nr. 13
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel I, onderdeel L, wordt een onderdeel ingevoegd, luidend:
M
Aan artikel 493 wordt een lid toegevoegd, luidend:
4. Een bevel tot gevangenhouding of gevangenneming kan een termijn van
dertig dagen niet te boven gaan indien de rechtbank de verdachte niet heeft
gehoord.
B
Na artikel I worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
ARTIKEL IA
Indien het bij koninklijke boodschap van 2 februari 2004 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen,
de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet
en enige andere wetten onder meer naar aanleiding van evaluatieonderzoeken
(29 413) tot wet is verheven en die wet in werking is getreden op het
tijdstip waarop deze wet in werking treedt, komt artikel I, onderdeel M, aanhef,
van deze wet te luiden: In artikel 493 wordt, onder vernummering van het vierde
lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidend:.
ARTIKEL IB
Indien het bij koninklijke boodschap van 2 februari 2004 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen,
de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire
beginselenwet en enige andere wetten onder meer naar aanleiding van evaluatieonderzoeken
(29 413) tot wet is of wordt verheven en deze wet in werking treedt of
is getreden voor het tijdstip waarop die wet in werking treedt, wordt het
ingevolge artikel V, onderdeel E, van die wet aan artikel 493 van het Wetboek
van Strafvordering toe te voegen vierde lid vernummerd tot vijfde lid.
Toelichting
Het voorgestelde onderdeel M verzekert dat een bevel tot gevangenhouding
of gevangenneming jegens een minderjarige verdachte een termijn van dertig
dagen niet te boven gaat in het geval de verdachte niet is gehoord. In dit
opzicht wordt afgeweken van de voorgestelde regeling van artikel 65, eerste
lid, Sv, die erop neerkomt dat horen achterwege kan blijven indien noch de
verdachte noch de rechtbank daar prijs op stelt. Onderdeel M beperkt de duur
van een bevel voorlopige hechtenis in de situatie waarin de minderjarige verdachte
niet gehoord is tot maximaal dertig dagen. Is de minderjarige verdachte wel
gehoord, dan kan ook ten aanzien van de minderjarige verdachte in beginsel
een bevel tot gevangenhouding voor negentig dagen worden gegeven.
Voor verlengingen van het bevel tot gevangenhouding of gevangenneming
ten aanzien van minderjarige verdachten geeft het toegevoegde lid geen regeling.
Artikel 66, derde lid, Sv, voorzover daarin wordt aangegeven dat de verdachte
in de gelegenheid wordt gesteld op de vordering tot verlenging te worden gehoord,
is derhalve net als thans ook van toepassing bij de minderjarige verdachte.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner