29 239
Ongeval Amercentrale

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2004

Op 28 september 2003 vond een ernstig ongeval plaats in de Amercentrale, waarbij 5 werknemers de dood vonden. Onder regie van het Openbaar Ministerie heeft de Arbeidsinspectie samen met de regiopolitie Midden en West Brabant een strafrechtelijk onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk ingesteld. Kamerleden hebben vier maal over dit ongeval schriftelijke vragen gesteld. Het ongeval is twee keer aan de orde gekomen tijdens een Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Niet al de door de Kamer gestelde vragen konden inhoudelijk beantwoord worden, omdat het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de oorzaak van het ongeval deel uitmaakte van het strafrechtelijke onderzoek. Over het tijdstip waarop het proces-verbaal in de openbaarheid kan komen beslist het Openbaar Ministerie.

Tijdens het Algemeen Overleg van 15 april 2004 heeft mijn voorganger toegezegd dat het strafrechtelijke onderzoek in mei 2004 zou zijn afgerond en dat de Arbeidsinspectie «dit najaar» met een eigen rapport over het ongeval zal komen en dat dit naar de Kamer zal worden gezonden. Op 23 juni 2004 heeft het Openbaar Ministerie op basis van de voorlopige onderzoeksresultaten de rechter commissaris verzocht om een Gerechtelijk Vooronderzoek te openen. Het politioneel strafrechtelijk gedeelte van het onderzoek kon pas eind oktober 2004 worden afgerond. De bestuurlijke rapportage van de Arbeidsinspectie zal als gevolg hiervan later worden opgeleverd.

De Arbeidsinspectie is thans bezig met het opstellen van die eigen bestuurlijke rapportage over het oorzaken van het ongeval, de rol van de onderaannemers, de arbeidsverhoudingen en de hulpverlening. De verwachting is nu dat het rapport in februari 2005 naar de Kamer kan worden gezonden, waarbij wel aangetekend moet worden dat het Openbaar Ministerie moet bepalen of de rechtsgang door de publicatie op dat tijdstip niet geschaad zal worden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven