Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2010
Op 26 april heb ik u een brief gezonden waarin ik het voornemen uit om indien mogelijk al per 2011 een beheersingsmodel voor
de medisch specialisten in te voeren (29 248, nr. 118). In het AO van 19 mei 2010 (29 248, nr. 124) heb ik met u over dit model en over de haalbaarheid om dit model al per 2011 in te voeren gesproken. U heeft hierover een
aantal vragen gesteld waarover ik advies heb gevraagd aan de NZa. Dit advies heeft de NZa vrijdag 25 juni aan mij opgeleverd1.
In haar advies gaat de NZa inhoudelijk in op het model dat ik wens in te voeren. Daarnaast geeft de NZa advies over het tijdpad
van invoering. Gezien de zeer korte tijdspanne tussen de uitlevering van het advies van de NZa en deze brief zal ik in deze
brief niet inhoudelijk op het advies van de NZa ingaan. Daar zal ik na het zomerreces per brief op terugkomen, nadat ik heb
overlegd met partijen, waaronder de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ-Ziekenhuizen),
de zorgverzekeraars (ZN) en Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), in overleg. Wel wil ik ingaan op het tijdpad van invoering.
Op basis van het advies van de NZa concludeer ik dat invoering van het beheersmodel per 2011 niet mogelijk is. Ik meldde u
dit reeds tijdens het Algemeen Overleg van 29 juni jl. De NZa adviseert mij het model per 2012 in te voeren. Het is mijn
voornemen om mij bij dat advies aan te sluiten. Uiteraard zal ik over de invoering per 2012 niet besluiten dan nadat uw kamer
met mijn voorhangbrief van 26 april inclusief mijn inhoudelijke reactie op de uitvoeringstoets die u na uw zomerreces van
mij zult ontvangen, heeft ingestemd.
Vooruitlopend op het besluit over de invoering van het beheersmodel per 2012 zal ik de NZa deze zomer al verzoeken om te starten
met de data-uitvraag die de NZa moet doen om de in de voorhangbrief aangekondigde vorm van budgettering per 2012 mogelijk
te maken. In haar uitvoeringstoets geeft de NZa aan hier circa vier maanden voor nodig te hebben. De NZa heeft verder aangegeven
dat bedoelde data-uitvraag in alle uitwerkingsvarianten noodzakelijk zal zijn.
Graag wil ik benadrukken dat het feit dat het beheersmodel voor de medisch specialisten niet per 2011 kan worden ingevoerd
niet betekent dat er geen spoed meer zit achter de behandeling van de AIB WMG. Een snelle behandeling van de AIB WMG blijft
noodzakelijk voor macrobudgettaire beheersbaarheid van medisch specialisten via het beheersmodel. De AIB WMG biedt mij de
basis om een aanwijzing aan de NZa te geven met de definitieve uitwerking van het beheersmodel. Hoe eerder het wettelijk kader
gereed is, hoe eerder ik de NZa kan opdragen de concrete uitwerking ter hand te nemen en hoe meer zekerheid er bestaat dat
partijen tijdig in staat zijn om de noodzakelijke aanpassingen in verband met de invoering van het beheersmodel te kunnen
doorvoeren. Om het model in 2012 in te kunnen voeren, gaat de NZa er in haar planning vanuit dat de u de AIB WMG in het najaar
van 2010 behandelt. De NZa geeft aan dat partijen na deze invoering van de AIB WMG circa een half jaar nodig hebben om de
MTO (Model toelatingsovereenkomst) en de individuele toelatingscontracten aan de nieuwe situatie aan te passen.
Wellicht ten overvloede: de WMG is een instrumentenwet. Vooralsnog zullen de instrumenten die op basis van de AIB WMG worden
geboden alleen gebruikt worden ten behoeve van de macrobeheersing van de medisch specialisten. Voor zover de instrumenten
bruikbaar zouden zijn en ingezet zouden kunnen worden voor andere concrete doeleinden dan thans in de toelichting bij het
wetsvoorstel staat beschreven, dient het parlement met een wettelijke voorhangprocedure vooraf te worden betrokken.
Omdat het niet mogelijk is om het beheersmodel per 2011 in te voeren, en ik mogelijke overschrijdingen voor 2011 niet vooraf
via het beheersmodel kan voorkomen, ben ik genoodzaakt om in geval van overschrijdingen in 2011 gelijk als in 2010 tariefskortingen
aan te kondigen. Over deze tariefskortingen heb ik u 29 juni jl. via een separate voorhangbrief geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink