nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de wijze van aanpassing van de kinderbijslag, de wet van 22
december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet
en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957) en de Algemene Kinderbijslagwet
in verband met andere wijze van aanpassing kinderbijslagbedragen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
20 oktober 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de kinderbijslagbedragen
in de kalenderjaren 2004 en 2005 aan te passen overeenkomstig de herziening
van het wettelijk minimumloon in de kalenderjaren 2004 en 2005 en de bijzondere
verhogingen van de kinderbijslag voor het eerste kind af te schaffen;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
1. In de kalenderjaren 2004 en 2005 worden in afwijking van artikel 13,
tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet de bedragen, genoemd in artikel
12, herzien conform de herziening van het minimumloon in het kalenderjaar
2004 onderscheidenlijk het kalenderjaar 2005 met toepassing van artikel 14
van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
2. In afwijking van artikel IV, zesde lid, van de Wet van 22 december
1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet
en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957) worden de in dat lid
bedoelde rangordebedragen in de kalenderjaren 2004 en 2005 herzien overeenkomstig
het eerste lid.
3. Voor de eerstvolgende toepassing van artikel 13, tweede lid, van de
Algemene Kinderbijslagwet met ingang van een na 2005 gelegen datum, wordt
onder «het prijsindexcijfer, waarop de laatste herziening is gebaseerd»
verstaan: het prijsindexcijfer over de maand oktober 2005.
ARTIKEL II
Artikel V, vierde lid, van de Wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging
van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (Stb. 957) vervalt.
ARTIKEL III
In artikel 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet vervalt: inclusief
de verhogingen van het kinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel V, vierde lid,
van de Wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet,
de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957).
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip. In dat
besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke
referendumwet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,