29 267
Wijziging van de artikelen 136 t/m 139 van het Reglement van Orde (vragenuur)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 25 november 2003

De vaste commissie voor de Werkwijze der Kamer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit voorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de fracties van CDA, SP, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie hebben enkele vragen en opmerkingen ten aanzien van het voorliggende voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde.

De leden van de PvdA-fractie werpen de vraag op of de huidige vormgeving van het vragenuur wel zo gelukkig is. Het vragenuur is een soort van mengeling geworden tussen het stellen van vragen en het afleggen van verklaringen. Deze leden zouden het wel goed vinden als er gezocht werd naar een manier om het vragenuur het oorspronkelijke karakter terug te geven. Het vragenuur moet geen mini-interpellatie worden en zeker niet ontaarden in extra zendtijd voor politieke partijen. Deze leden stellen het op prijs als het Presidium hier nader op in wil gaan. Deze leden vragen het Presidium om in deze beschouwing ook de opmerkingen mee te nemen die deze leden hebben gemaakt ten aanzien van het voorstel over het spoeddebat.

Vragenuur en de minister-president

De leden van de CDA-fractie vragen of het Presidium het mogelijk en wenselijk acht dat aan de Minister-president vragen worden gesteld zonder dat de desbetreffende vakminister aanwezig is en ook kan ingaan op die vragen.

De leden van de D66-fractie zijn niet overtuigd door de opgevoerde argumenten om geen vragenuur voor de Minister-president in te voeren. Begrijpen deze leden het goed dat de suggestie wordt gedaan dat een aparte vermelding in het Reglement van Orde van een vragenuur met de Minister-president, zou kunnen leiden tot een beperking van de onderwerpen van dit vragenuur? Kan deze bewering uit het voorstel nader worden toegelicht? Deze leden zijn voor invoering van een vragenuur voor de Minister-president naar Brits voorbeeld. Aangezien de Minister-president met grote regelmaat in de media verschijnt om bijvoorbeeld verslag te doen van de uitkomsten van de ministerraad, maar zelden in het parlement verschijnt. De Kamer zou eens per week of twee weken tijdens dit vragenuur met de premier van gedachten kunnen wisselen over de uitkomsten van kabinetsberaad en de politieke actualiteit. Deze leden zien graag een reactie op deze invulling van het vragenuur met de Minister-president tegemoet.

Artikel 136, tweede lid. Aanmelden voor het mondelinge vragenuur

De toevoeging van artikel 136, tweede lid is bedoeld om de mondelinge vragen zo actueel mogelijk te doen laten zijn. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het tijdstip van donderdag 12.00 uur dan wel het sluitingstijdstip van de laatste vergadering, het meest voor de hand ligt. Zou dit niet moeten zijn het tijdstip van de regeling van werkzaamheden op die donderdag, als die dag tenminste wordt vergaderd anders kan donderdag 12.00 naar het oordeel van deze leden in stand blijven, omdat dit het laatste tijdstip is dat een onderwerp volgens reguliere procedures nog kan worden geagendeerd?

Artikel 136, derde lid. Bepalen welke vragen worden toegelaten tot het mondelinge vragenuur

Legt de Voorzitter verantwoording af over zijn afwegingen bij het al dan niet toelaten van mondelinge vragen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja, hoe? Vraagt de Voorzitter advies aan de commissievoorzitter of een zaak daar reeds aan de orde is geweest of zal komen, zo vragen deze leden. Laat de Voorzitter bij zijn beoordeling van de mondelinge vragen ook evenwichtige spreiding over fracties meewegen?

De leden van de SP-fractie vinden dat de criteria die gebruikt worden om de vragen al dan niet toe te laten, moeten worden opgenomen in het Reglement van Orde.

De Voorzitter beslist welke mondelinge vragen worden toegelaten, evenals de Voorzitter dit ten aanzien van de schriftelijke vragen beslist. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of deze beide bepalingen het Grondwettelijke inlichtingenrecht van individuele leden niet beperkt. Verdient het om deze reden aanbeveling, zo vragen deze leden, om met name ten aanzien van de schriftelijke vragen een beroepsprocedure mogelijk te maken waarvoor geldt dat, naar analogie van de overige Presidiumvoorstellen, indien 30 leden de schriftelijke vragen van een lid ondersteunen deze vragen in elk geval worden doorgelaten.

Artikel 138. Volgorde vragenstellers en spreektijden

Waarom mag de vragensteller na het antwoord van de regering niet een aanvullende vraag stellen, ook als hij reeds gebruik heeft gemaakt van het recht op een interruptie, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Het voorstel om bij het mondelinge vragenuur na beantwoording door de minister slechts «hetzij aan een minister hetzij aan een lid aanvullende vragen te stellen», stelt de leden van de GroenLinks-fractie teleur. Deze leden verwachten dat door deze werkwijze het debat te veel gesmoord wordt. Zij stellen in plaats daarvan voor om de mogelijkheid op te nemen dat de vragensteller één minuut krijgt om «zowel aan de minister(s) als aan ten hoogste één lid aanvullende vragen te kunnen stellen» en vragen daarop een reactie van het Presidium.

De leden van de SP-fractie zijn het oneens met de verkorting van de tijd waarin het lid op de antwoorden van de minister (s) mag ingaan en zij wensen de huidige werkwijze te handhaven. Het interrumperen van de minister na 3 van de 5 minuten wensen de leden van de SP-fractie op te nemen in het Reglement van Orde zoals voorgesteld door de Voorzitter.

De voorzitter van de commissie,

Weisglas

De adjunct-griffier van de commissie,

Franke


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), voorzitter, Van Heemst (PvdA), Van Gent (GL), Kant (SP), De Vries (CDA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Van der Ham (D66) en Griffith (VVD). Plv. leden: Huizinga-Heringa (CU), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Depla (PvdA), Vos (GL), Gerkens (SP), Smilde (CDA), Ormel (CDA), Kraneveldt (LPF), Van der Laan (D66) en Luchtenveld (VVD).

Naar boven