29 240
Veiligheid op school

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2005

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben mij verzocht de Kamer schriftelijk te informeren over het beleid inzake pesten in het onderwijs. Dit mede in het licht van het TNO-onderzoek (Fekkes, juni 2005) over deze problematiek. Met deze brief kom ik aan dit verzoek tegemoet.

Ik ben van mening dat gedeelde waarden en normen over omgangsvormen en gedrag een belangrijke voorwaarde vormen voor een veilig en van respect getuigend schoolklimaat.

Een veilig schoolklimaat is een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs. Pesten is een hardnekkig kwaad in het onderwijs (en daar buiten) en vormt hiervoor een bedreiging. Een veilig schoolklimaat waarbinnen veiligheidsrisico’s worden geminimaliseerd en incidenten zoveel mogelijk worden voorkomen, is daarom een belangrijk beleidsdoel. Beleid ten aanzien van pesten is hier integraal onderdeel van.

Scholen zijn zelf primair verantwoordelijk voor een veilig schoolklimaat. Veel scholen kiezen al voor maatregelen als trainingen sociale vaardigheden in de klas, gesprekken en aandacht in de groep en trainingen en gedragsprotocollen voor leerkrachten. Het is buitengewoon belangrijk dat scholen structureel een actief veiligheidsbeleid voeren en daarbinnen zeer alert zijn op pestgedrag.

Daarnaast hebben ook ouders en leerlingen hun eigen verantwoordelijkheid.

Scholen, ouders en leerlingen moeten samen afspraken maken over wat wel en niet aanvaardbaar is in de omgang met elkaar. Werken met pestprotocollen kan hierop een zinvolle aanvulling zijn.

De resultaten van het TNO-onderzoek bevestigen het belang van terugkerend overleg over het onderwerp pesten tussen kinderen, ouders en leerkrachten.

In het kader van de voorlichtingscampagne de Veilige School is enige jaren geleden veel aandacht geweest voor het ontwikkelen van veiligheidsbeleid op scholen. Om scholen te ondersteunen zijn diverse instrumenten ontwikkeld en breed verspreid. De aandacht voor veiligheid heeft een structureel vervolg gekregen in het door mij gesubsidieerde landelijk Centrum voor School en Veiligheid, ondergebracht bij het APS. Activiteiten om veiligheid te bevorderen worden voor OCW via het Centrum gecoördineerd, zoals de jaarlijkse Veilige Schoolprijs. Het Centrum biedt informatie aan scholen via brochures, een helpdesk, een website en beantwoordt telefonische vragen en vragen per e-mail. Diverse initiatieven die scholen handreikingen bieden zijn er toegankelijk.

Speciaal met betrekking tot het onderdeel pesten is voor leerlingen en leerkrachten het interactief www.pestweb.nl ingericht en een telefonische hulplijn. Verder neemt het Centrum deel aan relevante netwerken en levert beleidsinformatie op het gebied school en veiligheid. De onderwijsorganisaties, vertegenwoordigd in een adviesgroep, ondersteunen het vraaggestuurde werken van het Centrum.

Het ministerie stelt jaarlijks € 800 000 beschikbaar voor de activiteiten van het Centrum School en Veiligheid.

Pesten is een waarneembare uiting van het ontbreken van voldoende sociale competentie bij kinderen/jongeren. Om scholen te ondersteunen bij het bevorderen van sociaal competent gedrag van leerlingen zijn in opdracht van OCW door SCO-Kohnstamm Instituut in samenwerking met het CED bruikbare methoden geïnventariseerd en overzichtelijk bijeengebracht. De keuzegids «Kiezen voor sociale competentie» is deze maand digitaal beschikbaar gekomen via www.socialecompetenties.nl.

De Inspectie versterkt vanaf het schooljaar 2005/2006 het toezicht op veiligheid als apart kwaliteitsaspect. Veiligheid kan hiermee een apart onderdeel worden in de kwaliteitskaarten die de inspectie over elke school op internet publiceert.

De lerarenopleidingen zijn verplicht op te leiden tot de bekwaamheidseisen die gaan gelden voor leraren (Wet BIO). In die bekwaamheidseisen zijn onder de verzamelbegrippen «interpersoonlijke competentie», «pedagogische competentie» en «competentie in het samenwerken met de omgeving» voldoende aanknopingspunten voor het voorkomen, signaleren en aanpakken van pestgedrag.

Als individuele scholen – of groepen van scholen – behoefte hebben aan specifieke aanscherping van deze competenties dan kunnen zij daar met hun lerarenopleiding of een nascholingsinstituut afspraken over maken.

Scholen hebben hiervoor in het schoolbudget de beschikking over nascholingsgelden. Binnen de door het kabinet beschikbaar gestelde middelen is een verhoging voorzien voor het onderhoud van de bekwaamheid van het personeel oplopend tot € 29,2 mln. in 2007.

Het TNO-onderzoek bevestigt de bestaande inzichten en geeft geen aanleiding tot het nemen van aanvullende maatregelen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven