29 266
Wijziging van de artikelen 135 van het Reglement van Orde (schriftelijke vragen)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 10 februari 2004

De Commissie voor de Werkwijze heeft gekozen – dit in antwoord op vragen uit de CDA-fractie – voor een publicatie van niet tijdig beantwoorde schriftelijke vragen elke drie maanden naar analogie van de regeling in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Er zijn geen principiële redenen voor deze termijn. Waarschijnlijk trekt een document dat vier maal per jaar uitkomt echter iets meer de aandacht dan een document met een grotere frequentie van verschijnen. Overigens zou de Commissie zich kunnen voorstellen dat het bestand van niet tijdig beantwoorde schriftelijke vragen, afgezien van de publicatie elke drie maanden, voortdurend te raadplegen is op internet. Hiervan zou een druk kunnen uitgaan op ministeries om alsnog te antwoorden en daarmee vermelding in het gedrukte stuk te voorkomen.

Dat schriftelijke vragen niet worden doorgelaten komt bijna nooit voor omdat dit al gauw strijdig zou zijn met het individuele recht van leden om inlichtingen te vragen neergelegd in artikel 68 van de Grondwet waar de leden van de fractie van de ChristenUnie in het verslag over stuk 29 267 naar verwijzen. De meest vóórkomende reden om uit een vragenserie enkele vragen te schrappen, of in een uitzonderlijk geval de hele serie niet door te laten, is dat deze vragen reeds door een ander lid zijn gesteld. Meestal zijn echter in nieuwe vragen over hetzelfde onderwerp enkele andere nuances te onderscheiden die het rechtvaardigen om die vragen wel goed te keuren. In ieder geval worden leden hiermee niet belemmerd in de uitoefening van hun grondwettelijke bevoegdheid.

Dat is evenmin het geval wanneer vragen worden tegengehouden kort voor of tijdens de behandeling van de desbetreffende begroting. De behandeling van elke begroting wordt immers voorbereid door een vragenlijst. Het gaat dan niet aan om tegelijkertijd via een andere procedure vragen te stellen over het beleidsterrein van de desbetreffende bewindspersoon.

Hoewel de leden van de CDA-fractie niet aangeven waarop hun constatering is gebaseerd dat er steeds minder sprake is van marginale toetsing van schriftelijke vragen, neemt de Commissie voor de Werkwijze aan dat het daarbij niet gaat om de beide zojuist genoemde categorieën gericht op het voorkomen van doublures. Waarschijnlijk doelen deze leden op de wenselijkheid om geen vragen door te laten voor onderwerpen waarvoor niet bewindspersonen maar bijvoorbeeld gemeentebesturen, bestuurders van ZBO's of particuliere instanties verantwoordelijkheid dragen. De Commissie acht het inderdaad onjuist om schriftelijke vragen te stellen die eigenlijk in een gemeenteraad thuishoren – bijvoorbeeld over politie-optreden of over een openbare school – of in een aandeelhoudersvergadering. Toch zou het tegenhouden van zulke vragen door de Voorzitter inderdaad als strijdig met artikel 67 van de Grondwet kunnen worden opgevat, nog daargelaten dat leden door de formulering van hun vragen het probleem kunnen omzeilen, bijvoorbeeld door te vragen of een minister bereid is bij het college van burgemeester en wethouders te informeren naar een bepaald incident. Het is aan de bewindslieden om in hun antwoord aan te geven in hoeverre zij zich verantwoordelijk voelen.

Volledigheidshalve vermeldt de Commissie voor de Werkwijze nog vragen die impliciet een inmenging betekenen in een procedure voor een rechtbank dan wel de bewindslieden impliciet tot een zodanige inmenging uitnodigen. Hier moet het inlichtingenrecht van Kamerleden wijken voor het belang van onafhankelijkheid van de rechtspraak.

Het is de Commissie voor de Werkwijze niet duidelijk waarom de leden van de CDA-fractie de huidige praktijk bij het beoordelen van vragen als bureaucratisch kenschetsen. Die praktijk bestaat uit een procedure van ambtelijke advisering zowel op het niveau van de desbetreffende vaste commissie als op dat van de Griffier waarna de Voorzitter of, bij diens afwezigheid, een ondervoorzitter, beslist. Met deze procedure is in het algemeen minder dan 24 uur gemoeid. De Commissie dringt er bij het Presidium op aan om maatregelen te treffen om het overschrijden van die tijdsduur te voorkomen.

De Commissie voor de Werkwijze adviseert het Presidium en – via het Presidium de Kamer – om eerst enige tijd ervaring op te doen met de periodieke publicatie van niet tijdig beantwoorde schriftelijke vragen alvorens daar weer andere maatregelen aan toe te voegen zoals een statistiek wat de leden van de PvdA-fractie opperen. Deze leden hebben overigens gelijk dat een onderwerp aanvankelijk niet spoedeisend hoeft te zijn om dit na zes weken alsnog zodanig te kunnen worden dat er mondelinge vragen over gesteld kunnen worden. Eveneens hebben deze leden gelijk dat het dan ook onder de nieuwe regeling mogelijk is om schriftelijke vragen om te zetten in mondelinge ook al noemt het Reglement die mogelijkheid dan niet meer. Hiermee is tevens een antwoord gegeven op een desbetreffende opmerking van leden van de fractie van de SP.

De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen in het verslag over dit voorstel ook een vraag over de regels rond aangehouden moties. Anders dan zij kennelijk menen, bevat het Reglement sinds 3 oktober 2000 (Kamerstuk 29 263) wel de betreffende regeling, te weten in artikel 69 tweede lid. Deze regeling werkt goed. Regelmatig worden moties vervallen verklaard zonder dat dit op problemen stuit. Het overgaan tot publicatie van (lijsten van) binnenkort te vervallen moties zou de Kamer juist weer in de situatie brengen van vóór de reglementswijziging; namelijk dat vrijwel automatisch wordt besloten de moties weer aan te houden. Bovendien geeft een dergelijke regeling veel administratieve rompslomp. Elke week weer zijn er dan immers lijstjes van binnenkort te vervallen moties, opnieuw aangehouden moties, echt vervallen moties etc. Ook de wijze van publicatie (Kamerstuk?) en het moment waarop (hoe lang van tevoren?) zijn niet eenvoudig te bepalen.

De Voorzitter,

F. W. Weisglas

De Griffier,

W. H. de Beaufort

Naar boven