29 231
Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003)

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 november 2003

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (zie bijlage) d.d. 13 november jl. deel ik u namens de Minister van SZW, die thans in het buitenland verblijft, het volgende mee.

Tijdens het debat over de Hoofdlijnen van het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen van donderdag 6 november jl. heeft de Minister aangegeven dat de adviesaanvragen aan de SER met betrekking tot de WAO zullen worden vastgesteld nadat het Najaarsakkoord definitief tot stand is gekomen. De Minister heeft in dit debat toegezegd in dat geval deze adviesaanvragen op hetzelfde moment ook aan uw Kamer te doen toekomen.

Namens de Minister breng ik onder uw aandacht dat, los van de vormgeving van de adviesaanvragen, een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting, in navolging van het SER-advies en het advies van de Commissie Donner, wenselijk is.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Den Haag, 13 november 2003

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

In het plenaire debat op 6 november jl. over het stelsel van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen heeft u toegezegd dat u een afschrift van de adviesaanvraag aan de SER op 18 november a.s. aan de Kamer zou doen toekomen. De Voorzitter heeft bij dit debat gevraagd of dit afschrift reeds op 17 november a.s. aan de Kamer kon worden verstrekt, omdat deze dan nog kan worden betrokken bij het op 17 november a.s. te houden wetgevingsoverleg over onder meer «de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte». U gaf aan dat dit niet kon, omdat u pas op 17 november a.s. duidelijkheid heeft of het Najaarsakkoord ook daadwerkelijk tot stand komt.

Hoewel de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid begrip heeft voor uw argumentatie zou zij het zeer op prijs stellen als toch, desnoods in de vorm van een concept-versie, dit afschrift nog tijdens het wetgevingsoverleg op 17 november a.s. aan de leden van de commissie kan worden verstrekt.

Namens de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid vraag ik u nog vóór 15 november a.s. om een reactie op bovenstaand verzoek van de commissie, zodat ook bij de verdere invulling van het wetgevingsoverleg hier rekening mee kan worden gehouden.

Adjunctgriffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Esmeijer

Naar boven