29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs)

Nr. 228 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2012

Verschillende malen heb ik met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Eerste Kamer van gedachten gewisseld over de vormgeving van het zogenaamde macrobeheersinstrument, meest recentelijk bij een algemeen overleg op 21 december 2011 (Kamerstuk 29 248, nr. 224). Het macrobeheersinstrument is bedoeld als ultimum remedium voor het redresseren van overschrijdingen en is op dit moment generiek vormgegeven.

Ik heb in genoemd algemeen overleg, en mede naar aanleiding van de motie Mulder (TK 2010–2011, 29 248, nr. 193), aangegeven dat de zoektocht naar een meer gedifferentieerde vormgeving van het macrobeheersinstrument in volle gang is. Om hieraan een bijdrage te leveren heb ik in overleg met de brancheverenigingen van ziekenhuizen, verzekeraars en zelfstandige behandelcentra besloten om een onafhankelijke commissie in het leven te roepen die mij zal adviseren over mogelijke alternatieven voor het huidige macrobeheersinstrument. Ik verzoek de commissie daarbij zowel te kijken naar de toepasbaarheid in de medisch specialistische zorg als in de curatieve geestelijke gezondheidszorg.

Prof dr. B.E. (Barbara) Baarsma, algemeen directeur van SEO Economisch Onderzoek en hoogleraar marktwerking en mededingingseconomie aan de Universiteit van Amsterdam, is bereid gevonden de commissie te leiden en zal mij uiterlijk eind mei 2012 rapporteren over de bevindingen. Voorts nemen prof. mr. C.A. (Flip) de Kam, honorair hoogleraar economie van de publieke sector, R.L.O (Robin) Linschoten, zelfstandig adviseur, dr. M. (Marco) Varkevisser, universitair hoofddocent bij het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam en mr. I. W. (Weijer) Verloren van Themaat, advocaat en partner bij Houthoff Buruma, plaats in de commissie. Het secretariaat van de commissie zal worden gevoerd door de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ).

De commissie zal zo spoedig mogelijk door mij worden geïnstalleerd zodat ze haar werkzaamheden kan aanvangen. Ik zal u het rapport van de commissie doen toekomen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Naar boven