nr. 3
TOELICHTING
I. Het woord «vragenuur» geeft voldoende aan dat dit maximaal
een uur duurt. De toegevoegde zin maakt de beschikbaarheid van alle bewindspersonen
voor het vragenuur uitgangspunt. De Voorzitter zal in de regel afwezigheid
wegens internationale verplichtingen of verplichtingen in de Eerste Kamer
aanvaarden. Hij laat het aan de vragenstellende leden over of zij in dat geval
vervanging door een andere bewindspersoon (Staatssecretaris of Minister) aanvaarden.
II. Het vragenuur is bedoeld voor het aan de orde stellen van actuele
kwesties. Kwesties die al langer spelen dan vijf dagen zijn niet actueel en
hadden aan de orde kunnen worden gesteld in de vorige vergaderweek dan wel,
indien er in de vorige week niet vergaderd is, in de vorm van schriftelijke
vragen.
III. Deze bepaling stelt de bevoegdheid van de Voorzitter buiten twijfel
om bepaalde vragen wel en bepaalde vragen niet toe te laten. Tegen zijn beslissingen
hierbij bestaat geen beroep bij de Kamer. De Voorzitter laat zich bij het
al of niet toelaten van vragen leiden door de criteria van actualiteit en
gewicht van de kwestie en door de vraag of de kwestie elders in de Tweede
Kamer aan de orde is gekomen of binnenkort zal komen. Hij laat zich niet leiden
door de volgorde van aanmelding.
IV. Het huidige artikel 137 is verwarrend omdat de Voorzitter vragen ook
kan weigeren om andere redenen dan het niet voldoende nauwkeurig omschreven
zijn van het onderwerp. De wijziging voorgesteld onder III maakt het artikel
ook overbodig.
V en VII. Het Presidium beschouwt het toelaten van interrupties door de
eerste vragensteller als een bijdrage tot de effectiviteit en de levendigheid
van het vragenuur. Daarom kan de proefneming worden vervangen door een regeling
in het Reglement.
Verder betekent het voorstel dat vervolgvragen nog slechts aan één
persoon kunnen worden gericht, hetzij één bewindspersoon, hetzij
één lid. Hiermee wordt voorkomen dat een vragensteller van twee
of drie of vier personen antwoord moet krijgen hetgeen niet past bij het karakter
van het vragenuur en tijd wegneemt voor volgende vragen(series).
VIII. Een onderwerp dat bij een vragenuur niet aan de beurt is gekomen,
heeft een week later per definitie zijn actualiteit verloren. De vragensteller
moet andere mogelijkheden gebruiken voor het aan de orde stellen, hetzij via
een commissie (agenderen voor een Algemeen Overleg), hetzij via schriftelijke
vragen, hetzij door het vragen bij de Regeling van een brief.