nr. 11
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel F, subonderdeel 4, wordt «gevangenisstraf»
steeds vervangen door: vrijheidsstraf.
B
Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidend:
Ga
Artikel 87, tweede lid, eerste volzin, komt te luiden: De verdachte die
aan de rechtbank schorsing of opheffing van de voorlopige hechtenis heeft
verzocht, kan eenmaal van een afwijzende beslissing op dat verzoek bij het
gerechtshof in hoger beroep komen, uiterlijk drie dagen na de betekening.
Toelichting
Onderdeel A bevat een redactionele verbetering. Onderdeel B betreft het
volgende. Op 30 maart 2004 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een zaak
waarin cassatie in het belang der wet was ingesteld. Dit arrest betrof de
uitleg van artikel 87, tweede lid, Sv, waarin thans staat dat de verdachte
die voor de eerste maal aan de rechtbank schorsing of opheffing van de voorlopige
hechtenis heeft verzocht, van een afwijzende beslissing in hoger beroep kan
komen. De Hoge Raad overweegt in dit arrest dat een redelijke wetstoepassing
meebrengt deze bepaling zo uit te leggen «dat daarmee tot uitdrukking
wordt gebracht dat de verdachte slechts eenmaal van de in het tweede lid van
artikel 87 Sv geboden appelmogelijkheid gebruik kan maken, ongeacht of dit
de afwijzing betreft van het eerste dan wel van een later aan de rechtbank
gedaan verzoek».
Onderdeel B van deze nota van wijziging strekt er slechts toe, de wettekst
met dit arrest in overeenstemming te brengen.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner