29 256
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

20 oktober 2003

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is decentralisatie van arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs mogelijk te maken; dat daartoe de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 1 komt de begripsbepaling van «personeel» als volgt te luiden: personeel:

a. de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs en het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs;

b. het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 33, 33a, 34, 37, 38, 52, 53, eerste en tweede lid, 59, eerste tot en met vierde lid, 60 tot en met 62, 68, 138 en 139, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.

B

Onder vernummering van artikel 33 tot artikel 33a wordt ingevoegd een nieuw artikel 33, luidende als volgt:

Artikel 33. Rechtspositieregeling personeel

1. Met inachtneming van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften als bedoeld in het tweede lid regelt het bevoegd gezag van een openbare school de rechtspositie van het personeel en draagt het bevoegd gezag van een bijzondere school zorg voor de regeling van de rechtspositie van het personeel.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor het personeel, bedoeld in artikel 32, voorschriften vastgesteld betreffende:

a. salarissen en toelagen, door het bevoegd gezag toe te kennen bij uitoefening van een volledige weektaak of een deel daarvan, en

b. vakantie, verlof, aanspraken op salaris in geval van militaire dienst, ziekte of ongeval, ontslaguitkeringen, alsmede omtrent andere rechten en verplichtingen, dan wel de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag een of meer onderdelen van in dit onderdeel bedoelde rechten en verplichtingen zelf regelt of voor de regeling daarvan zorg draagt.

3. Onder regeling van de rechtspositie als bedoeld in het eerste lid wordt voor de openbare scholen niet begrepen het vaststellen van bepalingen omtrent:

a. aanstelling,

b. schorsing,

c. disciplinaire maatregelen, en

d. ontslag.

C

In artikel 33a vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

D

Artikel 37 wordt vervangen door:

Artikel 37. Landelijk georganiseerd overleg

Over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel bedoeld in artikel 32, wordt volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende personeelsorganisaties en, voor zover zij daarbij belang hebben, organisaties van gemeente- en schoolbesturen. De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

E

Artikel 38 wordt vervangen door:

Artikel 38. Georganiseerd overleg bij scholen

Over de door het bevoegd gezag ingevolge artikel 33 te treffen regelingen, alsmede over andere aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel van de desbetreffende school, wordt door of namens het bevoegd gezag overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheids- en onderwijspersoneel, op een met deze schriftelijk overeengekomen wijze. In geval van een geschil over de deelneming aan het overleg, bedoeld in de eerste volzin, alsmede in geval van een geschil over de aard, de inhoud en de organisatie van het overleg leggen de betrokken partijen het geschil voor aan een geschillencommissie. Deze geschillencommissie bestaat uit drie personen, die door de partijen gezamenlijk worden aangewezen. De uitspraak van de geschillencommissie heeft bindende kracht.

F

Artikel 64 vervalt.

G

In artikel 68, eerste lid, wordt de zinsnede «zijn van toepassing de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen 32 en 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften omtrent vakantie, verlof, aanspraken op salaris in geval van militaire dienst, ziekte of ongeval, ontslaguitkeringen en voorschriften omtrent andere rechten en verplichtingen» vervangen door: zijn van toepassing de in artikel 33 bedoelde voorschriften en regels.

H

In artikel 123, tweede lid, onderdeel e, wordt «bedoeld in artikel 37» vervangen door: bedoeld in artikel 38.

I

In artikel 126 wordt in het opschrift en in het eerste lid «kosten van vervanging van personeel» telkens vervangen door: kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

J

In artikel 138, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «gebruik maakt van de krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering» vervangen door: gebruik maakt van een krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering.

K

In artikel 157, derde lid, onderdeel c, onder 2°, wordt de zinsnede «gebruik maakt van de krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering» vervangen door: gebruik maakt van een krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering.

L

In artikel 183, eerste lid, onderdeel b, en derde lid, wordt de zinsnede «gebruik maakt van de krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering» telkens vervangen door: gebruik maakt van een krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering.

M

In artikel 187 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt onderdeel b vervangen door:

b. instemming met de bijdrage, bedoeld in artikel 183, tweede lid, voor zover die betrekking heeft op de kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling;.

2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «de bijdrage, bedoeld in artikel 183, tweede lid» vervangen door: de bijdrage, bedoeld in artikel 183, tweede lid, voor zover die betrekking heeft op de kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

N

In de inhoudsopgave worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De omschrijving van artikel 33 wordt vervangen door:

Artikel 33. Rechtspositieregeling personeel

2. Na de omschrijving van artikel 33 wordt ingevoegd:

Artikel 33a. Benoeming, schorsing en ontslag

3. De omschrijving van artikel 37 wordt vervangen door:

Artikel 37. Landelijk georganiseerd overleg

4. De omschrijving van artikel 38 wordt vervangen door:

Artikel 38. Georganiseerd overleg bij scholen

5. De omschrijving van artikel 64 wordt vervangen door:

Artikel 64. (vervallen)

6. In de omschrijving van artikel 126 wordt «kosten van vervanging van personeel» vervangen door: kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

ARTIKEL II

In de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 33, derde lid, komt als volgt te luiden:

3. Onder regeling van de rechtspositie als bedoeld in het eerste lid wordt tevens begrepen het vaststellen van bepalingen omtrent aanstelling, benoeming, schorsing, disciplinaire maatregelen en ontslag van het personeel. De bepalingen omtrent ontslag mogen het personeel van de openbare scholen niet minder rechten verschaffen dan die welke voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voortvloeien uit de bepalingen van dwingend recht van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

B

Artikel 52 wordt vervangen door:

Artikel 52. Disciplinaire maatregel, schorsing en ontslag door Gedeputeerde Staten

In afwijking van artikel 33, derde lid, zijn Gedeputeerde Staten van de desbetreffende provincie bevoegd de disciplinaire straf of de schorsing op te leggen dan wel het ontslag te verlenen, indien het betreft een directeur, een adjunct-directeur, of een ander lid van het onderwijzend personeel van een openbare school en deze tevens lid is van de raad van de gemeente die de school in stand houdt.

C

In de inhoudsopgave wordt de omschrijving van artikel 52 vervangen door: Artikel 52. Disciplinaire maatregel, schorsing en ontslag door Gedeputeerde Staten

ARTIKEL III

In de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

In artikel 33 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «als bedoeld in het tweede lid» vervangen door: als bedoeld in het tweede en vierde lid.

2. Het tweede lid, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. salarisschalen en uitgangspunten waaraan een door het bevoegd gezag in te richten functiewaarderingssysteem moet voldoen, en.

3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidend:

4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld betreffende algemene arbeidsduur.

ARTIKEL IV

In de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 1 komt de begripsbepaling van «personeel» als volgt te luiden: personeel:

a. de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs en het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs;

b. het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 33, 33a, 34, 37, 38, 55, 56, eerste en tweede lid, 62, eerste tot en met vierde lid, 63 tot en met 65, 69, 132 en 133, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.

B

Onder vernummering van artikel 33 tot artikel 33a wordt ingevoegd een nieuw artikel 33, luidende als volgt:

Artikel 33. Rechtspositieregeling personeel

1. Met inachtneming van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften als bedoeld in het tweede lid regelt het bevoegd gezag van een openbare school de rechtspositie van het personeel en draagt het bevoegd gezag van een bijzondere school zorg voor de regeling van de rechtspositie van het personeel.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor het personeel, bedoeld in artikel 32, voorschriften vastgesteld betreffende:

a. salarissen en toelagen, door het bevoegd gezag toe te kennen bij uitoefening van een volledige weektaak of een deel daarvan, en

b. vakantie, verlof, aanspraken op salaris in geval van militaire dienst, ziekte of ongeval, ontslaguitkeringen, alsmede omtrent andere rechten en verplichtingen, dan wel de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag een of meer onderdelen van in dit onderdeel bedoelde rechten en verplichtingen zelf regelt of voor de regeling daarvan zorg draagt.

3. Onder regeling van de rechtspositie als bedoeld in het eerste lid wordt voor de openbare scholen niet begrepen het vaststellen van bepalingen omtrent:

a. aanstelling,

b. schorsing,

c. disciplinaire maatregelen, en

d. ontslag.

C

In artikel 33a vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

D

Artikel 37 wordt vervangen door:

Artikel 37. Landelijk georganiseerd overleg

Over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel bedoeld in artikel 32, wordt volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende personeelsorganisaties en, voor zover zij daarbij belang hebben, organisaties van gemeente- en schoolbesturen. De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

E

Artikel 38 wordt vervangen door:

Artikel 38. Georganiseerd overleg bij scholen

Over de door het bevoegd gezag ingevolge artikel 33 te treffen regelingen, alsmede over andere aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel van de desbetreffende school, wordt door of namens het bevoegd gezag overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheids- en onderwijspersoneel, op een met deze schriftelijk overeengekomen wijze. In geval van een geschil over de deelneming aan het overleg, bedoeld in de eerste volzin, alsmede in geval van een geschil over de aard, de inhoud en de organisatie van het overleg leggen de betrokken partijen het geschil voor aan een geschillencommissie. Deze geschillencommissie bestaat uit drie personen, die door de partijen gezamenlijk worden aangewezen. De uitspraak van de geschillencommissie heeft bindende kracht.

F

Artikel 66 vervalt.

G

In artikel 69, eerste lid, wordt de zinsnede «zijn van toepassing de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen 32 en 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften omtrent vakantie, verlof, aanspraken op salaris in geval van militaire dienst, ziekte of ongeval, ontslaguitkeringen en voorschriften omtrent andere rechten en verplichtingen» vervangen door: zijn van toepassing de in artikel 33 bedoelde voorschriften en regels.

H

In artikel 120, tweede lid, onderdeel d, wordt «bedoeld in artikel 37» vervangen door: bedoeld in artikel 38.

I

In artikel 121 wordt in het opschrift en in het eerste lid «kosten van vervanging van personeel» telkens vervangen door: kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

J

In artikel 132, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «gebruik maakt van de krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering» vervangen door: gebruik maakt van een krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering.

K

In artikel 169, eerste lid, onderdeel b, en derde lid, wordt de zinsnede «gebruik maakt van de krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering» telkens vervangen door: gebruik maakt van een krachtens artikel 33, tweede lid, vastgestelde regeling voor onvrijwillige taakvermindering.

L

In artikel 172 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt onderdeel b vervangen door:

b. instemming met de bijdrage, bedoeld in artikel 169, tweede lid, voor zover die betrekking heeft op de kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling;.

2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «de bijdrage, bedoeld in artikel 169, tweede lid» vervangen door: de bijdrage, bedoeld in artikel 169, tweede lid, voor zover die betrekking heeft op de kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

M

In de inhoudsopgave worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De omschrijving van artikel 33 wordt vervangen door: Artikel 33. Rechtspositieregeling personeel

2. Na de omschrijving van artikel 33 wordt ingevoegd: Artikel 33a. Benoeming, schorsing en ontslag

3. De omschrijving van artikel 37 wordt vervangen door: Artikel 37. Landelijk georganiseerd overleg

4. De omschrijving van artikel 38 wordt vervangen door: Artikel 38. Georganiseerd overleg bij scholen

5. De omschrijving van artikel 66 wordt vervangen door: Artikel 66. (vervallen)

6. In de omschrijving van artikel 121 wordt «kosten van vervanging van personeel» vervangen door: kosten van vervanging van personeel wegens voorschriften die zijn gegeven bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.

ARTIKEL V

In de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 33, derde lid, komt als volgt te luiden:

3. Onder regeling van de rechtspositie als bedoeld in het eerste lid wordt tevens begrepen het vaststellen van bepalingen omtrent aanstelling, benoeming, schorsing, disciplinaire maatregelen en ontslag van het personeel. De bepalingen omtrent ontslag mogen het personeel van de openbare scholen niet minder rechten verschaffen dan die welke voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voortvloeien uit de bepalingen van dwingend recht van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

B

Artikel 55 wordt vervangen door:

Artikel 55. Disciplinaire maatregel, schorsing en ontslag door Gedeputeerde Staten

In afwijking van artikel 33, derde lid, zijn Gedeputeerde Staten van de desbetreffende provincie bevoegd de disciplinaire straf of de schorsing op te leggen dan wel het ontslag te verlenen, indien het betreft een directeur, een adjunct-directeur, of een ander lid van het onderwijzend personeel van een openbare school en deze tevens lid is van de raad van de gemeente die de school in stand houdt.

C

In de inhoudsopgave wordt de omschrijving van artikel 55 vervangen door: Artikel 55. Disciplinaire maatregel, schorsing en ontslag door Gedeputeerde Staten

ARTIKEL VI

In de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht: In artikel 33 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «als bedoeld in het tweede lid» vervangen door: als bedoeld in het tweede en vierde lid.

2. Het tweede lid, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. salarisschalen en uitgangspunten waaraan een door het bevoegd gezag in te richten functiewaarderingssysteem moet voldoen, en.

3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidend:

4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld betreffende algemene arbeidsduur.

ARTIKEL VII

Het bevoegd gezag is gehouden binnen ten hoogste 12 maanden na inwerkingtreding van de betreffende artikelen dan wel onderdelen van artikelen van deze wet uitvoering te geven aan de onderwerpen waarin deze wet voorziet voor zover het betreft het stellen van regels dan wel het zorg dragen voor regelingen door het bevoegd gezag.

ARTIKEL VIII

Voor zover door een bevoegd gezag nog geen overeenstemming is bereikt met de vakorganisaties voor overheids- en onderwijspersoneel over de wijze van het voeren van overleg als bedoeld in artikel 38 van de Wet op het primair onderwijs, zoals dit artikel luidt na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E van deze wet, of artikel 38 van de Wet op de expertisecentra, zoals dit artikel luidt na de inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel E van deze wet, blijven in afwijking van het desbetreffende artikel de voorschriften betreffende georganiseerd overleg bij instellingen op grond van het desbetreffende artikel zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, onderscheidenlijk artikel IV, onderdeel E, van deze wet, van kracht tot het tijdstip waarop de vorenbedoelde overeenstemming wordt bereikt.

ARTIKEL IX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven