het streven naar een evenredige arbeidsdeelname inzichtelijk
te maken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1, eerste lid, onder e, wordt '35' vervangen door: 50.
B. In artikel 5, wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde
lid tot vierde tot en met zesde lid, ingevoegd een nieuw derde lid, luidende:
3. Indien in de onderneming drie achtereenvolgende kalenderjaren sprake
is van evenredige vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 2, tweede lid,
vervallen de eisen gesteld in het eerste lid, onder b, en in het tweede lid,
onder e, f en g, gedurende de eerstvolgende drie kalenderjaren.
C. Artikel 17 wordt vervangen door:
Artikel 17
1. Deze wet vervalt per 1 januari 2010.
2. In afwijking van het eerste lid kan bij koninklijk besluit worden bepaald
dat deze wet met ingang van een latere datum vervalt.
ARTIKEL II
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt
deze wet in werking met ingang van 1 januari 2004.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,