29 267
Wijziging van de artikelen 136 t/m 139 van het Reglement van Orde (vragenuur)

nr. 3
TOELICHTING

I. Het woord «vragenuur» geeft voldoende aan dat dit maximaal een uur duurt. De toegevoegde zin maakt de beschikbaarheid van alle bewindspersonen voor het vragenuur uitgangspunt. De Voorzitter zal in de regel afwezigheid wegens internationale verplichtingen of verplichtingen in de Eerste Kamer aanvaarden. Hij laat het aan de vragenstellende leden over of zij in dat geval vervanging door een andere bewindspersoon (Staatssecretaris of Minister) aanvaarden.

II. Het vragenuur is bedoeld voor het aan de orde stellen van actuele kwesties. Kwesties die al langer spelen dan vijf dagen zijn niet actueel en hadden aan de orde kunnen worden gesteld in de vorige vergaderweek dan wel, indien er in de vorige week niet vergaderd is, in de vorm van schriftelijke vragen.

III. Deze bepaling stelt de bevoegdheid van de Voorzitter buiten twijfel om bepaalde vragen wel en bepaalde vragen niet toe te laten. Tegen zijn beslissingen hierbij bestaat geen beroep bij de Kamer. De Voorzitter laat zich bij het al of niet toelaten van vragen leiden door de criteria van actualiteit en gewicht van de kwestie en door de vraag of de kwestie elders in de Tweede Kamer aan de orde is gekomen of binnenkort zal komen. Hij laat zich niet leiden door de volgorde van aanmelding.

IV. Het huidige artikel 137 is verwarrend omdat de Voorzitter vragen ook kan weigeren om andere redenen dan het niet voldoende nauwkeurig omschreven zijn van het onderwerp. De wijziging voorgesteld onder III maakt het artikel ook overbodig.

V en VII. Het Presidium beschouwt het toelaten van interrupties door de eerste vragensteller als een bijdrage tot de effectiviteit en de levendigheid van het vragenuur. Daarom kan de proefneming worden vervangen door een regeling in het Reglement.

Verder betekent het voorstel dat vervolgvragen nog slechts aan één persoon kunnen worden gericht, hetzij één bewindspersoon, hetzij één lid. Hiermee wordt voorkomen dat een vragensteller van twee of drie of vier personen antwoord moet krijgen hetgeen niet past bij het karakter van het vragenuur en tijd wegneemt voor volgende vragen(series).

VIII. Een onderwerp dat bij een vragenuur niet aan de beurt is gekomen, heeft een week later per definitie zijn actualiteit verloren. De vragensteller moet andere mogelijkheden gebruiken voor het aan de orde stellen, hetzij via een commissie (agenderen voor een Algemeen Overleg), hetzij via schriftelijke vragen, hetzij door het vragen bij de Regeling van een brief.

Naar boven