29 267
Wijziging van de artikelen 136 t/m 139 van het Reglement van Orde (vragenuur)

nr. 1
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 22 oktober 2003

Het Presidium biedt hierbij aan de Kamer voorstellen aan tot regeling van de procedure voor het vragenuur. Deze voorstellen zijn gebaseerd op een advies van de Commissie voor de Werkwijze. Zij strekken ertoe het bestaande beleid in het Reglement neer te leggen en op enkele onderdelen de regeling te verduidelijken.

De Commissie voor de Werkwijze heeft geen apart vragenuur voor de Minister-President willen voorstellen, omdat dit dan ook zou moeten worden gehouden als er geen vragen voor hem zijn. Artikel 68 van de Grondwet en artikel 136 van het Reglement (ook in zijn gewijzigde vorm) maken het echter reeds nu mogelijk om de Minister-president uit te nodigen om op dinsdag in de Kamer te verschijnen. Deze bevoegdheid van de Kamer wordt in de praktijk slechts uitgeoefend als het gaat om kwesties rond het Koninklijk Huis of rond de eenheid binnen het kabinet.

De Minister-president (of de Vice-minister-president bij afwezigheid van de MP) is echter volgens ons gewoonterecht ook gemachtigd om na vergaderingen van het kabinet mededelingen aan de pers te doen over andere kwesties dan die twee. Leden kunnen, wanneer zij daarin aanleiding zien tot het stellen van mondelinge vragen, de Minister-president daarop aanspreken. Deze bevoegdheid bestaat zonder dat zij in het Reglement hoeft te worden genoemd. Een aparte vermelding in het Reglement zou de bevoegdheden van de leden juist kunnen beperken.

De Voorzitter,

F. W. Weisglas

De Griffier,

W. H. de Beaufort

Naar boven