29 250
Wijziging van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met de evaluatie van die wet

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2003

Op 24 januari 2004 loopt de benoemingstermijn van de voorzitter van de Raad van Toezicht IB-Groep af. Volgens de huidige Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank (WVI) is zij na één verlenging niet herbenoembaar. Zij is echter pas sinds 24 januari 2002 voorzitter van de Raad van Toezicht IB-Groep, als opvolger van de voorzitter die als gevolg van het aflopen van zijn maximale benoemingstermijn vertrok. Op het moment dat mevrouw Rijsdijk het voorzitterschap overnam van haar voorganger, was zij in haar tweede benoemingstermijn, die was ingegaan op 24 januari 2000. De eerste zittingstermijn van mevrouw Rijsdijk heeft echter slechts twee jaar geduurd, terwijl een benoemingstermijn wettelijk 4 jaar is. Zij was destijds benoemd ter vervulling van een opengevallen plaats bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap, en kon volgens de huidige WVI daardoor slechts benoemd worden voor de rest van de benoemingstermijn van het vertrekkende lid. Na genoemde twee jaar was voor mevrouw Rijsdijk formeel nog maar één herbenoeming mogelijk. Voor mevrouw Rijsdijk komt de maximale benoemingstermijn volgens de vigerende WVI daardoor op 6 jaar.

Op dit moment ligt een op 20 oktober jl. ingediend wetsvoorstel tot wijziging van de WVI bij u voor (Kamerstukken II 2003–2004, 29 250). Hierin is, in afwijking van de huidige wet, opgenomen dat bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap het lid dat ter vervulling van de opengevallen plaats wordt benoemd, niet benoemd wordt voor de resterende duur van de benoemingstermijn, maar voor vier jaar, waarna dit lid terstond éénmaal herbenoembaar is. Hiermee is ieder lid van de Raad van Toezicht IB-Groep voortaan ten hoogste 8 jaar benoembaar.

Met de wijziging wordt beoogd dat bij tussentijdse benoemingen de leden de volle 8 jaar kunnen volmaken. In de bij u voorliggende Memorie van Toelichting bij het wijzigingsvoorstel WVI is onder Artikel II punt 4 al ingegaan op de wenselijkheid om de voorgestelde wijziging al toe te passen voor de huidige voorzitter. Tevens is daar aangegeven dat de gewijzigde wet op dit punt met terugwerkende kracht tot en met 23 januari 2004 in werking zal treden, waardoor de voorgestane benoemingsperiode van in totaal 8 jaar tijdig geëffectueerd kan worden. Overigens is in de genoemde toelichting abusievelijk het jaar 2000 genoemd als het jaar waarin de huidige voorzitter het voorzitterschap heeft overgenomen. De huidige voorzitter is in 2000 herbenoemd tot (algemeen) lid en pas na 2 jaar, per 24 januari 2002, tot voorzitter benoemd. Desondanks is zij nog steeds in totaal 6 jaren benoemd geweest tot lid.

Onder verwijzing naar het gestelde onder Artikel II punt 4 van de Memorie van Toelichting bij het wijzigingsvoorstel WVI kan ik u meedelen dat ik voornemens ben de benoeming van mevrouw Rijsdijk als voorzitter van de Raad van Toezicht met twee jaar te verlengen, waardoor zij gedurende 4 jaar het voorzitterschap kan vervullen en zij in totaal 8 jaar lid zal zijn van de Raad van Toezicht IB-Groep.

Omdat ik mevrouw Rijsdijk en de IB-Groep graag tijdig duidelijkheid geef verzoek ik u in verband met het kerstreces binnen 6 weken te reageren. Ik ben mij er van bewust ben dat ik hiermee vooruitloop op een technisch onderdeel van het wijzigingsvoorstel WVI. Daarom doe ik niet alleen melding van mijn voornemen, maar verzoek ik u expliciet om een reactie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven