Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2015
Deze brief bevat de zakelijke inhoud van een aanwijzing die ik voornemens ben op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) aan
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven, inzake het voornemen om de mbi afrekening
van het jaar 2014 te verplaatsten van einde 2015 naar uiterlijk einde 2016. Overeenkomstig
artikel 8 van de WMG ga ik tot het geven van deze aanwijzing niet eerder over dan
nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief. Ik licht dit hieronder
nader toe.
Aanpassen tijdslijn mbi
Ingevolge de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische
zorg van 13 december 2011 dient voor het einde van het jaar 2015 te worden bepaald
of er voor het jaar 2014 een mbi-heffing moet worden opgelegd1.
Inmiddels is uit ervaring gebleken dat een dergelijke termijn te kort is om met voldoende
zekerheid een dergelijk besluit te nemen en een heffing door de Nederlandse Zorgautoriteit
op te laten leggen. Voor de termijn van vaststelling speelt een rol dat ik met partijen
eerst de voorgenomen besluitvorming bespreek alvorens tot een definitief besluit te
komen, conform de afspraken daartoe in het bestuurlijk akkoord. Daarnaast leert de
ervaring met betrekking tot de jaren 2012 en 2013 dat, gelet op de complexiteit van
alle samenhangende relevante financiële processen, rekening moet worden gehouden met
een periode van ruim twee jaren voordat voldoende zekerheid is verkregen.
Gelet op de geschetste ervaring ben ik voornemens de besluitvorming of er voor het
jaar 2014 een mbi-heffing moet worden opgelegd te verdagen tot uiterlijk eind 2016.
Daartoe ben ik voornemens een aanwijzing te geven.
Afsluitend
Ik benadruk dat ik het belangrijk vind en ernaar streeft dat er zo snel mogelijk duidelijkheid
is over de afwikkeling van het mbi over enig jaar. Voor de jaren vanaf 2015 verwacht
ik daar verbetering in, onder andere vanwege de verkorting van de doorlooptijd van
dbc-zorgproducten.
Ik vertrouw erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers